Rock City: The Life We Live

Will Wissink

Ze hebben zich stuk voor stuk in ons collectieve geheugen genesteld: The Life I Live, Wang Dang Doodle en Wasted Words, klassieke singles van bandjes uit Den Haag. Van Q65, Livin’ Blues en The Motions, om precies te zijn. Will Wissink kijkt in Rock City: The Life We Live (91 min.) terug op de gloriejaren van de Haagse muziekscene, toen The Tielman Brothers werden beschouwd als halfgoden, The Rolling Stones het Scheveningse Kurhaus afbraken en plaatselijke groepen als Golden Earring(s) en Shocking Blue overal de hitlijsten beklommen.

Wissink is een kind van die wereld. Zijn vader Willy was jarenlang de spil van de indorockgroep Willy And His Giants, waarin Will zelf tijdens een comeback ook nog even mocht drummen. Na de dood van zijn vader richt hij zich op het vastleggen van wat er nog over is van die ooit zo bruisende scene. De dagen van Q65-gitarist Joop Roelofs zijn bijvoorbeeld geteld. Hij kampt met kanker en probeert van elke dag die hem nog rest te genieten. En als zijn laatste uur heeft geslagen, wil hij definitief verdwijnen in een speciaal aangeschafte ‘flight case to heaven’.

Zijn oude bandmaatje Peter Vink timmert nog gewoon met een nieuwe groep, Knight Area, aan de weg. ‘M’n laatste klus’, noemt hij die in plat Haags. Frontman Nicko Christiansen van Livin’ Blues is rustiger geworden sinds hij ‘van de alcohol af’ is. Hij houdt zich onledig met schilderen en treedt zo nu en dan op. Hans Vandenburg heeft ’t ondertussen wel een beetje gehad met zijn Gruppo Sportivo. Hij gaat alleen spelen. ‘Je verdient meer en je hebt geen gezeik aan je kop.’ De rest van de band blijft optreden onder de naam Bombitas XL. Totdat Vandenburg alsnog terugkeert op het oude nest.

Zanger Rudy Bennett van The Motions tenslotte komt onverwacht weer in de aandacht te staan. Hij krijgt de kans om Beat En Bordeelsluipers, een theatershow over de geschiedenis van de Haagse popmuziek, te promoten in het televisieprogramma Voetbal International. Van tevoren is er nog wel even twijfel: kan hij eigenlijk nog wel ‘in the states negroes fight for freedom’ zingen in hun hit Wasted Words? ‘African-Americans’ past niet volgens huismuzikant Danny Vera. Bennett besluit het er toch maar op te wagen. Zijn optreden leidt tot een warme aanbeveling van Johan Derksen.

‘Dit is echt de reclame die we nodig hebben,’ zegt voormalig Golden Earrings-zanger Frans Krassenburg na afloop tegen Bennett. ‘Dat meen ik echt.’ Waarna Derksen zich zelfs sterk maakt voor een uitgebreide tournee van deze en andere vertegenwoordigers van de oude garde. Rock City moet ’t hebben van zulke aandoenlijke scènes, treffende impressies vanuit het nostalgiecircuit. Want de documentaire zelf is weliswaar hartstikke sympathiek, maar ook tamelijk grillig en fragmentarisch en vergeleken met een thematisch verwante film zoals Tot De Laatste Snik!? bovendien nogal ongericht.

En, hoewel Wissink niet pretendeert dat hij een compleet overzicht van Den Haag als muziekstad heeft geschetst, is het toch wel jammer dat Shocking Blue helemaal niet en Golden Earring slechts zijdelings aan bod komen.

Klanken Van Oorsprong

Scarabee Films

Toen Nederland in de jaren na de Tweede Wereldoorlog het onafhankelijk geworden Indonesië met de staart tussen de benen verliet, nadat we daar eeuwenlang de kolonisator hadden uitgehangen, nam het de revolutie mee naar een huis. Een muzikale revolutie, welteverstaan. Op schepen zoals de Oranje en Willem Ruys bivakkeerde een nieuwe generatie Indische Nederlanders, die rock & roll en hun eigen variant daarop, indorock, introduceerde in het kneuterige Holland.

Daarmee zouden ze niet alleen in eigen land furore maken. In Duitsland werd de ‘Exoten aus Tulpenland’ volgens gitarist Eddy Chatelin van The Crazy Rockers zo opgehemeld dat ze terstond van hun minderwaardigheidscomplex waren verlost. Met indorock viel in heel Europa een goede boterham te verdienen. En die Indische showpikkies zetten echt de toon, getuige de altijd weer opduikende anekdote over The Beatles. Tijdens hun jonge jaren in Hamburg zouden die de kneepjes van het vak hebben geleerd van Nederlandse indobands (*).

De gouden jaren van de indorock, waarbij The Tielman Brothers uitgroeiden tot de absolute vaandeldragers van het genre, zijn eerder opgeroepen in de documentaire Rockin’ Ramona van Hans Heijnen uit 1991. Regisseur Hetty Naaijkens – Retel Helmrich plaatst datzelfde verhaal in Klanken Van Oorsprong (112 min.) uit 2018 binnen een breder perspectief. Als bastaardzoon van de Indische krontjongmuziek en ruige broertje van de zogenaamde indopop, waarmee The Blue Diamonds, Anneke Grönloh en Sandra Reemer (internationaal) succes boekten.

Én als lekker escapistisch vervolg op een ronduit traumatische periode, waarbij Indische Nederlanders, net als eerst de Japanners en daarna de Hollanders, uit Indonesië werden verdreven om aan het andere eind van de wereld een nieuw leven op te bouwen. Ook artiesten zoals Liesbeth List, Boudewijn de Groot en Ernst Jansz grepen in hun oeuvre regelmatig terug op die ervaringen. De Indische invloed vond via de gebroeders Eddie en Alex van Halen zelfs zijn weg naar Amerikaanse hardrock.

Klanken Van Oorsprong neemt de tijd en graaft toch niet héél diep, maar brengt al die verschillende stromingen wel netjes bij elkaar. Zo ontstaat een liefdevol totaalbeeld van het stempel dat Indische Nederlanders in de afgelopen halve eeuw op de vaderlandse muziekhistorie hebben gezet.

(*) En wie staan daar op de foto bij een optreden van The Tielman Brothers? Juist, Paul en John.