Weggewist – De Muzikale Nalatenschap Van Hans Henkemans

Melchior Huurdeman, later presentator en eindredacteur van het televisieprogramma Vrije Geluiden, had in 1990 nog nooit van Hans Henkemans gehoord. Toen hij op enkele cd’tjes hoorde hoe die Debussy en Mozart speelde, raakte de jonge pianist en journalist echter helemaal in vervoering. Er ontstond zelfs een soort vriendschap met de veel oudere concertpianist en componist. Ze praatten ook talloze cassettebandjes vol. Die hebben nu hun weg gevonden naar het liefdevolle portret Weggewist – De Muzikale Nalatenschap Van Hans Henkemans (78 min.)

‘De man zou liever zelfmoord plegen dan een noot vermoorden’, zegt schrijver en dichter Bertus Aafjes, in een archieffragment uit 1966, in deze film van Harro Henkemans over zijn mysterieuze achter-oudoom. Dirigent Bernard Haitink had destijds ook niets dan lof voor de man die decennialang furore maakte als pianist van het Concertgebouworkest. ‘Henkemans is één van de mensen die ik bijzonder graag uitvoer. Omdat Henkemans iemand is die werkelijke menselijke emoties in een muzikale taal kan omzetten, zonder dat het nou vreselijk intellectueel wordt.’

Slechts enkele jaren later werd Hans Henkemans (1913-1995) nochtans rücksichtslos aan de kant geschoven – of zelfs in de ban gedaan – door wat hijzelf ‘de hedendaagse avant-gardistische kunst’ noemde. Nadat hij zich publiekelijk had uitgesproken tegen de experimentele muziekbeweging – dat was in zijn ogen geen muziek, maar ‘soniek’ – kon hij zijn biezen pakken bij het Concertgebouworkest. Henkemans pakte zijn oude beroep als psychiater weer op, maar bleef gefrustreerd over het feit dat zijn generatie musici ‘eigenlijk weggewist is van de orkestconcerten.’

Behalve met Melchior Huurdeman onderhield hij in zijn latere leven ook warme banden met de dirigenten Ed Spanjaard en Jac van Steen, die nu als postiljon d’amour fungeren voor de muzikant die in hun ogen nooit uit de tijd zou kunnen raken – al krijgt zijn oeuvre in deze gestileerde documentaire ook voldoende ruimte om voor zichzelf te spreken. Iemand die zo goed kan spelen zou nu echt wereldberoemd zijn geweest, zo is de consensus. ‘Ik heb niet gekozen voor de muziek’, zegt Hans Henkemans daar zelf over, in een door acteur Edo Douma ingesproken tekst. ‘De muziek koos mij.’

Claudia de Breij – Hier Zijn Wij

‘Claudia die vertelt hoe de wereld in elkaar zit’ had even behoefte aan adempauze. In Heintje Davids (1888-1975), de rasartieste die maar geen afscheid kon nemen, vond ze haar ‘paard van Troje’. En in multi-instrumentalist Michelle Samba en deejay/human beatboxer Abdelhadi Baaddi ontdekte Claudia de Breij trouwe kompanen. Ook om gezamenlijk de Corona-periode, waarin ze alle drie een schrijnend optreedtekort opliepen, enigszins gezond door te komen.

In Claudia de Breij – Hier Zijn Wij (50 min.) documenteert Suzanne Raes hoe het drietal zich leven en werk van Davids, telg van een befaamde Nederlandse artiestenfamilie, eigen probeert te maken. Dat lijkt in eerste instantie vooral spielerei. Totdat ze toch, voor een klein publiek, mogen gaan spelen. Sterker: Carré wacht. En dan worden het sleutelen aan en doorleven van de voorstelling, die voor De Breij toch dichterbij komt dan gedacht, ineens een zaak van, nou ja, levensbelang.

‘De familie Davids was een Joodse familie’, vertelt ze tijdens de muzikale familievoorstelling Hier Ben Ik. ‘Dat had ik helemaal niet verteld, want het maakt toch eigenlijk ook niet uit. Het maakt nooit uit wat je bent. Totdat je het van andere mensen niet mag zijn, toch?’ De oversteek naar haar eigen leven is dan snel gemaakt. ‘Je bent gewoon verliefd op iemand. En dan zegt iemand dat dat niet mag. Dan ben je in één keer een homoseksueel.’

Zo gaat deze voorstelling behalve over de onverbeterlijke revuester ook over Claudia de Breij zelf en haar muzikale partners, voor wie ‘spelen’ niets minder dan noodzaak is. Raes brengt die behoefte en het bijbehorende proces treffend in beeld in een achter de schermen-docu, die is doorsneden met Heintje Davids-fragmenten. En als de voorstelling dan echt staat, gooit Corona weer roet in het eten.

De Kift: Water Wieg Me – Een Muzikale Ode Aan De Droefenis

NTR

Schrijven begint met luisteren. Het opzuigen van verhalen, er vervolgens even op kauwen en ze dan weer op geheel eigen wijze uitspugen. In teksten, in muziek. Ferry Heijne, zanger van de ‘poëtische fanfarepunkband’ De Kift, vaart letterlijk uit om persoonlijke getuigenissen van buitengewone gewone Nederlanders op te tekenen.

Met zijn boot belandt hij in De Kift: Water Wieg Me – Een Muzikale Ode Aan De Droefenis (53 min.) bijvoorbeeld bij Bas. De man rouwt om het verlies van zijn twintigjarige dochter Belle, die enkele jaren geleden tijdens een wandeling in het park werd getroffen door een blikseminslag. Heijne verwerkt diens ervaringen in een verklanking van het gedicht Melopee van Paul van Ostaijen. Over de vergankelijkheid van het bestaan.

‘Langs het hoogriet / Langs de laagwei / Schuift de kano naar zee / Schuift met de schuivende maan de kano naar zee’

In deze fraaie, gestileerde film van Sanne Rovers ontmoet Ferry Heijne verder een Iraakse schrijver die dreigde te verpieteren in een asielzoekerscentrum, een vrouw met liefdesverdriet én een woonboot en een oudere man die voelt dat zijn lichaam stilaan begint te haperen. En onvermijdelijk komt Heijne onderweg ook zichzelf tegen – en zijn vader, die bijkans bij toeval ook jarenlang deel uitmaakte van De Kift.

En als de hoofdpersonen uiteindelijk te horen krijgen wat Ferry en zijn muzikale kompanen, die her en der, als vanzelfsprekend, in het oer-Hollandse decor opduiken om hun muziek ten gehore te brengen, van hun getuigenissen hebben gemaakt, vloeien beeld en muziek helemaal samen tot een lekker melancholische lofzang op het leven.