The Golden Spurtle

Bantam Film

Elk jaar staat Carrbridge, een dorp in de Schotse hooglanden, geheel in het teken van Porridge Day. Op ‘Papdag’ krijgen dertig deelnemers een half uur de tijd om hun beste havermoutpap te maken. Die wordt daarna blind beoordeeld. De zes beste papmakers strijden vervolgens in de finale om de wereldtitel, The Golden Spurtle (75 min.).

In zijn eigen werkplaats maakt hoofdorganisator Charlie Miller ‘spurtles’, de traditionele ronde roerstaven waarmee de pap wordt klaargemaakt. Als ‘The Chieftan of The Golden Spurtle’ gaat hij in 2023 z’n laatste jaar in. De koddige, welbespraakte Schot, die van het wereldkampioenschap zijn levenstaak heeft gemaakt, moet een tandje terugschakelen.

Daarmee is de uitgangspositie helder voor Constantine Costi’s kostelijke portret van een Schotse dorpsgemeenschap, het evenement waarmee die toeristen hoopt te trekken en de deelnemers daaraan, die vanuit Australië, Canada, Cyprus, Zimbabwe én Nederland zijn overgekomen voor een folkloristisch wedstrijdje pap maken.

Costi beziet de voorbereidingen in Carrbridge met een licht ironische blik, begeleidt die met Heel Holland Bakt!-achtige muziek en geeft intussen alle betrokken dorpelingen even hun momentje in de zon. Met deze Schotten creëert hij een onweerstaanbare feel good-docu, waarin ruimte is voor ieders mening, eigenaardigheden en lolletjes.

Tombolakoningin Jane Weston neemt de lootjes waarmee ze elk jaar leurt ooit mee haar graf in, stelt ze bijvoorbeeld lachend. Volgens hoofd afwas Barbara Kuwall lukt ’t best om al die aangekoekte pannen schoon te krijgen. En oud-wereldkampioen Neil Robertson heeft zijn zege op z’n rechterarm laten tatoeëren: ‘world porridge champion 10.10.10.’

De deelnemers worden in Costi’s handen al even onweerstaanbaar. Voor de Engelse titelhouder Lisa Williams is meedoen door haar broze gezondheid belangrijker dan winnen. Terwijl de streberige Londenaar Nick Barnard na tien deelnames tot z’n eigen verbazing nog nooit heeft gewonnen. Daar moet nu maar eens verandering in komen.

Zij gaan het allebei afleggen tegen oud-wereldkampioen Ian Bishop, die na jaren afwezigheid zijn rentree maakt tijdens deze editie van Heel Schotland Papt! Hij is de gedoodverfde favoriet. Althans: volgens zichzelf. Samen maken zij, ondanks de verplichte Schotse regen, van The Golden Spurle in elk geval een ontzéttend leuke film. 

En daar lusten we wel… gaat ie ‘m maken? nee toch? jawel hoor!…. pap van. Porridge, om precies te zijn.

Geluif In ’t Goeje

Docmakers

Het Draaksteken in het Limburgse dorp Beesel. Typisch een onderwerp voor documentairemaker Hans Heijnen, zou je zeggen. Geluif In ’t Goeje (93 min.), de film over ‘het grootste openlucht-theaterspektakel van Nederland’ dat elke zeven jaar wordt opgevoerd in het plaatselijke kasteel Nieuwenbroek, is evenwel een productie van Suzanne Raes (Dicht Bij VermeerDe Dijk – Hou Me Vast en Where Dragons Live). Heijnen heeft twee jaar geleden overigens een vergelijkbare docu gemaakt over een Limburgse openluchtvoorstelling, De Passiespelen: Het Kruis Van Tegelen.

Raes start haar film twee jaar voor de uitvoering van het Draaksteken in 2023. Frans Pollux heeft een script geschreven, waarin ’t ditmaal de koning zelf is die de draak heeft gecreëerd – als een metafoor voor de verleidingskracht van de macht. Diverse dorpelingen hopen kans te maken op een hoofdrol en studeren thuis hun tekst in. Tijdens audities bepaalt het driemanschap Theo Geraets, Huub Geerlings en Frank Rous, dat gezamenlijk de regie voert over de groots opgezette voorstelling, vervolgens wie voor welke rol in aanmerking komt in deze epische strijd tussen goed en kwaad.

Dit is een delicate taak, met de nodige gevoeligheden. Kan prinses Aja bijvoorbeeld ook eens gespeeld worden door een wat oudere actrice? vraagt Victorine Mégard zich af. Of kiezen ze toch weer gewoon voor het mooiste meisje van het stel? Verder heeft René Beurskens eigenlijk een stoere rol voor zichzelf in gedachten. De regisseurs vinden alleen niet dat hij die in zich heeft. Beurskens is volgens hen meer geschikt voor een ‘komische noot’. Met alle respect voor René, constateert Geerlings over zijn dorpsgenoot. Hij heeft nu eenmaal de trekjes van hoe hij geaard is.

Elders in het dorp wordt er gebouwd aan een draak. In totaal zijn zo’n achthonderd vrijwilligers betrokken bij de theatervoorstelling, op een gemeenschap van in totaal 2500 zielen die verder al een tijdje te kampen heeft met krimp. Ontmoetingsplekken zoals de buurtwinkel, pinautomaat en trouwzaal zijn inmiddels verdwenen en de plaatselijke bakker is nog maar drie dagen per week open. Een activiteit zoals het Draaksteken zorgt voor sociale cohesie. Iedereen waakt er dan wel voor dat de verhoudingen goed blijven. Want, zoals één van de acteurs opmerkt, ze moeten straks samen verder.

Terwijl het gewone leven in Beesel ook gewoon doorgaat – een huwelijk, sterfgeval en zwangerschap bijvoorbeeld – krijgt die voorstelling steeds meer vorm en schildert Raes en passant het dorp dat daarmee elke zeven jaar boven zichzelf uitstijgt. Via een uitgelezen verzameling personages, die een inkijkje geven in hun dagelijks leven en in dialect hun verhaal doen, toont ze een gemeenschap, waarin mensen nog echt samen proberen te leven – al gaat dat ook in Beesel niet altijd van harte of vanzelf. De draak geeft hen nochtans de kans om, zelf en met anderen, eens goed in de spiegel te kijken.

Geluif In ’t Goeje ziet er ondertussen fraai uit, wordt zeer vaardig verteld en is vermoedelijk ook nét iets scherper dan Hans Heijnen ‘t zou hebben aangepakt. Nét iets minder van binnenuit verteld, nét iets meer met de blik van een buitenstaander. Nét iets minder chauvinisme en nostalgie ook en nét iets meer oog voor de bekrompenheid en het ongemak. Zónder overigens dat dit, op de hobbelige weg naar een slechte generale en hopelijk een ‘goeje’ finale, op een ongemakkelijke manier de overhand krijgt of het Draaksteken zelf in de weg gaat zitten.

Aftershock: Everest And The Nepal Earthquake

Netflix

Een dag eerder, op vrijdag 24 april 2015, is er in het klooster van het Himalaya-dorp Langtang nog een ‘ghewa’ gehouden, een boeddhistisch ritueel voor een overleden inwoner. ‘De hele gemeenschap was bijeen’, vertelt de dorpeling Jhangbu, die niet veel later zijn hele hebben en houwen kwijt zal raken. ‘We chantren mantra’s en dansten. We dansten tot de volgende middag. Dat was de laatste ghewa.’

Het zal zelfs de allerlaatste activiteit in het Nepalese dorp ooit worden. Want op zaterdag 25 april slaat het noodlot toe, in de vorm van de heftigste aardbeving in tachtig jaar. Die zorgt tevens voor een ongekende ravage, massale paniek en bijna negenduizend doden in Kathmandu en omgeving. En ook westerse klimmers op de Mount Everest worden er volledig door overvallen. Zij zien de dood letterlijk in de ogen als ze volledig afgesloten raken van de bewoonde wereld.

In de driedelige docuserie Aftershock: Everest And The Nepal Earthquake (149 min.) kijken stedelingen, dorpsbewoners, buitenlandse toeristen, sjerpa’s, professionele klimmers en hulpverleners terug op hoe ze na de ramp, beducht voor naschokken en verraderlijke lawines, zichzelf en anderen in veiligheid proberen te brengen. Regisseur Olly Lambert kan daarbij tevens terugvallen op foto’s en filmbeelden die zij voor, tijdens en na de beving hebben gemaakt.

Daarbij springt de miraculeuze redding van Pemba Tamang, een achttienjarige jongen die vijf dagen onder het puin heeft gelegen, natuurlijk in het oog. Dit is echter niet louter een verhaal van opoffering, mededogen en solidariteit. Nadat enkele Israëlische toeristen geld blijken te hebben meegenomen van een overleden inwoner van Langtang komen de verhoudingen met de plaatselijke bevolking bijvoorbeeld op scherp te staan. Die betichten hen van diefstal en het ontheiligen van de doden.

En ook de manier waarop andere westerse bergbeklimmers tijdens de reddingsacties een bevoorrechte positie proberen te claimen, stuit menigeen ter plaatse tegen de borst. Het pleit voor Lambert dat hij in deze gedegen reconstructie ook de lelijke kanten van de mens laat zien. Zodat Aftershock niet blijft steken op het niveau van een gladgestreken ode aan het menselijke uithoudings- en doorzettingsvermogen in barre tijden en de dodelijke slachtoffers die desondanks zijn gevallen.