Colonia Dignidad: Una Secta Alemana En Chile

Netflix

Al vóórdat de Duitse christelijke gemeenschap in 1961 aankwam in z’n nieuwe thuisbasis Chili, waren er beschuldigingen van seksueel misbruik tegen leidsman Paul Schäfer. Hij zou zich in eigen land hebben vergrepen aan enkele kinderen. Daarom had het voormalige lid van de Hitlerjugend ook elders zijn heil moeten zoeken. In het Zuid-Amerikaanse land stichtte Schäfer Colonia Dignidad: Una Secta Alemana En Chile (312 min.), waarbij hij ruim dertig jaar als een despoot heerste en ook zijn eigen jeugdbeweging kon starten, Villa Baviera.

‘Hij was een pathologische leugenaar’, zegt voormalig volgeling Ida Gatz. ‘Een oplichter. En een rattenvanger van Hamelen.’ Die kwalificaties, door meerdere oud-kolonisten onderschreven, contrasteren nogal met de idyllische beelden die destijds in Schäfers opdracht werden gemaakt van zijn gemeenschap: zingende, dansende of houthakkende sekteleden in lederhosen, hemels samenzingende koren en Florence Nightingale-achtige verpleegsters die zich over plaatselijke kinderen ontfermden. Propaganda van de bovenste plank.

Schäfer zelf bleef overigens het liefst buiten beeld. Alsof hij eigenlijk ook wel wist dat wie hij was of wat hij deed het daglicht niet kon verdragen. Van zijn blaffende Duits, dat onvermijdelijk aan die andere Germaanse leider doet denken, is wel meer dan genoeg audio bewaard gebleven. Dat verraadt de ware aard van de man, die gaandeweg een echt schrikbewind begon te voeren in de sekte. Het werd een pedofielenparadijs, vertelt een vroegere kolonist. Een ander begint meteen over de zogenaamde ‘Kartoffelkeller’, een martelplek waar heel wat bloed zou vloeien.

Deze zesdelige serie van Wilfried Huismann en Annette Baumeister verbindt de ontwikkeling van Schäfers geesteskind nadrukkelijk met de woelige politieke historie van Chili, dat eerst in 1970 de socialist Salvador Allende tot president verkoos en enkele jaren later een militaire staatsgreep te verduren kreeg, waardoor Augusto Pinochet aan de macht kwam. Die wist Schäfer, en daarmee ook diens volgelingen, steevast aan zijn zijde. Colonia Dignidad ontwikkelde zich tot een gewillig werktuig van Pinochets dictatuur.

Deze duistere geschiedenis, inclusief structureel seksueel misbruik, wordt met krachtige getuigenissen van direct betrokkenen, slachtoffers of een combinatie van beiden en bijzonder sprekend archiefmateriaal gedetailleerd opgeroepen. Zodat de volle omvang van Paul Schäfers perverse regime wordt geopenbaard.

In de naargeestige documentaire Songs Of Repression kijken voormalige leden van Colonia Dignidad op hun jaren binnen de gemeenschap en bedenken ze bovendien hoe de toekomst van Villa Barbiera eruit zou kunnen zien.

Assassins

Het tafereel op het vliegveld van Kuala Lumpur is zo bizar dat geen thrillerschrijver ermee zou wegkomen…

Een Aziatische man wordt op 14 februari 2017, rond negen uur ‘s ochtends, van achteren benaderd door twee jonge vrouwen. Ze leggen hun handen voor zijn ogen en lijken tegelijkertijd iets op zijn gezicht te smeren. Beveiligingscamera’s leggen vervolgens vast hoe de vrouwen zich, ogenschijnlijk opgetogen, uit de voeten maken. De man legt intussen aan de politie uit wat er is gebeurd. Terwijl hij samen met agenten naar een hulppost wandelt, begint hij met een been te trekken. Lopen gaat al snel steeds moeilijker.

Binnen een uur is de man dood. Slachtoffer van VX-zenuwgas. Hij wordt op een brancard afgevoerd. Het is Kim Jong-nam, de halfbroer van de Noord-Koreaanse dictator King Jong-un. Als oudste zoon was hij ooit de beoogde opvolger van hun vader Kim Jong-il. Toen die in 2011 overleed, werd de scepter echter overgedragen aan die andere nazaat Kim Jong-un. Die stelt sindsdien alles in het werk om de absolute macht naar zich toe te trekken en schroomt daarbij niet om mensen die zijn positie zouden kunnen bedreigen uit de weg te ruimen.

Na Kim Jong-nams dood zijn de Assassins (104 min.) snel gevonden: Siti Aisyah en Doan Thi Huong. Het leidt geen twijfel dat deze twee jonge vrouwen, uit respectievelijk Indonesië en Vietnam, daadwerkelijk de dood van Kim Jong-nam, van wie wordt vermoed dat hij als informant werkte voor de CIA, hebben veroorzaakt. Maar wat was hun oogmerk? Hebben ze zich welbewust laten inzetten als werktuig in een complot van het moorddadige Noord-Koreaanse regime? Of zijn ze toch – hoe ongelofelijk dat ook klinkt – erin geluisd toen ze dachten te participeren in een ‘prank video’, waarbij een onbekende voor de camera bij de neus zou worden genomen?

Regisseur Ryan White belicht het misdrijf vanuit het perspectief van de twee vrouwen en hun advocatenteams, aangevuld met de goed ingevoerde Maleisische journalist Hadi Azmi. Hij plaatst de gebeurtenissen bovendien overtuigend binnen de campagne van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un om zijn schrikbewind te bestendigen. Het resultaat is een spannende docuthriller, die van het ongeloofwaardige uitgangspunt uiteindelijk toch een aannemelijk scenario maakt en die, voor de zoveelste keer, het angstaanjagende karakter van de totalitaire staat Noord-Korea aan de kaak stelt.

Mugabe And The White African

Dogwoof

Ooit is ook hij onthaald als één van de leiders van het nieuwe Afrika. Robert Mugabe, sinds 1980 president van Zimbabwe, de voormalige Britse kolonie Rhodesië. Hij begon als een gematigde leider, maar ontwikkelde zich snel tot een typische autocraat. Ten tijde van de documentaire Mugabe And The White African (88 min.) van Lucy Bailey en Andrew Thompson uit 2009 is de man al afgegleden tot leuzen als ‘Zimbabwe voor de Zimbabwanen’. Daarmee bedoelt hij natuurlijk niet alle Zimbabwanen. Alleen de zwarte.

Één klein probleem: het land heeft ook nogal wat witte inwoners. Wat Mugabe bepleit, is dus niets minder dan een soort omgekeerde Apartheid. Alleen zijn het nu geen arme zwarten die worden geslachtofferd, maar blanke landeigenaren zoals Mike Campbell. Hij woont sinds 1974 op zijn boerderij Mount Carmel, maar dreigt die door Mugabes landhervorming – noem die gerust onteigening – kwijt te raken. Dat is het startpunt van deze uiterst beklemmende documentaire.

‘Ik kan nergens anders heen en ik ben niks anders. Geen Engelsman, Amerikaan of Australiër’, stelt Campbell. ‘Ik ben nu eenmaal blank, dus ben ik een blanke Afrikaan.’ Zijn – zwarte – advocate Elize Angula vult aan: ‘Ze willen de boeren weg hebben. Ze zeggen dat ze geen Zimbabwanen zijn. Dat is racistisch.’ En dus wenden de onverstoorbare Campbell, zijn moedige schoonzoon Ben Freeth (die regelmatig ook zelf de camera ter hand neemt) en hun juridische team zich tot de rechter voor een zaak tegen de regering.

Intussen meldt de nieuwe eigenaar zich alvast bij de boerderij van de Campbells. Het is een neef van één van Mugabes ministers. ‘Dit land wordt nooit meer een kolonie’, bijt hij de eigenaars toe tijdens een felle woordenwisseling. Of Campbell en de zijnen direct het land willen verlaten. De man oogt niet bepaald als een agrariër in spe. Even later laat een advocaat van de Campbells een lijst met nieuwe eigenaren van witte boerderijen zien: stuk voor stuk hebben ze een band met Mugabe, z’n regime of zijn politieke partij.

Mugabe And The White African, bekroond met een British Independent Film Award, lijkt een moderne variant op David & Goliath; de trotse Mike Campbell en zijn schoonzoon tegenover een veelkoppige vijand die zijn toevlucht zoekt tot traineren, intimideren en uiteindelijk ook bot geweld. Dat resulteert in een duistere, enerverende documentaire, verteld vanuit het perspectief van de twee witte boeren. Waarbij de vraag of die zwarte afgunst – even los van de rol van Mugabe en zijn trawanten daarin – wellicht ook gerechtvaardigd is, onbeantwoord blijft.

Hoe het na deze heroïsche strijd verder ging met Campbell en Freeth is hier te lezen.

General Idi Amin Dada: A Self Portrait


Donald Trump heeft er inmiddels een goed gebruik van gemaakt om z’n kabinetsleden op te dragen om hem in het openbaar op te vrijen (waarbij vicepresident Mike Pence zich intussen heeft laten kennen als de ultieme ‘right hand man’). Zou Trump dat hebben afgekeken van een andere megalomane leider, die in de jaren zeventig voortdurend opzichtig naar liefde en aandacht hunkerde? Enter Idi Amin.

De Oegandese dictator gebruikt de camera van regisseur Barbet Schroeder in de documentaire General Idi Amin Dada: A Self-Portrait (90 min.) uit 1974 welbewust om zijn eigen positie te bestendigen. In een legendarische scène veegt hij bijvoorbeeld zijn ministers de mantel uit en laat hen de meest banale bevelen (‘you must teach the people to love their leader’) opschrijven als ware het diepere levenswijsheden.

Niet veel later wordt een van hen aangetroffen in de Nijl. Zover had het overigens niet hoeven te komen. Voor hetzelfde geld was hij ‘gewoon’ opgegeten door krokodillen, een veel beproefde methode van Amin om politieke tegenstanders – of gewoon lastige mensen, mensen die hem ooit tegenspraken of mensen die hem even vreemd aankeken – uit de weg te ruimen.

‘De Slachter van Afrika’ is ook niet vies van een provocerende uitspraak. Of hij werkelijk ooit heeft gezegd dat Hitler tijdens de oorlog te weinig Joden heeft gedood?, wil Barbet Schroeder weten. Idi Amin begint onbedaarlijk te lachen. ‘Waarom vraag je me naar Hitler? Hitlers probleem is dat hij nu verleden tijd is.’ Waarna hij doodgemoedereerd een U-bocht maakt naar een wazig betoog over toekomstige generaties van zijn land.

De voormalige Oegandese opperbaas maakt een opgeruimde, bijna jolige indruk in deze boeiende, maar voor hedendaagse ogen soms ook wat trage film. Altijd in voor een gebbetje. Met een warm woord voor de vele wilde dieren in Oeganda: olifanten, leeuwen, nijlpaarden en die ene logge, valse beer, genaamd Idi. En: moeiteloos luchtige deuntjes uit zijn mouw schuddend. Op zijn accordeon componeerde hij zelfs hoogstpersoonlijk de soundtrack voor dit bepaald niet altijd vleiende portret.

Als je niet beter zou weten – en de berg lijken, zo’n 300.000, die hij na zijn gedwongen retraite achterliet even probeert te vergeten – zou je hem bijna verslijten voor een Afrikaanse variant op de onomstreden leider van De Tegenpartij, waarbij alles altijd net iets rottiger uit zijn mond komt dan hij het eigenlijk bedoelt. Een gevoel dat je ook bij Trump kan bekruipen. Totdat je nog eens goed kijkt…