The Invisible Pilot

HBO Max

Waarom? Die vraag hangt vanaf de allereerste scène boven The Invisible Pilot (168 min.). Waarom? Het is tevens een vraag die de vrouwen en kinderen van Gary Betzner al vanaf 1979 plaagt. Waarom? Een vraag ook die familievriend/filmmaker Craig Hodges sinds 2009 met de regelmaat van de klok aan Betzners nabestaanden voorlegde. Waarom? Waarom sprong Gary op 18 september 1977 in Hazen, Arkansas, van die brug af?

Zijn zelfverkozen dood in de White River heeft nooit een afdoende antwoord gekregen. Ook doordat z’n lichaam nooit werd gevonden. Had zijn zelfdoding te maken met de ‘Dixie Mafia’? Zat Gary in de drugshandel? Of leidde hij misschien een dubbelleven? Het levensverhaal van de Southerner die als piloot van besproeiingsvliegtuigjes halsbrekende capriolen uithaalde en naar verluidt elf ongelukken overleefde, bevat clous te over. Maar antwoorden?

Die komen wel degelijk in deze driedelige serie van Phil Lott en Ari Mark. Ze worden alleen bijzonder slim uitgeserveerd – met veel suspense, slinkse tijdsprongen, toffe humor, een zeer effectieve soundtrack en de verplichte cliffhangers – waardoor je steeds benieuwd bent naar wat er nog komt, dat nooit blijkt wat je had verwacht en tóch correspondeert met wat je eerder op de mouw is gespeld. Als je begrijpt wat ik bedoel.

Na een geweldige eerste aflevering verandert de vertelling in het tweede deel, waarin larger than life-personages zoals de Colombiaanse cocaïnekoning Pablo Escobar, CIA-hotshot John Hull, de Amerikaanse president Ronald Reagan én vrijbuiter Lucas Noel Harmony worden geïntroduceerd, in een ouderwets schelmenverhaal. Waarna de verwikkelingen in de slotaflevering zowaar een geopolitieke dimensie krijgen.

Te goed om waar te zeggen, zeggen ze dan. Net als: een goed verhaal moet je niet dood checken. En, dat ook: de waarheid is vreemder dan fictie. Allemaal waar. The Invisible Pilot vormt het tastbare bewijs: een keten van bizarre gebeurtenissen, die uiteindelijk, alles overziend, een verhaal vormt dat, inderdaad, te goed lijkt om waar te kunnen zijn. De waarom-vraag – als iemand tegen die tijd tenminste nog weet waar die over handelde – is dan allang beantwoord. Dáárom.

Vendetta: Guerra Nell’Antimafia

Netflix

Moet Pino Maniaci worden beschouwd als een erfgenaam van de vermoorde crimefighters Giovanni Falcone en Paolo Borsselino? Of is de Italiaanse televisiepersoonlijkheid, die oogt als een morsige kruising van Peter R. de Vries en Johan Derksen, in werkelijkheid een handlanger van hun aartsvijand, de Siciliaanse maffia? Hij heeft van ‘trial by media’ in elk geval zijn raison d’être gemaakt.

‘De Snor’, een larger than life-personage dat samen met zijn vrouw Patrizia en dochter Letizia de lokale televisiezender Telejato in Partinico runt, veroorzaakt permanent deining en maakt al even gemakkelijk vijanden in het achterland van La Cosa Nostra. Een onvervalst larger than life-personage, dat in de zesdelige serie Vendetta: Guerra Nell’Antimafia (233 min.) dan ook consequent in de derde persoon over zichzelf spreekt.

En dan wordt Maniaci plotseling gearresteerd vanwege afpersing, het startpunt van deze trashy productie. Is het filmpje dat daarvan bij andere nieuwsmedia opduikt bewijsmateriaal van iemand die op heterdaad wordt betrapt of juist het bewijs dat er een enorme lastercampagne is opgezet tegen deze kettingrokende roeptoeter die behalve de maffia ook de plaatselijke autoriteiten gedurig voor de voeten loopt?

‘De Snor’ verzet zich hevig tijdens zijn publieke ontmaskering, die hij voor een belangrijk deel toeschrijft aan Silvana Saguto, de rechter die zich sterk heeft gemaakt voor de stelselmatige onteigening van maffiabezit. Samen met haar halve familie komt ook zij in het vizier van openbare aanklagers vanwege mogelijke corruptie. Terwijl hun zaken voor de rechter komen, blijven de twee met modder naar elkaar gooien.

‘Als iemand graag neukt’, verzucht Pino Maniaci bijvoorbeeld vertwijfeld, wanneer zijn geheime maîtresse tegen hem in stelling is gebracht, ‘kan hij dan niet anti-maffia zijn?’ Daar valt natuurlijk weinig tegenin te brengen. Voor buitenstaanders is het echter lastig om alle ferme, elkaar tegensprekende statements in Vendetta op werkelijke waarde te schatten en in te passen binnen het grotere verhaal.

Want de serie zet weliswaar heel erg in op kleurrijke personages en couleur locale, maar verzuimt daarbij om van alle elementen ook een kernachtig, pakkend en overtuigend betoog te maken.

Fear City: New York Vs. The Mafia

Netflix

Bonanno, Colombo, Gambino, Genovese en Luchese. De namen spreken nog altijd tot de verbeelding. Ooit maakten deze vijf illustere maffiafamilies de dienst uit in New York. Ze waanden zich onaantastbaar. Tótdat de FBI begin jaren tachtig besloot om ‘the mob’ echt met wortel en tak uit te roeien – of op z’n minst een héél gevoelige slag toe te brengen. Niet alleen de soldaten en kapiteins zouden eraan moeten geloven, ook hun onverstoorbare bazen. Maar hoe grijp je mannen in de kraag, die er altijd voor zorgen dat ze zelf geen vuile handen maken?

In de driedelige docuserie Fear City: New York Vs. The Mafia (154 min.) reconstrueert Sam Hobkinson met voormalige mobsters, speciale agenten van de FBI én voormalig crimefighter Rudy Giuliani (die zelf tegenwoordig dienst doet als een soort consigliere van Donald Trump) hoe de maffia in de tweede helft van de twintigste eeuw als een parasiet vrijwel de gehele samenleving ziek had gemaakt en hoe politie en justitie zich vervolgens met afluisterapparatuur en informanten toegang probeerden te verschaffen tot de bedorven kern van die parasiet: de zogenaamde Commissie, bestaande uit de vijf familiebazen.

Spannend geënsceneerde en uitgelichte interviews met talloze direct betrokkenen, die graag nog eens terugblikken op hun rol in het kat- en muisspel, vormen de kern van dat relaas. Hobkinson, die eerder de witte boorden-thriller The Kleptocrats regisseerde, brengt deze gesprekken tot leven met een slimme combi van authentiek archiefmateriaal en nieuwe illustratiebeelden, bandopnamen van maffiose gesprekken, straffe vormgeving en dampende soul- en funkmuziek. Alsof die hele operatie, gericht op een stel volbloed gangsters die zo leken te zijn weggelopen uit The Godfather, Goodfellas of The Sopranos, toch ook een heel coole onderneming was.

Fear City wordt zo een levendige vertelling over de totale verwevenheid van onder- en bovenwereld in New York, waarbij zijdelings ook nog een zekere vastgoedman uit die stad komt bovendrijven, en de pogingen van enkele gedreven G-mannen om de hele boel te ontwarren, de betrokken georganiseerde misdaad-organisaties definitief te ontmantelen en de leiders ervan heen te zenden met een enkeltje gevangenis. Zo gemakkelijk gaven beruchte mannen van eer als Fat Tony, John Gotti en Big Paul Castellano zich echter niet gewonnen. Voordat ze zich voor de rechter hoefden te verantwoorden, was er al een maffia-oorlog uitgebroken.

Shooting The Mafia

Geen mens slaagde er overtuigender in om de gruwelen van La Cosa Nostra te vereeuwigen dan de inmiddels 84-jarige fotografe Letizia Battaglia. Met gevaar voor eigen leven maakte ze een indrukwekkende collectie zwart-wit foto’s, waar het bloed bijkans van afdruipt. Onontkoombare weerslagen van de decennia dat de Siciliaanse maffia onder leiding van illustere ‘mannen van eer’ als Luciano Liggio, Toto ‘Het Beest’ Riina en Bernardo Provenzano haar geboortegrond terroriseerde.

In Shooting The Mafia (93 min.) portretteert Kim Longinotto de vrouw achter de onverschrokken fotografe, die nog altijd getraumatiseerd is door de ellende die de plaatselijke georganiseerde misdaad over haar gemeenschap heeft uitgestort. Met als absoluut dieptepunt de moorden op de onderzoeksrechters Giovanni Falcone en Paolo Borsellino, begin jaren negentig, die elke vorm van hoop op een maffiavrij Italië de bodem insloegen. ‘Je kunt nooit meer helemaal gelukkig worden als je die horror doorstaan hebt’, zegt ze er zelf over.

Longinotto belicht daarnaast ook het turbulente persoonlijk leven van haar ferme protagoniste, die met de spreekwoordelijke filtersigaret tussen de vingers van de ene naar de andere (jongere) minnaar paradeerde. Dat rusteloze bestaan, van een iconische en uiteindelijk onbereikbare schoonheid, verbeeldt de filmmaakster met stijlvolle zwart-wit fragmenten uit Italiaanse speelfilms, die met weemoedig stemmende klassieke muziek zijn verfraaid. De optelsom is ook in dit geval meer dan de som der delen: een mooie en aangrijpende film. Over een symbool van menselijk verzet tegen een volledig onmenselijk systeem.