Patrick And The Whale

Cinema Delicatessen

Komt de liefde werkelijk van twee kanten? Als je ‘t aan Patrick vraagt – en die krijgt uitgebreid het woord in deze film – kan daarover geen twijfel bestaan. Zou Dolores dezelfde mening zijn toegedaan? Ze laat hem in elk geval toe, maakt duidelijk contact en spiegelt zelfs zijn gedrag, maar is dat liefde – of zelfs maar vriendschap? Kan dat überhaupt tussen mens en dier?

Als er al betekenisvolle communicatie kan bestaan tussen een man en een potvis, hoe duurzaam is die dan? Is de ontmoeting tussen Patrick Dykstra en de bevallige Dolores nabij de kust van het Caribische eiland Dominica meer dan een kortstondige flirt? En hoe verhoudt die zich dan tot zijn jarenlange omgang met de oudere dame Can Opener? De liefde van Patrick Dykstra voor walvissen – ook orka’s, blauwe vinvissen en bultruggen behoren tot zijn doelgroep – staat in elk geval buiten kijf.

Patrick & The Whale (73 min.) is de weerslag van ‘s mans oneindige fascinatie voor walvissen en doet inderdaad denken aan My Octopus Teacher (2020), waarin de Zuid-Afrikaanse filmer Craig Foster een onderwaterrelatie aanging met, jawel, een octopus. Dat leverde de makers Pippa Ehrlich en James Redd toen zowaar een Oscar op. Deze lekker gestroomlijnde documentaire van Mark Fletcher, een liefdesverhaal tussen mens en potvis, zou ook zomaar een publieksfavoriet kunnen worden.

Dykstra wil de objecten van zijn liefde beter leren begrijpen. Dat begint met kijken – en voor ons als zijn argeloze publiek: meekijken. Waarom spoelen ze als groep aan op het strand van Yorkshire, een aangrijpend beeld, om daar collectief te sterven? En wat spoken ze eigenlijk uit in de donkerste diepten van de oceaan, daar waar nooit een mens komt? Hoe vangt een potvis bijvoorbeeld de inktvissen, waarvan de resten nog aan zijn tanden kleven als hij zich boven water laat zien?

Teneinde ook daar beeld bij te krijgen – en aan prachtige plaatjes sowieso geen gebrek in deze oogstrelende documentaire – wil de natuurfilmer een kleine camera met zuignappen op de kin van één zijn geliefden plakken. Zo hoopt Patrick Dykstra het perspectief op de (onderwater)wereld van potvissen te kunnen vereeuwigen. Als de dames net zoveel van hem houden als hij van hen – nu draaf ik, in lijn overigens met de film, even lekker door – moeten ze daarmee wel akkoord gaan.

De kijker van Patrick & The Whale dient zulke gedachtekronkels sowieso maar voor lief te nemen. Om er een aansprekende vertelling van te maken lijkt Fletcher de waarheid soms wat te hebben vereenvoudigd. Patrick is dus niet het gezicht van een team dat walvisachtigen bestudeert, maar een solitaire man met een grote liefde. En de potvissen in beeld zijn behalve overweldigende dieren in hun natuurlijke habitat ook individuen met hun eigen eigenaardigheden en vriendschappen.

Het komt allemaal prachtig samen in een ronduit romantische slotscène, een pas de deux van mens en potvis. En ook die lijkt bijna te mooi om waar te zijn.

Alleen Thuis Met Een Dienstwapen

Tangerine Tree

Hij groeide op in een echt politienest. Vader was agent, zus Frederike werd het ook. Als kind moest Peter Paul Schaeffer volgens zijn moeder Annemarie in eerste instantie weinig hebben van dat uniform, maar uiteindelijk belandde hij toch in het blauw. En Peter Paul droomde al snel van meer: een plek bij een speciale eenheid. Hij zou uiteindelijk terechtkomen bij de Dienst Specialistische Recherche Toepassingen (DSRT), waar hij peilbakens en afluisterapparatuur installeerde en regelmatig undercover moest opereren. ‘Hoe groter de uitdaging, hoe mooier ik het vond.’

Inmiddels oogt de voormalige politieman als een gebroken mens. Hij is gediagnosticeerd met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Van de jongen die volgens zijn jeugdvriend Michiel altijd meer durfde dan de rest is weinig over. Op een gegeven moment zag hij zichzelf zitten: Alleen Thuis Met Een Dienstwapen (74 min.). In deze grijsgrauwe documentaire van Hester Overmars doet Peter Paul zijn persoonlijke relaas, terzijde gestaan door zijn moeder en zus, ex-partner Heike, dochter Nienke, vriend Jochem en de casemanager PTSS van de politie, Marc Zaalberg.

De geïnterviewden zijn ongemakkelijk geframed: kwetsbaar, met hun rug tegen de muur of juist een bedreigende buitenwereld achter zich. Zoals ze zich in werkelijkheid regelmatig moeten hebben gevoeld. Overmars doorsnijdt hun bespiegelingen met scènes uit Peter Pauls dagelijks leven, familievideo’s en beelden van zijn werk. Zo ontstaat een unheimische impressie van ’s mans eenzame strijd. Hij had ooit een ‘droombaan’ en was thuis binnen het politiekorps, maar liep gaandeweg steeds meer butsen en deuken op en begon zich een vreemdeling te voelen binnen De Blauwe Familie.

Dat is zowel een heel persoonlijk als een universeel verhaal. De meeste politiemensen maken een hele reeks van heftige situaties mee, volgens Marc Zaalberg. Die kunnen ze een plek geven zolang er steun is vanuit de organisatie. Als die ontbreekt of wegvalt kunnen deze traumatische ervaringen alsnog gaan opspelen. Deze documentaire maakt invoelbaar hoezeer een stressstoornis iemands leven kan ontregelen. Totdat die volledig onthecht is geraakt en nauwelijks meer lijkt op wie ie ooit moet zijn geweest.

Requiem For Auschwitz

Pink Moon

Ruim twintig jaar heeft componist Roger Moreno-Rathgeb gewerkt aan zijn Requiem For Auschwitz (64 min.). Binnen drie weken had hij de eerste zes delen, bijna drie kwartier muziek, min of meer klaar. En toen stokte zijn dadendrang, vertelt hij in Bob Entrops documentaire Een Stukje Blauw In De Lucht uit 2008. Hij voelde zich helemaal leeg en besloot om zelf een kijkje te gaan nemen bij het vernietigingskamp, waar meer dan een half miljoen leden van zijn gemeenschap, de Sinti en Roma, werden vermoord. ‘En toen was het helemaal voorbij met de inspiratie.’

Uiteindelijk heeft Moreno-Rathgeb de draad toch weer opgepakt, zo blijkt uit deze vervolgfilm van Bob Entrop, de Bredase filmmaker die zich in de afgelopen jaren heeft opgeworpen als chroniqueur van de Nederlandse zigeunergemeenschap. Entrop heeft op die manier een belangrijke rol gespeeld bij zowel de emancipatie van de Nederlandse Sinti en Roma als de erkenning dat ook zij tot de belangrijkste slachtoffers van het verderfelijke naziregime behoren. Ook al wilden – of konden – ze daar in eerste instantie vaak nauwelijks over praten.

In deze documentaire mag natuurlijk ook dat ene hartverscheurende beeld van Settela Steinbach, het meisje dat na de oorlog was uitgegroeid tot hét symbool van de vervolging van Nederlandse Joden, niet ontbreken. Vanuit een treinwagon op Kamp Westerbork kijkt de tiener, die op weg moet naar Auschwitz, desolaat de wereld in. Pas in 1994, vijftig jaar na dato, ontdekte de journalist Aad Wagenaar dat het in werkelijkheid om een Limburgs Sinti-meisje ging. Settela werd opnieuw een symbool: voor de afgevoerde Nederlandse zigeuners en hoe weinig aandacht daarvoor tot dan toe was geweest.

Die tragedie – het verwoesten van een complete gemeenschap en het zwijgen daarover – komt in deze film indringend tot uiting in scènes waarin jonge Sinti en Roma worden geconfronteerd met de herinneringen van vertegenwoordigers van een eerdere generatie zigeuners die de vernietigingskampen overleefden. Intussen is het muziekstuk van Roger Moreno-Rathgeb dan toch klaar om uitgevoerd te worden. Ter voorbereiding daarop brengt de componist met leden van het Nederlands Begeleidingsorkest een bezoek aan Auschwitz-Birkenau. Zodat ze weten en voelen wat ze gaan musiceren.

De beelden van overlevenden die afdalen in het diepste van hun zwartgeblakerde ziel en anderen die zich bij de plekken des onheils en bijbehorende monumenten proberen in te leven hoe het geweest moet zijn om volledig overgeleverd te raken aan een moorddadig regime, mogen dan inmiddels overbekend zijn, echt wennen doen ze nooit. Deze documentaire benadrukt nog maar eens het belang van dat herinneren en herdenken en voegt daar de helende kracht die muziek, hopelijk, kan hebben aan toe. Als balsem voor de gebutste ziel.