American Symphony

Netflix

Op de dag dat bekend wordt dat hij voor zijn album We Are maar liefst elf Grammy-nominaties in de wacht heeft gesleept, start zij met een nieuwe Chemokuur. Na tien jaar in remissie is de kanker in het voorjaar van 2022 teruggekeerd in het leven van de Amerikaanse schrijfster Suleika Jaouad, die een populaire column (Life, Interrupted) heeft in The New York Times. Haar geliefde, muzikant Jon Batiste, is intussen populairder dan ooit. Hij werkt aan zijn eigen American Symphony (103 min.), die moet worden uitgevoerd in de befaamde Carnegie Hall te New York.

Die uitvoering is ook het logische eindstation van deze intieme film van Matthew Heineman, die het publieke en privéleven van Batiste, de multi-instrumentalist die alleen uit de muzikale smeltkroes New Orleans kan komen, steeds tegenover elkaar zet. Terwijl hij ergens op een podium de sterren van de hemel speelt, zijn kunstje doet als leider van de huisband van Stephen Colberts Late Show of voorbereidingen treft voor zijn ambitieuze muziekstuk, ondergaat Suleika een beenmergtransplantatie die haar leukemie tot staan moet brengen.

Heineman, die eerder in The Boy From Medellin (2021) de Colombiaanse reggaeton-ster José Alvaro Osorio Balvin portretteerde, zit zijn hoofdpersoon zeer dicht op de huid en vangt zo de mens achter de showman én de momenten waarop die twee elkaar ontmoeten. In een geweldige scène draagt Jon Batiste tijdens een concert bijvoorbeeld eerst een nummer op aan Suleika en laat dan een lange, oorverdovende stilte vallen, alvorens met alles wat hij heeft toch op z’n piano aan te vallen. Alsof haar leven – en daarmee ook het zijne – van afhangt.

Vreugde en verdriet zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden in dit dubbelportret. Zoals ook Jon en Suleika in het echt met elkaar zijn verbonden – en zich in de echt, tijdens een delicate ceremonie, laten verbinden. Op weg naar de uitreiking van de Grammy Awards in Las Vegas belt zij nog wat advies door. ‘Blijf geconcentreerd’, zegt ze met een stralende glimlach en kaalgeschoren hoofd. ‘Mediteer, bid, focus.’ Vanuit huis ziet Suleika vervolgens hoe haar echtgenoot een ontzettend gelikte performance geeft en het Awards-spel vol verve meespeelt.

Thuis, op een sleetje in de sneeuw én in het ziekenhuis zijn ze één, in al hun twijfel, kwetsbaarheid en genegenheid. En Matthew Heineman heeft dit gloedvol vereeuwigd, verbonden met Batiste’s muzikale verrichtingen en zo een overrompelend eerbetoon gemaakt aan twee bijzondere mensen en hun liefde. ‘Je moet de wrede feiten van de realiteit onder ogen zien dat het misschien niet lukt’, zegt Batiste onderweg over zijn zelfgeschreven symfonie (maar hij zou ’t net zo goed over Suleika kunnen hebben). ‘Tegelijkertijd heb ik onwankelbaar vertrouwen.’

Telemarketers

HBO Max

Ze gaan de waarheid blootleggen, zeggen Sam Lipman-Stern en Patrick J. Pespas tegen elkaar. Over de schimmige wereld die schuilgaat achter telemarketing, de belcampagnes waarvan iedereen wel eens last heeft. Zoals documentairemaker Michael Moore dat ook altijd zo overtuigend doet. De twee leerden elkaar kennen bij Civic Development Group (CDG), een rommelig telemarketingbedrijf uit New Jersey waar allerlei misfits hun brood verdienden. Dag in dag uit belden ze daar namens allerlei goede doelen mensen op voor een donatie. Voor de Disabled Veterans Association, het Cancer Survivors Fund of de Firefighters Charitable Foundation bijvoorbeeld. 

Lipman-Stern en vooral Pespas, die vanwege zijn overmatige drugsgebruik ook wel ‘Pat de Snuiver’ wordt genoemd, krijgen er handigheid in om gewone Amerikanen geld uit de zak te kloppen, toont de lekker rommelige eerste aflevering van Telemarketers (167 min.), de driedelige serie die Sam Lipman-Stern heeft gemaakt met zijn neef Adam Bhala Lough. Op de bibberige beelden die ze zelf op kantoor hebben geschoten is te zien hoe allerlei gladde praatjesmakers geroutineerd hun gesprekscripts afwerken en zo per uur honderden dollars binnenharken. Waarvan dan hooguit twintig procent bij het beoogde goede doel terecht komt.

Daar mogen ze alleen niet over liegen. Als de gebelde er expliciet naar vraagt, moeten ze dat eerlijk benoemen. Ook daarvoor bedenken David Keezer en Scott Pasch, de eigenaren van CDG, echter een list, waardoor het lijkt alsof hun marketeers daadwerkelijk werkzaam zijn bij de begunstigde organisatie en ze dus met een gerust hart kunnen zeggen dat honderd procent van de gift bij bijvoorbeeld de vakbond Fraternal Order of Police terechtkomt. Écht, met de hand op het hart. Dat kan niet goed gaan, zou je zeggen. Althans, voor gewone CDG-medewerkers. Want ook als het bedrijf publiekelijk tegen de lamp loopt, ontspringen Keezer en Pasch de dans.

En dus starten de twee voormalige telemarketeers een onderzoek naar de business waarin ze zelf jaren werkzaam waren. Dat zal jaaaaren in beslag nemen. Ze beginnen bijvoorbeeld de non-profitorganisaties waarvoor de Civic Development Group werkte op te bellen. Die moeten toch gewoon van de grootschalige zwendel hebben geweten? Misschien hebben ze er zelfs een belang bij. Zo ontstaat een vermakelijke exposé over een parasitaire business, waarbij de waarheid een rekbaar begrip blijkt. En wie kunnen er beter iemand geld aftroggelen dan… , juist, …junks en boeven? Op de werkvloer noemden ze CDG niet voor niets ‘Criminals Doing Good’.

Deze miniserie wordt bevolkt door een Jan Doedel-achtige verzameling morsige personages, die met liefde en plezier de praktijk van alledag binnen de telemarketingbranche schetsen. Het onderzoek van Lipman-Stern en Pespas komt intussen met horten en stoten op gang, ligt jarenlang stil en krijgt dan alsnog vaart, wanneer blijkt dat er een nieuw type opdrachtgevers op de markt is gekomen en nóg dubieuzere methodes om geld los te wrikken worden ingezet. Dan komen de communicatieve vaardigheden van Pespas ook nog bijzonder goed van pas.

Van een aandoenlijk portret van twee beroepsslackers en hun ‘shabby’ entourage heeft Telemarketers zich dan ontwikkeld tot een beurtelings spannend en hilarisch staaltje hotsknotsbegonia-onderzoeksjournalistiek. ‘Michael Moore-style’, zoals ze zelf, met enige trots, constateren. Al gaat die ongetwijfeld veel gewiekster – en daardoor minder ontwapenend – te werk dan de twee stoethaspels die zich een weg door de telemarketingjungle proberen te banen.