Robert de Niro – Hiding In The Spotlight

Zed

Hele generaties filmliefhebbers zijn met hem opgegroeid. Via klassiekers zoals Mean Streets, The Godfather, Taxi Driver, Novecento, The Deer Hunter, Raging Bull, Once Upon A Time In America, The Untouchables en Goodfellas en allerlei andere kaskrakers is Robert de Niro één van de beeldbepalende gezichten van het laatste kwart van de twintigste eeuw geworden. Maar wat er werkelijk schuilgaat achter die gepijnigde blik van de ‘method actor’? En of daar inderdaad het geweld zit verstopt, dat in zijn films zo vaak op een angstaanjagende manier tot uitbarsting komt?

De man achter al die illustere rollen praat er liever niet over. Hij houdt zich doorgaans zelfs zó goed schuil voor de buitenwereld dat de vraag soms gerechtvaardigd lijkt óf er eigenlijk wel zo’n man is. Of is de meesteracteur Robert de Niro simpelweg een hol vat dat steeds moet worden gevuld met een nieuwe rol die zijn leven helemaal overneemt? Waarvoor hij dan Marlon Brando gedetailleerd moet bestuderen, zijn vergunning als taxichauffeur haalt en dan dag en nacht in de onguurste New Yorkse buurten gaat rondrijden of bereid blijkt om zich vol te vreten en zo tientallen kilo’s aan te komen.

In Robert de Niro – Hiding In The Spotlight (53 min.) legt Jean-Baptiste Péretié zulke vragen niet voor aan zijn protagonist en diens (professionele) omgeving. Alleen De Niro’s favoriete regisseur Martin Scorsese mag zo nu en dan, buiten beeld, even toelichting geven. En Quentin Tarantino krijgt zowaar ook nog even een quoteje in beeld. Péretié kíjkt vooral naar de meesteracteur. Ergens in al die onvergetelijke filmscènes, en het monnikenwerk dat De Niro daarin heeft gestoken, moet de mens Bobby De Niro, kind van het kunstenaarsduo Robert Sr. en zijn ex-vrouw Virginia Admiral, verstopt zitten.

En een verteller plaatst al die rollen in hun tijd, maatschappelijke context en de plek in het leven en de carrière van Robert de Niro, die samen met zijn collega Al Pacino (tevens geportretteerd door Péretié) wordt beschouwd als de grootste acteur van zijn generatie. In deze boeiende archieffilm wordt De Niro alle eer aangedaan. Op latere leeftijd zal hij zichzelf in komische rollen nadrukkelijk relativeren als acteur, openbloeien als mens en zich bovendien ferm uitspreken over politieke ontwerpen, zoals de opkomst van de door hem gehate Donald Trump. De man is dan definitief uit de acteur gekomen.

En zo nu en dan schiet hij nog altijd raak in/met een karakterrol. In oktober gaat bijvoorbeeld Killers Of The Flower Moon, Robert de Niro’s tiende film met zielsverwant Scorsese, in première in de bioscoop.

Trailer Robert de Niro – Hiding In The Spotlight

Oliver Sacks – His Own Life

Periscoop

Hij heeft nog enkele maanden te leven, hooguit een jaar, als Oliver Sacks in 2015 het manuscript voor zijn laatste boek On The Move inlevert. De autobiografie is een soort testament van de geboren verteller, een man die ieders verhaal kan vertellen. Alleen over zijn eigen leven is hij altijd erg terughoudend gebleven. Over zijn homoseksualiteit heeft hij bijvoorbeeld lange tijd zorgvuldig gezwegen. In de verfilming van zijn boek Awakenings, gebaseerd op Sacks’ ervaringen in 1969 met catatone psychiatrische patiënten in het Beth Abraham Hospital in de Bronx, bouwt de hoofdpersoon dan ook doodleuk een zwak op voor één van de verpleegsters.

De aaibare versie van Sacks die acteur Robin Williams in deze prachtige speelfilm tot leven wekt kan ook met geen mogelijkheid in verband worden gebracht met bodybuilding, gewichtheffen, motorrijden, amfetaminen en zelfdestructief gedrag. Toch waren dat centrale elementen in het leven van de jonge Oliver Sacks, die in 1966 in behandeling ging bij een psychotherapeut en dat de rest van zijn leven zou blijven. Hij, de man die zich in iedereen kon inleven, was in werkelijkheid een echte buitenstaander, die zijn hele leven naar liefde en erkenning zocht.

Die andere kant van de vermaarde schrijver/neuroloog is wel prominent aanwezig in deze hele fijne biografie van Ric BurnsOliver Sacks: His Own Life (94 min.) zoomt natuurlijk ook in op de opzienbarende gebeurtenissen in dat New Yorkse ziekenhuis, waar patiënten die decennialang alleen hadden gevegeteerd onder invloed van het speciale medicijn L-dopa plotseling ontwaakten uit hun volledige lethargie – en daarna overigens vaak weer een permanente terugval doormaakten. Het boek Awakenings (1973) werd in eerste instantie lauw ontvangen door veel collega’s. Deze man maakt het allemaal veel mooier dan het was, luidde de kritiek. Zijn schrijfsels waren met geen mogelijkheid wetenschappelijk verantwoord te noemen. Het boek zou dan ook pas veel later, via de film, alsnog z’n weg naar het grote publiek vinden.

Burns laat Sacks uitgebreid aan het woord, maar legt zijn oor ook te luister bij de man die zijn leven op latere leeftijd alsnog met een grote liefde verrijkte, een paar intieme vrienden, ‘s mans vaste redacteur en enkele vooraanstaande vakgenoten, zoals Temple Grandin en Atul Gawande. Gezamenlijk schetsen ze een hartveroverend portret van de man die de wetenschap van het hoofd naar het hart van de gewone man en vrouw wist te brengen – en zo de verpersoonlijking werd van het adagio dat je de mens moet behandelen, in plaats van zijn ziekte. Dat kan alleen eindigen met het diep ontroerende essay, My Own Life, waarmee Oliver Sacks definitief afscheid nam van de wereld.

Gewoon een mens, natuurlijk. Wel een buitengewoon mens.

Robin Williams: Come Inside My Mind

HBO

De twee kanten van zijn persoonlijkheid zijn nog altijd moeiteloos te herkennen in het werk van Robin Williams. De manische mafketel, even vaak irritant als grappig, duikt bijvoorbeeld op in de comedyserie Mork and Mindy, zijn standup-optredens en allerlei bezoekjes aan talkshows. Terwijl de introverte somberaar daarachter zijn opwachting maakt in speelfilms als Dead Poets Society, Awakenings en Good Will Hunting.

Hij was een typische clown, zou je kunnen zeggen; in het openbaar altijd de lach aan zijn kont, maar intussen privé volledig gevangen in zijn eigen wurggreep. Dat beeld rijst in elk geval op uit de documentaire Robin Williams: Come Inside My Mind (116 min.) van Marina Zenovich, waarin intimi, vrienden en collega’s als Dave Letterman, Eric Idle (Monty Python), Steve Martin en Whoopi Goldberg terugblikken op het leven van de man die in 2014 koos voor de dood.

Zo vertelt Mark Romanek, die Williams regisseerde in de ijzingwekkende thriller One Hour Photo, bijvoorbeeld hoe zijn hoofdrolspeler tussen de geladen opnames door dwangmatig grappig deed. De drang om mensen te laten lachen was bijna ziekelijk, onderdeel van een niet te stillen honger naar bevestiging. ‘Die lach is een drug’, zegt zijn boezemvriend en comedian Billy Crystal daarover. ‘Die acceptatie, die opwinding, daar kan niets tegenop.’

Zonder publiek aan zijn voeten bleef er verdacht weinig over van de Hollywood-ster Robin Williams. Hoe kon een man die zo succesvol was zich zo’n minkukel voelen? vraagt zijn zoon Zak zich af in deze klassieke biopic. Zijn vader was vaak lange periodes weg van zijn gezin en zocht regelmatig zijn toevlucht tot zelfmedicatie, in de vorm van drank en drugs. Aan het eind kwam daar Lewy Body-dementie bij. ‘De terrorist in zijn hoofd’, volgens zijn weduwe Susan Schneider Williams in het tijdschrift Neurology. Totdat hij echt geen uitweg meer zag.

Wat na bijna twee uur archiefmateriaal, televisie-interviews en persoonlijke bespiegelingen van de man zelf rest, is het beeld van een tragische figuur, die zichzelf op virtuoze wijze overschreeuwde. Die constatering zorgt er tegelijkertijd voor dat al die bekende grappen en grollen zwaar op de maag gaan liggen. In essentie zijn het vooral tot mislukken gedoemde pogingen om eigenwaarde te verkrijgen. Waar anderen kostelijk om konden lachen, dat dan weer wel.