Prime Minister

Magnolia Pictures

Als de Nieuw-Zeelandse Labour Party op weg naar de verkiezingen van 2017 langzaam wegglijdt in de peilingen, stapt politiek leider Andrew Little plotseling op en neemt Jacinda Ardern het partijleiderschap over. Tien weken later wordt de 37-jarige politica zowaar gekozen tot Prime Minister (102 min.) van Nieuw-Zeeland. Alleen echtgenoot Clarke Gayford, die haar in de komende jaren achter de schermen zal blijven filmen, weet op dat moment dat ze ook zwanger is van haar eerste kind. In stilte vraagt Ahern zich af: hoe ga ik dit doen met een baby?

Zeven jaar later blikt Jacinda Ardern in deze documentaire van Lindsay Urtz en Michelle Walshe terug op de periode waarin ze een wereldwijd symbool voor vrouwen wordt. Als jonge moeder weet ze eerst de juiste woorden te vinden na de huiveringwekkende aanslagen op de Christchurch-moskee en daarna ook nog eens vrijwel direct strengere wapenwetten in te voeren. Ook internationaal doet ze van zich spreken, als stem van rede en compassie. Aan het Coronavirus krijgt de politica echter een harde dobber. En al die tijd blijft echtgenoot Clarke haar filmen: in hun eigen huis, als ze tijdens het werk borstvoeding geeft of wanneer ze dochter Neve meeneemt naar de Verenigde Naties.

Intussen participeert Ardern ook in een Oral History Project van de Alexander Turnbull Library. Tijdens haar ambtsperiode laat ze zich regelmatig interviewen. Dit politieke audiodagboek fungeert nu als onderlegger voor deze film. Als zij in 2020 met een overweldigende meerderheid is herkozen, wil haar gesprekspartner bijvoorbeeld weten hoe ze naar het premierschap kijkt. ‘Ik denk niet dat ik me ooit op mijn gemak zal voelen’, antwoordt Ardern, die volgens eigen zeggen last heeft van het ‘imposter syndrome’. ‘De baan bezorgt me constant angst.’ Haar beleid om COVID-19 in te dammen heeft dan al voor enorme weerstand gezorgd – en serieuze bedreigingen aan haar eigen adres.

Als zij in het regeringsgebouw wordt belegerd door gewelddadige demonstranten, is Jacinda Ardern duidelijk ontdaan. ‘Wat een gekmakende gebeurtenis om te moeten aanzien’, verzucht ze dan. Even later probeert ze als leider van het land in het parlement alweer paal en perk te stellen aan het geweld, dat een reprise lijkt van de bestorming van het Amerikaanse Capitool op 6 januari 2021. Achter de schermen probeert ze zich ook, voor de camera van haar man, staande te houden als vrouw, echtgenote en moeder. Ardern realiseert zich dat haar eigen populariteit tanende is. Ze mag dan levens hebben gered, ze slaagt er niet meer in om het land bijeen te houden. Tijd voor een ferme keuze.

Deze film past intussen perfect bij het profiel dat Jacinda Ardern in haar regeerperiode heeft opgebouwd. Behalve als politica met een progressieve agenda, die tegenwicht kan bieden aan de alfamannen waarmee ze zowel nationaal als internationaal wordt geconfronteerd, toont de documentaire haar vooral als mens. Utz en Walshe staan duidelijk ook positief tegenover hun hoofdpersoon. Ze volgen het narratief dat Ardern zelf schetst van haar carrière. De parallel die zij trekt met een expeditie naar Antarctica, waarbij de illustere ontdekkingsreiziger Ernest Shackleton zijn bemanning redt, en de manier waarop die met archiefbeelden is geïncorporeerd, voelt alleen wat gekunsteld.

Prime Minister schetst desondanks overtuigend de achterkant van ‘Jacindamania’ en ontwikkelt zich zo tot een geslaagd portret van een vrouw die een beduidend andere toon heeft proberen aan te slaan dan de mannen die doorgaans het hoogste woord hebben. 

Rietveldhuizen: Een Meubel Om In Te Wonen

AVROTROS

Toen interieurarchitect Truus Schröder in 1982 met Frank den Oudsten en Lenneke Büller terugkeek op haar leven en werk, was haar voormalige partner, de befaamde meubelontwerper en architect Gerrit Rietveld (1888-1964), al bijna twintig jaar overleden. Samen hadden ze een aantal volstrekt eigen woonhuizen nagelaten. Te beginnen met hun eigen woning: het zogenaamde Rietveld Schröderhuis, volgens de officiële website ‘een meesterwerk van functionaliteit, minimalisme en geometrische precisie’ aan de rand van Utrecht, dat in originele staat is teruggebracht en tegenwoordig dienst doet als museum.

In Rietveldhuizen: Een Meubel Om In Te Wonen (52 min.) gebruikt Lex Reitsma de geluidsopname van Schröder, die zelf in 1985 overleed, als structurerend element. Zij leerde Rietveld kennen in 1911 toen ze allebei op het punt stonden om te trouwen. Niet met elkaar overigens. Toen haar echtgenoot Frits in 1923 overleed, vroeg Truus ‘Rietveld’ om een nieuw huis voor haar en haar kinderen te bouwen. Uiteindelijk zou hij er zelf, na het overlijden van zijn echtgenote Vrouwgien in 1957, eveneens een eigen plek krijgen. Ook professioneel: op de begane grond vestigden Truus en Gerrit er hun gezamenlijke architectenbureau.

Met Rietvelds kleindochter Martine Eskes en Schröders kleinzoon Maarten loopt Reitsma nu hun huis, leven en werk door. Daarnaast bezoekt hij Rietveld-huizen elders in het land. Het zijn woningen die niet voor de eeuwigheid werden gebouwd. Uiteindelijk zouden de huizen verouderd raken en vervangen moeten worden, was de stellige overtuiging van Gerrit Rietveld. ‘Hij werkte net zo lang totdat de dingen niet meer ingewikkeld waren’, zegt Truus Schröder daarover, in het met een bandrecorder opgenomen gesprek, dat met illustratieve beelden wordt ondersteund. Niet elke ingenieuze oplossing heeft de tand des tijds echter doorstaan.

De huidige eigenaren hebben er hun handen aan vol om de panden in originele staat en bewoonbaar te houden. ‘Een Rietveld-huis dat niet lekt is geen Rietveld-huis’, vat Rex Verkaik, eigenaar van Huis Kronenberg in Wageningen, het kernachtig samen. Tegelijkertijd voelen hij en de bewoners van al die andere creaties van de twee-eenheid Gerrit Rietveld en Truus Schröder de behoefte en de verplichting om ze in stand te houden. Als essentieel cultureel erfgoed, toonbeelden van de kunststroming De Stijl, dat in deze liefdevolle film nog eens in volle (of vergane) glorie wordt getoond. Om te benadrukken hoe bijzonder al die creaties zijn.

D-Day: The Unheard Tapes

EO

De soldaten van de geallieerden die op 6 juni 1944 in Normandië aan land gingen om Europa te ontdoen van Hitler en de nazi’s hebben door de jaren al de nodige heldengezichten gekregen. De onverzettelijke koppen van John Wayne, Robert Mitchum en Richard Burton bijvoorbeeld, in de ultieme D-Day-film The Longest Day (1962). Of het nobele gelaat van Tom Hanks in Steven Spielbergs Saving Private Ryan (1998), waarin van de landing op Omaha Beach een verpletterende ervaring wordt gemaakt.

In D-Day: The Unheard Tapes (176 min.), een driedelige serie van Mark Radice, ligt de focus op gewone Britse, Amerikaanse en Duitse soldaten en Franse burgers die betrokken raakten bij de invasie. Die bewerkstelligde een ommekeer in de Tweede Wereldoorlog, maar resulteerde ook in meer dan 100.000 dodelijke slachtoffers. Na de oorlog werden enkele overlevenden geïnterviewd. De audio-opnamen daarvan, veelal nooit eerder gehoord, zijn nu uit de archieven gehaald en gelipsynct door acteurs.

Dat is knap gedaan – al blijft het soms lastig om de mensen voor de camera écht te verbinden met de stemmen op de geluidsbanden – en wordt aangevuld met zwart-wit archiefbeelden en -foto’s en Saving Private Ryan-achtige scènes van het voorhoedegevecht van de luchtlandingstroepen, de bestorming van het Franse strand en de bloedige gevechten bij de Atlantikwall. Diverse historici zorgen voor verdere duiding en plaatsen de verschillende ervaringsverhalen in hun context.

Zo wordt een cruciale actie van de Tweede Wereldoorlog, nu alweer tachtig jaar geleden, in deze historische miniserie adequaat naar het hier en nu getild en meteen teruggebracht tot menselijke proporties, via de getuigenissen van gewone mannen en vrouwen – de échte John Waynes en Tom Hanksen – die op D-Day met onmenselijke uitdagingen, ellende en verdriet werden geconfronteerd en deze bijzonder indringende ervaring maar een plek in hun verdere leven moesten zien te geven.

L’Affaire Bettencourt: Scandal Chez La Femme La Plus Riche Du Monde

Netflix

Tussen 1997 en 2007 schenkt ‘de rijkste vrouw van de wereld’ Liliane Bettencourt, erfgename en hoofdaandeelhouder van de cosmeticagigant L’Oréal, 917 miljoen euro aan François-Marie Banier, met wie ze innig bevriend is geraakt. Geheel indachtig L’Oréals slogan ‘because you’re worth it.’ Als vervolgens Bettencourts echtgenoot André overlijdt, een bekende politicus met wie ze een tamelijk liefdeloos huwelijk lijkt te hebben gehad, wil de Franse fotograaf dat ze hem ook nog officieel tot erfgenaam maakt. Dat is tegen het zere been van het enige kind van het echtpaar, Françoise Bettencourt-Meyers. Zij komt lijnrecht tegenover haar moeder te staan.

L’Affaire Bettencourt: Scandal Chez La Femme La Plus Riche Du Monde (Engelse titel: The Billionaire, The Butler And The Boyfriend, 149 min.)  is geboren en opent – zoals de driedelige docuserie zelf ronkt – ‘de geheime wereld van de superrijken’. Dat gebeurt alleen op een totaal andere manier dan dochter Françoise, die 21 uur geheime opnamen van haar moeder laat uitlekken, had gedacht. Dit geluidsmateriaal, door een butler gemaakt met een verborgen dictafoon, brengt vooral de pogingen tot belastingontduiking van de Bettencourts, hun verwevenheid met de politieke elite (waaronder de Franse president Nicolas Sarkozy) en het geld dat ze daarnaartoe schuiven onder de aandacht.

De opnamen van dat gebedel om geld en invloed – verrijkt met abstracte, van bovenaf gefilmde scènes met acteurs – vormen het hart van deze miniserie van Baptiste Etchegaray en Maxime Bonnet, waarin ook enkele direct betrokkenen bij de geruchtmakende affaire en volgers van de kwestie tekst en uitleg geven. Gaandeweg komt ook de vraag op tafel of de inmiddels hoogbejaarde Liliane Bettencourt eigenlijk nog wel in staat is om haar eigen geld te beheren en bij de mensen om haar heen het kaf van het koren kan scheiden. Want wie stelt zich daadwerkelijk dienstbaar op voor de rijke dame, goed voor zo’n dertig miljard euro? En wie is alleen uit op een deel van haar fortuin?

L’Affaire Bettencourt brengt dat proces treffend in beeld: hoe de roofdieren zich verzamelen rond een prooi als ze bloed hebben geroken. Because they’re worth it. Aan het rest nog slechts één vraag: komt François-Marie Banier, die de zaak onbedoeld aan het rollen heeft gebracht, werkelijk met de schrik vrij?

The Devil On Trial

Netflix

‘Hallo’, zegt een sinistere stem. ‘Jullie gaan eraan.’

‘Wie en wat ben jij?’ antwoordt een vrouw angstig.

‘Gaat je niks aan.’

‘David?’ probeert zij nog eens.

Een onheilspellend gegrom.

‘Mama is er’, doet ze opnieuw een poging. ‘Ga maar staan. Kom, we gaan. Ga weg. Ga m’n zoon uit!’

‘Nééé!’ krijst David.

‘Ik ben je moeder.’

‘Je bent een sukkel.’

Waarna een demonisch gelach klinkt.

Als David Glatzel zelf, zijn broers Carl en Alan en hun zus Debbie en haar echtgenoot Arne ruim veertig jaar later de audio-opnamen terug horen die Davids ouders in augustus 1980 van hem hebben gemaakt, kijken ze toch even ongemakkelijk. Wat ging de elfjarige David tekeer tegen zijn moeder! Alsof hij, inderdaad, bezeten was door de Duivel. 

Ze weten allemaal hoe ’t verder ging: hun ouders schakelden het echtpaar Ed en Lorraine Warren in. Hij noemde zichzelf demonoloog, zij stond bekend als medium. En samen joegen zij op spoken en geesten. Die ze dan ook weer netjes uitdreven. Nou ja, netjes… Exorcisme is geen klus voor tere zieltjes. Een demon laat zich alleen met veel gedoe en geschreeuw verjagen.

Ed en Lorraine hadden hun zaakjes echter netjes voor elkaar. Binnen korte tijd bevrijdden ze, als zelfbenoemde ‘paranormale politie’, die arme David uit de wurggreep van de één of andere Duivel. Toen maakte de daarbij aanwezig Arne Cheyenne Johnson, Debbie’s aanstaande echtgenoot, alleen een cruciale fout: hij daagde ‘het beest’ uit.

Een jaar later zou de ‘demonische bezetenheid’ van David Glatzel, via een kleine omweg, tot een veelbesproken rechtszaak over een onfortuinlijke moord leiden: The Devil On Trial (91 min.). Waarbij Martin Minnella, de advocaat van de verdachte, z’n toevlucht nam tot een wel heel opmerkelijke verdedigingsstrategie: The devil made me do it.

Ideaal verhaal, moet regisseur Chris Holt hebben gedacht, waarbij ik voor de gereconstrueerde scènes in deze documentaire alle denkbare goedkope horroreffecten voor de dag kan halen. Voor alle filmfans die The Exorcist of The Conjuring, gebaseerd overigens op een boek van de Warrens, nog niet hebben gezien of er gewoon nooit genoeg van krijgen.

Voor alle anderen vormt al die griezelarij – of zeg maar gewoon: kletskoek – wel een serieuze barrière naar het slot van de film, waarin de gebeurtenissen in de Glatzel-familie van een andere, uiteindelijk veel aannemelijkere verklaring worden voorzien. Het kwaad is dan alleen al geschied: ook The Devil On Trial is z’n geloofwaardigheid een heel eind verloren.

Terwijl de documentaire toch ook is gesitueerd in een wereld, met name in de Verenigde Staten, waarin de Duivel daadwerkelijk een kracht is om te vrezen en te bestrijden – en om een aardige boterham mee te verdienen, dat ook. De Satanic Panic van de jaren tachtig en negentig, onlangs nog vervat in de docu Satan Wants You, is daar beslist niet los van te zien.

En daar, in de exploitatie van die redeloze angst, vanuit ideologische dan wel commerciële motieven, was voor Chris Holt meer te halen geweest dan in het uitdrijven van al dan niet ingebeelde duivels.