Hollywood On Trial

Kanopy

Bent u nu lid, of bent u in het verleden ooit lid geweest, van de Communistische Partij? De vraag zelf is bedoeld als beschuldiging – of de ondervraagde er nu (bevestigend) op antwoordt of niet. Erg veel kans daartoe krijgt ie overigens ook niet. De vragensteller hamert de respons direct af als die hem niet bevalt.

De House Committee Of Un-American Activities (HUAC) is in 1947 communistische infiltratie van Hollywood op het spoor en roept in dat kader allerlei vertegenwoordigers van de Amerikaanse filmindustrie op als getuige en/of verdachte. Enkele principiële regisseurs, acteurs en scenarioschrijvers, die bekend zullen komen te staan als de Hollywood Ten, zijn er in het begin nog van overtuigd dat ze kunnen aantonen dat de uitgangspunten van deze congrescommissie niet stroken met de grondwet. Sterker: dat het on-Amerikaans is om zo iemands persoonlijke overtuigingen te attaqueren.

Zij zullen echter van een koude kermis thuiskomen. Terwijl de Verenigde Staten alsmaar meer in de ban raken van de Koude Oorlog wordt elke vorm van rede terzijde geschoven. Die linkse filmbusiness moet keihard aangepakt worden. Een heksenjacht is aanstaande. Alles wat naar communisme riekt wordt kaltgestellt. De jacht op het rode gevaar zal enkele jaren later zelfs nog een inktzwarte reprise krijgen onder leiding van een nietsontziende communistenjager, de Republikeinse senator Joe McCarthy. Terwijl de Hollywood Ten excessen zoals het McCarthyisme juist had willen voorkomen.

In de voor een Oscar genomineerde documentaire Hollywood On Trial (102 min.) uit 1976 kijkt David Helpern Jr. samen met enkele hoofdrolspelers terug op deze periode, die hun leven en loopbaan volledig heeft ontwricht. Voor menigeen wacht na HUAC de zwarte lijst en gevangenis. De scenaristen Jack Howard Lawson en Dalton Trumbo worden bijvoorbeeld veroordeeld voor minachting van het Amerikaanse congres. ‘Wat mij betreft was dat een volkomen terecht vonnis’, stelt Trumbo bijna dertig jaar later. ‘Ik had niets dan minachting voor het congres. En dat is sindsdien niet meer veranderd.’

De congrescommissie dwingt Hollywood op de knieën. Filmbonzen zoals Louis B. Mayer, Walt Disney en Jack Warner participeren deemoedig in de hoorzittingen. En de acteurs Gary Cooper, Robert Taylor en de latere president Ronald Reagan, destijds voorzitter van de Screen Actors Guild, schuiven eveneens aan bij HUAC, waar natuurlijk ook FBI-directeur J. Edgar Hoover, die achter elke boom een communist ziet, een duit in het zakje komt doen. En zij die in de beklaagdenbank belanden, worden voor een eenvoudige keuze gesteld: zwijgen en op de blaren zitten of spreken en anderen erbij lappen.

Hoewel de film, waarvoor Hollywood-regisseur John Huston als verteller fungeert, inmiddels een halve eeuw oud is en gebeurtenissen belicht die zich zelfs bijna tachtig jaar geleden hebben voorgedaan, is het niet moeilijk om parallellen met het heden te zien. Dit besmette verleden leert dat het publiekelijk aan de schandpaal nagelen van prominente andersdenkenden onvermijdelijk ook anderen monddood maakt – en dat het heel lang duurt voordat de maatschappelijke schade daarvan is gerepareerd. Los nog van de schade die de openbaar aangeklaagden individueel is toegebracht.

The Dark Money Game

HBO Max

In het verontrustende tweeluik The Dark Money Game gaat Alex Gibney ‘Citizens United’ te lijf. De zeer kwestieuze beslissing van het Amerikaanse hooggerechtshof uit 2010 geeft bedrijven de mogelijkheid om ongelimiteerd geld te steken in partijen of politici. En dit mogen en kunnen ze nog geheim houden ook. Dat is, niet alleen volgens Gibney overigens, vragen om ‘pay-to-play’. Ofwel: omkoping. Hij verwijst daarbij naar een pijnlijke statistiek: in negentig procent van de Amerikaanse congresverkiezingen wint de kandidaat die het meeste geld uitgaf.

In twee delen levert de befaamde Amerikaanse documentairemaker vervolgens het bewijsmateriaal voor het corrumperende effect van al dat duistere geld. Ohio Confidential (115 min.) start bij de lobbyist Neil Clark, die in 2021 overlijdt door een schotwond aan het hoofd. Clark is betrokken geraakt bij een groot corruptieschandaal en heeft zichzelf ernstig in de nesten gewerkt. Uit geluidsopnames, die in handen zijn gekomen van openbaar aanklagers, valt af te leiden dat hij een sleutelrol heeft gespeeld in een smeergeldaffaire waarmee maar liefst 61 miljoen dollar was gemoeid.

Larry Householder, de Republikeinse voorzitter van het Huis van Afgevaardigden in Ohio en een contact van Clark, zou er een zeer dubieuze schone lucht-wet doorheen hebben gedrukt. House Bill 6 leverde de energieleverancier FirstEnergy een enorme smak gemeenschapsgeld op. En laat dat bedrijf nu net ervoor hebben gezorgd dat Householder überhaupt werd gekozen tot voorzitter. Als House Bill 6 toch weer ter discussie lijkt te worden gesteld, slaan de twee stiekeme partners de handen ineen, om hun tegenstanders een loer te draaien. Onder het motto: Fuck Anybody Who Aint Us.

Na deze ontluisterende case study gaat deel 2, Wealth Of The Wicked (115 min.), verder op de ingeslagen weg. Het is tijd om uit te zoomen. ‘Omkoping vind je overal ter wereld’, constateert Gibney bij de start, ‘maar alleen in Amerika maakten we het legaal.’ Dat gebeurde volgens hem niet zomaar. ‘Het was een zorgvuldig uitgevoerd project, gerealiseerd door een onzalig verbond van rijke zakenmannen en religieuze extremisten die besloten dat het woord van God hetzelfde klonk als het geluid van geld’, vervolgt hij met die karakteristieke stem, die onderkoeld de vinger op de zere plek legt.

Daarna gaat hij te rade bij Jane Mayer, de journaliste die in 2016 het invloedrijke boek Dark Money uitbracht, over hoe het grote geld de Amerikaanse democratie heeft ontwricht. Zij gaan samen terug naar de oorsprong, naar hoe bedrijven zich in de jaren zeventig begonnen te verzetten tegen de alsmaar toenemende macht van gewone burgers, wetten rond campagnefinanciering onderuit gingen halen en hun krachten bundelden met de kerk. Van daaruit ontstond vervolgens de pro-life movement, de slim genaamde anti-abortus beweging. Wie kon er immers tégen het leven zijn?

‘De rijkdom van de zondaar is weggelegd voor de rechtvaardige’, parafraseert de conservatieve geestelijk leider Rob Schenck een Bijbelvers. ‘Waarom niet? Laten we het geld van de miljardair dopen.’ James Bopp wordt de voornaamste jurist van dat verbond tussen God en Geld. Hij verzet zich tegen begrenzing van de hoeveelheid geld in de politiek, want dat zou een inperking van de vrijheid van meningsuiting inhouden. Bopp wil dus ook de Campaign Finance Reform-wet van de Democratische senator Russ Feingold en zijn inmiddels overleden Republikeinse collega McCain uit 2001 ontmantelen.

Citizens United markeert in 2010 een belangrijk keerpunt in de verwording van de Amerikaanse democratie, zes jaar later gevolgd door de verkiezing van Donald Trump tot president. Daarmee is de basis gelegd voor een smeergeldcultuur zonder weerga, toont Alex Gibney overtuigend aan in deze verpletterende exegese van een onvervalste pay-to-play natie. De belichaming daarvan is de ‘herkerstening’ van het hooggerechtshof, dat in 2019 natuurlijk levert voor zijn religieuze donateurs: het federale recht op abortus wordt op de brandstapel gegooid. En ook ‘big business’ telt z’n zegeningen.

No Céu Da Pátria Nesse Instante

IDFA

Deze film begint met een Braziliaanse vrouw die Sandra Kogut meermaals indringend vraagt of ze misschien een linkse filmmaker is. Want: als je voor die rooien bent, haak ik af. En de documentaire eindigt met een Bolsonaro-supporter die diezelfde filmmaakster, na een stekelig vraag- en antwoordspel over vermeende fraude tijdens de presidentsverkiezingen van 2022, afgemeten toevoegt: ‘Het lijkt alsof jij in het ene Brazilië woont en ik in een totaal ander land.’

Tussendoor houdt Kogut in de documentaire No Céu Da Pátria Nesse Instante (Engelse titel: At This Moment, In The Nation’s Sky, 105 min.), vernoemd naar een zinsnede uit het Braziliaanse volkslied, haar mening zoveel mogelijk buiten de film – ook al is duidelijk met welke kant zij wordt geassocieerd. Bij die verkiezingen neemt de linkse kandidaat Lula ’t op tegen de zittende president van zeer rechtse signatuur, Jair Bolsonaro. Rood versus de landskleuren geel en groen, geclaimd door Bolsonaro’s partij.

Hun aanhangers leven – zo blijkt steeds weer in deze observerende film – in een totaal andere werkelijkheid. ‘Kunnen we Brazilië niet gewoon opsplitsen?’ vraagt een Bolsonaro-aanhanger zich dan ook hardop af als de spanningen over de uitslag oplopen. Een vraag die ook sommige gefrustreerde Amerikaanse, Britse of, ja, Nederlandse kiezers zichzelf vast wel eens hebben gesteld. Van politieke opponent is de tegenpartij verworden tot een vijand, die met alle mogelijke middelen moet worden bestreden.

Terwijl Petra Costa diezelfde Braziliaanse verkiezingen gebruikt om in haar documentaire Apocalipse Nos Trópicos (2024) het grotere verhaal van het christelijk nationalisme in Brazilië uit te diepen, daalt Kogut juist af naar de basis: de gewone aanhangers van beide zijden, campagnevrijwilligers en verkiezingsfunctionarissen. Zij staan op dit cruciale ogenblik in de moderne Braziliaanse geschiedenis met hun poten in de modder en ervaren hoe de vijandigheden tussen rood en geel-groen steeds verder escaleren.

Het heeft de documentairemaakster heel wat kruim gekost om landgenoten te vinden die in de aanloop naar de verkiezingen hun ervaringen wilden delen. Zeker de achterban van Bolsonaro staat zeer wantrouwend tegenover journalisten, die beschouwd als verspreiders van nepnieuws. Voor hen lijkt ook alles geoorloofd om te winnen. Bij religieuze Bolsonaro-supporters wordt er bijvoorbeeld gebeden als de uitslag in hun nadeel dreigt uit te vallen. ‘Ik hoop nog steeds dat het leger ’t overneemt’, zegt één van hen.

Te midden van al het strijdgewoel houdt een straatverkoper op een scorebord nauwkeurig bij van wie hij het meeste shirts en vlaggen verkoopt: Bolsonaro of Lula. Met enige goede wil zou je het een geruststellend beeld kunnen noemen: terwijl de man geen geheim maakt van zijn eigen voorkeur – van Lula moet hij niets hebben – mag dat niet in de weg staan van zijn business. Zulk pragmatisme, hoe aards ook het motief, kan Brazilië getuige deze onstuimige verkiezingsfilm wel gebruiken, zou je zeggen.

The Insurrectionist Next Door

HBO Max

‘Ging je naar het Capitool om mijn moeder te vermoorden?’ De toon van de vraag – direct en ogenschijnlijk onbekommerd – is uit duizenden herkenbaar sinds haar eerste documentaire, de verrukkelijke roadmovie Journeys With George (2002) over de Republikeinse president George W. Bush. En de inhoud ervan, afgevuurd vanachter haar eigen camera, refereert dan weer rechtstreeks aan haar vorige film Pelosi In The House (2022), een portret van haar eigen moeder, het Democratische congreslid Nancy Pelosi.

Ditmaal richt documentairemaakster Alexandra Pelosi, tevens de echtgenote van de bekende Nederlandse Amerika-deskundige Michiel Vos, zich op de Amerikanen die op 6 januari 2021, na de verkiezingsnederlaag van hun held Donald Trump, het Capitool bestormden en ‘t daarbij ook specifiek gemunt hadden op haar moeder. Ze wil weten wat er omging en –gaat in ‘de doorsnee-opstandeling’. In The Insurrectionist Next Door (72 min.) vuurt ze, ogenschijnlijk feller dan ooit, haar vragen af op deze ‘Jan Sixers’.

Hoe voelt het om terug te zijn in Washington D.C.? Waar had je die gevechtsuitrusting vandaan? Dus je pronkt met je MAGA-tatoeage en je Trump-sokken? Hoe kom je aan het stempel witte racist? Dus omdat je gedumpt werd door een hoertje, werd je christelijk-conservatief? Acht maanden in de cel en je bent nog steeds een overtuigde volgeling van de Trump-sekte? Probeer je me nu te vertellen dat de Proud Boys geen haatgroep vormen? Was je een beetje gehersenspoeld door Trump? Sta je nog steeds achter wat je hebt gedaan?

De antwoorden klinken doorgaans voorspelbaar: zonder ook maar een sikkepitje spijt. De verhalen van de mensen achter al die boutades ook: een lastige jeugd, geweld, verslavingsproblematiek, psychische problemen en celstraf. Pelosi’s gesprekspartners hebben een achtergrond als (homoseksuele) veteraan, bajesklant, pornoacteur of showworstelaar. En los van elkaar, in hun eigen omgeving, ogen ze meestal niet heel erg gevaarlijk – en lijken ze soms zelfs ook gewoon aardig en redelijk. Totdat vanachter de façade hun ware gezicht tevoorschijn komt.

‘Speel eens een liedje dat geschikt is voor kinderen’, zegt ze tegen gangsterrapper Billy Knutson. Die laat een nummer horen. ‘If I say ’Fuck’, you say ‘Biden’, klinkt ‘t al snel.  ‘Fuck Joe. Biden. Fuck Joe. Biden.’ ‘Nu moet je even je oren dichthouden’, waarschuwt Knutson en geeft zelf het voorbeeld. ‘I fuckin’ hate Nancy Pelosi. I hate the bitch, but I would fuck AOC.’ Waarom heb je zo’n hekel aan mijn moeder? wil Alexandra Pelosi weten. Knutson zoekt een uitweg: ‘Volgens mij wordt er op de deur geklopt.’ Waarna inderdaad zijn vrouw en kinderen binnenkomen.

De filmmaakster heeft ook Emily Hernandez gestrikt voor een ontmoeting. Zij poseerde op 6 januari met een bord dat ze had gestolen uit het kantoor van Pelosi’s moeder Nancy. Vanaf dat moment zou het bergafwaarts gaan met de jonge, beïnvloedbare vrouw. Dat er voor Pelosi persoonlijk heel wat op het spel staat geeft de film intussen beslist meerwaarde – al schetst een serie zoals Shadowland uiteindelijk een diepgaander beeld van deze lieden die uit de, zoals de door hen gehate Hillary Clinton ’t ooit formuleerde, ‘basket of deplorables’ zijn gevallen.

De meerwaarde van The Insurrectionist Next Door zit in de gesprekken tussen Amerikanen die ’t in vrijwel niets met elkaar eens zijn. Dit komt het best tot uiting tijdens Alexandra Pelosi’s ontmoeting met de toch wel heel aaibare complotdenker Johnny Harris. ‘Als je me voor gek zet, word ik boos op mezelf’, zegt hij. Waarna zij zelf het podium neemt. ‘Ik ga je niet voor gek zetten, want ik denk niet dat dat constructief is’, zegt Pelosi tegen Harris en daarmee ook meteen tegen haar eigen publiek. ‘We moeten naar elkaar luisteren en proberen elkaar te begrijpen.’

January 6th

Discovery+

Voor de gemiddelde Amerikaan behoeven datums zoals 4 juli, 7 december en 11 september geen nadere toelichting. De bijbehorende jaren denken ze er wel bij: 1776, 1941 en 2001. Net als hun betekenis: onafhankelijkheidsverklaring, Pearl Harbor en de terroristische aanslagen in New York. Twee jaar geleden kwam er een nieuwe datum bij: January 6th (153 min.) Het is waarschijnlijk nog te vroeg om te zeggen of de gebeurtenissen op die schokkende dag een aberratie, culminatie of inspiratie zijn geweest, maar het is vrij eenvoudig om te constateren dat de Amerikaanse politiek nog altijd wordt gedreven door 6 januari 2021.

Een jaar na dato zette Jamie Roberts de gebeurtenissen al eens op een rij in de huiveringwekkende documentaire Four Hours At The Capitol. Nu is er deze groots opgezette film van de Franse broers Jules en Gédéon Naudet (9/1113 Novembre: Fluctuat Nec Mergitur en Notre-Dame, Our Lady Of Paris), waarin de traumatische dag nog eens chronologisch wordt gereconstrueerd met ruim vijftig bronnen: Capitool-medewerkers, politieagenten, beveiligers, (foto)journalisten en politici, waaronder kopstukken zoals Liz Cheney, Adam Kinzinger en Nancy Pelosi (wiens sleutelrol op 6 januari tevens wordt belicht in de docu die haar dochter Alexandra onlangs afleverde: Pelosi In The House). Opvallend verder: (vrijwel) alleen Republikeinse uitzonderingen op de regel dat je beter geen afstand kunt nemen van Donald Trump. Én: geen oproerkraaiers (die Roberts nog wel uitgebreid aan het woord liet). De broers waren, volgens dit interview, geïnteresseerd in de slachtoffers van de bestorming, niet zozeer in de daders ervan.

Via inzooms naar en uitzooms van een digitale replica van het Capitoolgebouw schakelen de Naudets tussen de gebeurtenissen binnen, waar de verkiezingsuitslag moet worden gecertificeerd zodat de weg vrij is voor Joe Biden als nieuwe president, en buiten, waar Trump-aanhangers worden opgehitst en zich klaarmaken om het gebouw te bestormen. Die twee parallelle verhalen komen na ruim een half uur samen als de Republikein James Lankford aan zijn betoog tegen certificering begint. ‘In Amerika beslechten we onze meningsverschillen met verkiezingen’, stelt de senator uit Oklahoma tijdens een nog altijd onwerkelijke scène. ‘Maar wat als je de telling niet vertrouwt of bezorgd bent dat rechtbanken zaken afwijzen vlak nadat ze veel bewijsmateriaal hebben ontvangen?’ Op datzelfde moment wordt vicepresident Mike Pence door beveiligingsmedewerkers afgevoerd, waarna de voorzitter direct de zitting verdaagt. ‘Ze zijn in het gebouw’, fluistert iemand tegen Lankford. ‘Het ligt niet aan iets wat je zei.’

Een paar minuten later moeten met name Democratische politici, samen met hun beveiligers, rennen voor hun leven. ‘Ik bevond me binnen zeven meter van de opstandelingen’, vertelt senaatsleider Chuck Schumer bijvoorbeeld. ‘Uit tweede hand hoorde ik dat iemand wees en zei: we pakken die grote Jood.’ In het parlementsgebouw breekt paniek uit. ‘Terwijl iedereen met z’n geliefden praat voer ik eigenlijk een mentale strijd over of ik mijn kinderen moet bellen, zodat ze mijn stem kunnen horen en ik die van hen’, vertelt het Democratische congreslid Susan Wild geëmotioneerd. ‘Of bel ik ze niet op, omdat ik ze niet ongerust wil maken?’ Uiteindelijk heeft Wild geen keuze en wordt ze ook al snel uit de droom geholpen: thuis hebben ze de glasscherven allang gezien en de pistoolschoten gehoord. Intussen moet The Metropolitan Police Department, die de gebroeders Naudet opvallend veel toegang heeft gegeven, de ellende zien te bezweren. ‘We doen dit voor jullie’, zegt één van de relmakers tegen de Afro-Amerikaanse politieman Ray, die even daarvoor nog voor ‘nigger’ is uitgescholden. ‘Zwarte mensen zouden hier bij ons moeten zijn.’ Ray wil er niks van horen: ‘Je bent een verrader. Knoop dat in je oren terwijl je hier staat.’

Hoewel Four Hours At The Capitol, met alle lelijkheid van Trumps ontspoorde achterban, uiteindelijk toch een completer beeld geeft, brengt January 6th de dag waarop de Amerikaanse democratie op z’n grondvesten schudde toch weer heel dichtbij. En het is niet moeilijk om te zien hoe die nog altijd doorwerkt in de politieke verhoudingen van twee jaar later.

Pelosi In The House

Alexandra en Nancy Pelosi / HBO Max

‘Mam, waarom heb je dit leven gekozen?’ vraagt documentairemaakster Alexandra Pelosi bij de start van Pelosi In The House (109 min.) aan haar moeder. ‘Ik heb dit leven niet echt gekozen,’ antwoordt Nancy Pelosi, de Democratische leider in het Amerikaanse congres. ‘Het heeft mij gekozen.’

Daarvan is geen woord gelogen. Pelosi groeit op in een Democratisch gezin en krijgt politiek met de paplepel ingegoten. In 1987 wordt ze gekozen in het Huis van Afgevaardigden. Als ze twintig jaar later als eerste vrouw zelfs voorzitter wordt, verwelkomt de Republikeinse president George W. Bush (die in 2002 overigens door Alexandra werd geportretteerd in de campagnedocu Journeys With George) ‘madam speaker’ met een bijzonder gracieuze speech. In die functie zal ze een essentiële rol spelen in het door het parlement loodsen van de Affordable Care Act van de Democratische president Obama in 2010 en de verdediging daarvan in 2017 als diens Republikeinse opvolger Donald Trump de wet probeert te herroepen.

Zo staat Nancy Pelosi inmiddels ook bekend: als een begaafde politica, die het machtsspel als vrijwel geen ander in de vingers heeft. Een overlever ook, binnen een onvervalste mannenwereld die in de afgelopen decennia zienderogen is verhard. Haar dochter, getrouwd met de Nederlandse journalist Michiel Vos, probeert in deze observerende film de vrouw achter dat imago vandaan te halen, maar constateert al snel dat haar moeder een harde noot is om te kraken. Ook tegenover Alexandra blijft ze meestal in haar rol. Zelfs als die haar, nét voordat Donald Trumps State Of The Union-speech van 2020 begint, op kenmerkende jolige manier ‘je ziet er geweldig uit, schat!’ of ‘doe niets wat ik niet zou doen’ toeroept. Na die speech zal Pelosi overigens, voor het oog van de camera, met een uitgestreken gezicht Trumps speech verscheuren.

Het tumultueuze presidentschap van Trump, waarbij Nancy Pelosi zich opwerpt als diens voornaamste tegenspeler, vormt het hart van deze documentaire. Alexandra loopt met zevenmijlslaarzen door de jeugd en politieke opkomst van haar moeder, alsof die niet meer dan een aanloopje zijn geweest naar de cruciale rol die zij zal spelen als opponent van een man zonder ondergrens, voor wie alles geoorloofd is om te winnen. Met enkele privéscènes en achter de schermen-beelden van de mater familias van de Pelosi’s als politieke poppenspeler, bruggenbouwer of boevrouw werkt de documentairemaakster vervolgens toe naar de climax van deze film: 6 januari 2021, de dag waarop de Amerikaanse democratie serieus wankelt. Door Trump opgehitste bestormers van het Capitool gaan op zoek naar haar moeder en zij zelf staat met haar camera bovenop de actie.

Dit resulteert deze ‘Journeys With Nancy’ in enkele iconische scènes, waarin is te zien hoe speaker Pelosi als één van de weinigen het hoofd koel weet te houden op een dag dat het Amerikaanse politieke systeem dreigt te bezwijken onder bruut geweld. ‘Hoe kun je je ermee verzoenen dat er mensen zijn die je vanwege je werk willen vermoorden?’ wil Alexandra naderhand weten. Het is een vraag met een profetisch karakter. Als Nancy Pelosi anderhalf jaar later, op 17 november 2022, haar afscheid als leider van de Democratische congresleden aankondigt, is ze ook in haar privéleven geconfronteerd met die redeloze haat.

Een extreemrechtse complotdenker is enkele weken eerder haar huis binnengedrongen en heeft haar echtgenoot (en Alexandra’s vader) Paul Pelosi ernstig verwond. Deze schokkende aanslag komt echter alleen impliciet aan de orde in dit boeiende volgportret van een beeldbepalende Amerikaanse politica.

Gabby Giffords Won’t Back Down

Een krachtigere pleitbezorger voor strengere Amerikaanse wapenwetten is nauwelijks denkbaar. Op 8 januari 2011 overleefde Gabrielle Giffords als Democratisch congreslid voor de Amerikaanse staat Arizona een moordaanslag in Tucson – hoewel sommige media in eerste instantie meldden dat ze was overleden. Giffords liep wel ernstige hersenbeschadiging op, raakte deels verlamd, kampte met afasie, verloor een deel van haar gezichtsveld en moest helemaal opnieuw leren spreken.

Haar echtgenoot Mark Kelly, een voormalige astronaut die inmiddels namens de Democratische partij in de Amerikaanse senaat zit, besloot haar herstelproces vanaf het allereerste begin te filmen, omdat hij vermoedde dat zijn vrouw later beslist zou willen zien hoe ze er in die begindagen aan toe was. Ook al had zij er in eerste instantie helemaal geen idee van dat ze door ene Jared Lee Loughner, een man met ernstige psychische problemen, in het hoofd was geschoten.

Dat intieme beeldmateriaal, van een ambitieuze en begaafde vrouw die opnieuw moet leren hoe ze zichzelf kan zijn en die zich tegelijkertijd begint te realiseren dat ze nooit meer de oude wordt, is even schokkend als aangrijpend en vormt het hart van Gabby Giffords Won’t Back Down (98 min.), de nieuwe film van het linksige docuduo Julie Cohen en Betsy West (RBG en My Name Is Pauli Murray). Giffords stamelt, huilt of zingt zich naar de best mogelijke versie van zichzelf.

Een jaar na de moordaanslag ziet Gabrielle Giffords zich toch genoodzaakt om afscheid te nemen als volksvertegenwoordiger. De beelden van hoe zij, enkele seconden voordat ze haar vertrek bekend gaat maken, voor de camera oefent hoe ze bepaalde woorden het beste kan uitspreken is erg ontroerend. Hier zit een vrouw die de waarheid onder ogen ziet en daar consequenties aan heeft verbonden. Ze heeft daarnaast ook privé enorme offers moeten brengen door toedoen van die ene verwarde man.

Cohen en West zoomen in op Giffords’ voortijdig afgebroken politieke loopbaan, laten die (in jubeltermen) becommentariëren door medestanders en de toenmalige president Barack Obama en volgen haar als zij zich begint op te werpen als onvermoeibare strijder voor stringentere wapenwetgeving en drijvende kracht achter de politieke carrière van haar man Mark Kelly, die in zekere zin de gefnuikte ambities van zijn echtgenote probeert te verwezenlijken.

Net als in hun eerdere films sympathiseren de twee documentairemakers duidelijk met hun hoofdpersoon – een moedige en optimistische vrouw die letterlijk zingend door het leven lijkt te gaan, maar ook een politica in hart en nieren – en blijft elke vorm van scherpte of conflict achterwege. Deze degelijke en typisch Amerikaanse documentaire had zo’n kartelrandje eerlijk gezegd wel kunnen gebruiken.

Trump: Unprecedented

Discovery+

Tijdens de hoorzittingen van het Amerikaanse congres over de bestorming van het Capitool op 6 januari 2021 werd onlangs een explosieve nieuwe getuige gepresenteerd: documentairemaker Alex Holder. Hij bleek enkele maanden achter de schermen opnamen te hebben gemaakt bij de familie Trump tijdens de presidentscampagne van vader Donald, óók op die ene donkere dag waarop de Amerikaanse democratie dreigde te bezwijken voor intimidatie en geweld. Enkele weken later is er zowaar al de driedelige documentaireserie Trump: Unprecedented (148 min.).

‘President Trump, his family and advisors had no editorial control in the making of this series’, meldt Holder voor de zekerheid aan het begin van elke aflevering. Toch krijgt de Trump-clan (Donald, zijn kinderen Donald Jr., Eric en Ivanka en schoonzoon Jared Kushner) behoorlijk wat ruimte in wat al met al toch een tamelijk traditionele familiekroniek, verteld vanuit de tumultueuze campagne van 2020, is geworden. Waarbij de pater familias zo nu en dan een tablet in de handen krijgt gedrukt, om op beelden of uitspraken van zijn kroost te reageren.

Met kritische vragen valt Holder zijn hoofdpersonen, die hij tevens volgt bij politieke bijeenkomsten, verder niet lastig. Dat laat hij over aan enkele onafhankelijke kenners van de familie, die de mooi weer-verhalen van Donald en z’n kids in perspectief plaatsen. Zo ontstaat een gelaagd portret van het politieke familiebedrijf Trump, op smaak gebracht met een soundtrack die niet geheel toevallig refereert aan zowel House Of Cards als Succession. Het zou de documentairemaker alleen wel hebben gesierd als hij zijn subjecten ook persoonlijk het vuur aan de schenen had gelegd.

Het duurt uiteindelijk tot aflevering drie voordat de serie aanbelandt bij woensdag 6 januari 2021. Dan maakt ook vicepresident Mike Pence, de man die toen tot grote frustratie van de familie Trump de verkiezingsoverwinning van zijn Democratische tegenstrever Joe Biden certificeerde en daarna ternauwernood aan Trumps woedende aanhang kon ontsnappen, ineens zijn opwachting. Niet dat hij ook maar iets wil zeggen over de dag waarop zijn baas, die hij jarenlang door dik en dun heeft verdedigd, hem voor de leeuwen wierp. Net als de leden van het familiebedrijf trouwens.

Dat is een enigszins teleurstellende uitkomst voor een serie die de kijker eigenlijk ‘all access’ heeft beloofd. Zoals Trump: Unprecedented sowieso weinig nieuws heeft te melden over de dag waarop datzelfde bedrijf een vijandige overname van ‘Merica probeerde uit te voeren. Wat rest is een heel aardige zedenschets van een man/merk/familie die maar al te graag wil uitgroeien tot een politieke dynastie. Want of vader Donald zich in 2024 nu wel of niet kandidaat stelt voor het presidentschap, de Trump-clan gaat zich ongetwijfeld nog in de nodige politieke campagnes wagen.