JB Meijers: JB’s Paradise

De Coproducent

Geef hem een instrument en hij maakt het zich eigen. Al is hij op geen enkel terrein een echte meester geworden. Dat vindt Jan-Bart Meijers tenminste zelf. Met de nodige zelfspot noemt hij zichzelf in JB Meijers: JB’s Paradise (58 min.) ‘de Bob Ross van alle instrumenten’. Één ding is zeker: de loftrompet wordt in dit popportret beslist beter bespeeld door Huub van der Lubbe, Barry Hay, Ilse de Lange en Carice van Houten, met wie hij stuk voor stuk samenwerkte. Net als met de Duitse zanger Peter Maffay en de Amerikaanse alternatieve popband Mercury Rev trouwens.

Nu staat de ideale ‘sideman’ op het punt om te verkassen naar Bonaire, om de Nederlandse winters achter zich te laten en een nieuwe draai aan zijn carrière te geven. Regisseur Bram van Splunteren concentreert zich echter vooral op ‘s mans inmiddels ruim dertig jaar omspannende loopbaan, die hem bij ondermeer Charming Children, Shine, Eboman, De Dijk, The Common Linnets en The Analogues heeft gebracht. Van Splunteren, ooit de drijvende kracht achter allerlei muziekprogramma’s van VPRO-televisie, heeft bovendien zijn hele kaartenbak met Nederlandse musici nog eens doorgespit en daarin JB-kompanen als Richard Janssen, Bart van Poppel, Jeroen Hofs en Wouter Planteijdt gevonden.

Hun verhalen, gecombineerd met archiefbeelden van Meijers in allerlei verschillende hoedanigheden en acts, zijn beslist vermakelijk. De fraaiste scène komt misschien wel op het conto van Ilse de Lange die op haar telefoon de allereerste opname vindt van wat later de Common Linnets-hit Calm After The Storm zal worden. Al die leuke fragmenten willen alleen maar geen eenheid vormen en akkederen ook nauwelijks met het persoonlijk leven van JB Meijers, dat met behulp van zijn vrouw en moeder, tamelijk schetsmatig en fragmentarisch uit de doeken wordt gedaan.

Je zou kunnen betogen dat deze grabbelton van een film mooi aansluit bij de grillige loopbaan van de hoofdpersoon ervan, die zich als ultieme rechterhand ook steeds naar een andere frontman of band moet plooien. Uiteindelijk blijft echter vooral het beeld hangen dat JB Meijers zelf toch nét wat leuker en interessanter is dan deze aan hem gewijde tv-docu, die vooral een select publiek van popkenners op z’n wenken bedient.

Voetbal Is Oorlog


‘Wat een kutkeeper! Wat een kutkeeper! Wat een kutkeeper! Wat een kutkeeper! Godverdomme. Wat hebben wij toch een kutkeeper, zeg! Verschrikkelijk! Wat een kutkeeper hebben wij, zeg!’ De tirade van Achilles ‘29-trainer Eric Meijers over zijn eigen doelverdediger, afkomstig uit de documentaire Voetbal Is Oorlog (83 min.) van Hans Heijnen, ging in de afgelopen weken viral en vormt een prachtig visitekaartje voor deze film, die echt een groot publiek kan aanspreken.

Voetbalstadions lijken immers de nieuwe kerken, waar de belangrijkste bijzaak des levens wordt beleden als een alles omvattende religie. Ook in de onderste regionen van het Nederlands betaald voetbal lopen de emoties soms hoog op. Zodra ze gras ruiken, krijgen sommige mensen nu eenmaal een waas voor hun ogen. In de kleedkamer krijgt diezelfde keeper, Robbert te Loeke, bijvoorbeeld nog eens van onder uit de zak van technisch manager en assistent-trainer Frans Derks. ‘Kom op, godverdomme!’, schreeuwt hij met overslaande stem. ‘Hou die ballen tegen, man!’

De familie Derks zet de toon bij de voetbalclub van de Groesbeekse middenstand. Broer Harrie is voorzitter, zus Elrie bestuurslid. Grote ambities hebben ze: hun club moet betaald voetbal spelen. Terwijl de grote concurrent, het ooit zo ongenaakbare De Treffers, gewoon bij de amateurs is blijven steken. Door financiële perikelen laat de felbegeerde proflicentie van Achilles ’29 alleen steeds op zich wachten. Grijpt de club boven zijn macht?

De knulligheid en het amateurisme druipen er regelmatig vanaf in deze kostelijke documentaire, zeker als de club ook sportief in zwaar weer terechtkomt. Het team staat stijf onderaan in de Jupiler League. Degradatie naar de amateurs dreigt. De nieuwe Zweeds-Servische spits Emir Smajic moet daarom ‘honey’ zijn voor de goal, volgens trainer Meijers in zijn allerbeste Engels. ‘Horny’, corrigeert zijn assistent Frans Derks. Hitsig.

Als Meijers en de diverse Derksen het tij niet weten te keren, daalt Achilles ’29 straks weer af naar het niveau van de eeuwige rivaal. Die wedijver met De Treffers doet denken aan de clash tussen de Bokken en Geiten), de twee harmonieën van het Limburgse dorpje Thorn waarover Hans Heijnen twintig jaar geleden één van zijn meest geslaagde films maakte. Ook Voetbal Is Oorlog draagt duidelijk zijn signatuur: veel losse gesprekjes met clubmensen en dorpelingen, dik aangezette (klassieke) muziek en een dwingende voice-over (van vaste gast Huub Stapel).

Met die elementen schetst de Nijmeegse filmmaker een hartveroverend portret van een hechte dorpsgemeenschap, rond een voetbalclub in barre tijden. ‘Het is ons niet gegund vandaag’, houdt coach Eric Meijers zijn terneergeslagen ploeg voor na alwéér een nederlaag. Alsof ze daar zelf geen enkele invloed op hebben gehad, maar er een hogere macht is die wikt en beschikt over ‘de helden van de Heikant’. En wie zegt, zou de gezworen Achilles-fan kunnen denken, dat dit opperwezen niet, stiekem, heel stiekem, voor De Treffers is?