Eyes On The Prize III: We Who Believe In Freedom Cannot Rest 1977 – 2015

HBO Max

Rashidah Hassan, Michael Zinzun en Ayinde Jean-Baptiste. De namen spreken minder tot de verbeelding dan pak ‘m beet Malcolm X, Rosa Parks en Martin Luther King. En de prestaties van hen en hun generatiegenoten in The Bronx, Watts en Warren County roepen vast ook niet direct de iconische beelden op van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren zestig en zeventig. Toch staan zij op de schouders van deze giganten en zetten ze hun werk voort, in hun eigen tijd en binnen hun eigen omgeving.

De gelauwerde historische documentaireserie Eyes On The Prize: America’s Civil Rights Years 1954 – 1965 (1987) geldt als een gezaghebbend document over de beginjaren van de Afro-Amerikaanse strijd voor gelijke rechten. Opvolger Eyes On The Prize II: America At The Racial Crossroads 1965 -1985 (1990) richt zich op de navolgende twintig jaar. 35 Jaar later is er nu ineens een derde seizoen: de zesdelige serie Eyes On The Prize III: We Who Believe In Freedom Cannot Rest 1977 – 2015 (345 min.) van showrunner Dawn Porter.

Daarin verhalen Geeta Gandbhir, Samantha Knowles, Leslie Asako Gladsjo, Muta’Ali, Smriti Mundhra en Rudy Valdez over uiteenlopende ‘zwarte’ onderwerpen zoals het ‘zweetvermogen’ van het woningproject Banana Kelly in New York, de zorg voor AIDS-patiënten van kleur, het camera-initiatief van de Coalition Against Police Abuse (waardoor ook de geruchtmakende afranseling van Rodney King kon worden vastgelegd) en de Million Man March in Washington DC in 1995 van de omstreden Nation Of Islam-leider Louis Farrakhan.

Verder buigt deze lijvige productie, waarin zowel zwarte iconen zoals Angela Davis, Al Sharpton en Maxine Waters als allerlei direct betrokkenen bij de acties, initiatieven en protesten aan het woord komen, zich ook over de strijd tégen stuitend milieuracisme rond gif lozende fabrieken, vóór positieve discriminatie in het schooldistrict van Wake County, Noord-Carolina, en mét de eerste zwarte president Barack Obama om van de Verenigde Staten écht een inclusief land te maken – al valt zijn input in hun ogen vaak nogal tegen.

Nadat de zeventienjarige Trayvon Martin in 2012 is vermoord door een beveiliger en de schutter zowaar wordt vrijgesproken, ontstaat er een nieuwe generatie zwarte activisten, die zich op alle mogelijke manieren begint te verzetten tegen (politie)geweld tegen Afro-Amerikaanse jongeren. Zij reppen over ‘Black Lives Matter’, een slogan die zeker in de tumultueuze eerste termijn van de Amerikaanse president Trump (2017-2021) – buiten de scope van deze gedegen serie dus – nog tot grootschalige protesten en confrontaties zal leiden.

Wordt dus ongetwijfeld vervolgd.

There’s Something In The Water

Netflix

De term is helemaal van deze tijd, maar moet nog doordringen tot het dagelijkse discours: milieuracisme. ‘De onevenredige blootstelling van inheemse, zwarte of andere gekleurde gemeenschappen aan milieulasten en vervuilende stoffen’, aldus professor Ingrid Waldron, auteur van het boek waarop de documentaire There’s Something In The Water (71 min.) is gebaseerd.

De maakster daarvan, actrice Ellen Page (Hard Candy, Juno en Inception), raakte helemaal in de ban van Waldrons bevindingen en wilde die beslist naar een groter publiek brengen. In deze activistische documentaire gaat ze terug naar haar geboortegrond in Nova Scotia, waar minderheidsgemeenschappen stelselmatig zijn (en worden) vergiftigd. Want ook in Canada bepaalt je postcode volgens Waldron nog altijd je welzijn.

Deze film levert het tastbare bewijs: de roet van de afvalverbranding in het kustplaatsje Shelburne daalde als grauwe sneeuw neer op de bevolking van een zwarte buitenwijk, vertelt de plaatselijke schrijfster Louise Delisle. Het drinkwater verwerd intussen tot een dumpplek voor gevaarlijke stoffen. De gevolgen laten zich raden: agressieve vormen van kanker, die ongenadig huishouden in de gemeenschap.

‘Niet best’, concludeert Delisle met gevoel voor understatement, nadat ze tijdens een rit naar de gevreesde stortplaats talloze malen naar een huis heeft gewezen, met de boodschap: ‘… stierf aan kanker.’ De namen rijgen zich aaneen. Hele families zijn gedecimeerd. En dan te bedenken dat ze even verderop, in het ‘witte’ stadshart van Shelburne waar plaatselijke politici geen oor hebben voor hun grieven, natuurlijk wél schoon water hebben.

Zulk onrecht drijft dit verfilmde politieke pamflet, waarin de gedreven Ellen Page verschillende plekken in Nova Scotia bezoekt en ter plaatse de milieu- en menselijke schade opneemt met lokale activisten. Zonder overigens de beslissers, vervuilers of – zo je wilt – milieuracisten daarmee te confronteren of een kans op weerwoord te geven.