Cannabis

KRO-NCRV

Hij is een wat tragische ‘poster boy’ geworden voor het Nederlandse softdrugsbeleid: Johan van Laarhoven, de grote man van de coffeeshopketen The Grass Company. In 2014 werd de Brabander gearresteerd in Thailand. Hij zou voor jaren achter de tralies verdwijnen en moest zien te overleven in ronduit erbarmelijke omstandigheden. Het initiatief voor zijn aanhouding zou volgens zijn broer en compagnon Frans en z’n advocaten Gerard Spong en Sidney Smeets zijn gekomen vanuit het drugsgidsland Nederland. Iets wat door het Openbaar Ministerie dan weer wordt genuanceerd.

De zaak Van Laarhoven loopt als een rode draad door de zesdelige serie Cannabis (304 min.) waarin Arjen Sinninghe Damsté stijlvol door de geschiedenis van het Nederlandse softdrugsbeleid zwiert. Van het hippiefestival Kralingen en de allereerste Amsterdamse coffeeshops tot de hedendaagse wietzolders, internationale cannabisindustrie en medicinale wiet. In de tussenliggende jaren is er altijd reuring geweest rond het vaderlandse gedoogbeleid. Was het niet de aanhoudende kritiek vanuit Amerika, waar al decennia een ‘war on drugs’ wordt uitgevochten, dan ontstond er wel een enorm schandaal rond het feit dat politie en justitie enorme hoeveelheden drugs bleken te hebben doorgelaten, de zogenaamde IRT-affaire.

Cannabis geeft crimefighters het woord, maar focust zich vooral op de vrije jongens die ooit besloten om een boterham te gaan verdienen met hashhandel. Zij zouden stelselmatig worden gemangeld tussen de steeds steviger optredende overheid en de altijd weer brutaler denkende georganiseerde misdaad. Zo kreeg Henk de Vries, eigenaar van de befaamde coffeeshop The Bulldog, tussen de invallen van de politie en belastingdienst door bijvoorbeeld ineens bezoek van ene Klaas Bruinsma. Het criminele kopstuk kondigde doodleuk een vijandige overname van de coffeeshop aan. Niet veel later werd Bruinsma geliquideerd. De Vries had er niets mee van doen, zegt hij. ‘Ik moet er enkel bij zeggen: ik was op dat moment wel bereid om het te doen. Iemand anders heeft mijn probleem opgelost.’

Met zulke verhalen uit alle uithoeken van de softdrugswereld dringt Cannabis, lekker sjiek gefilmd en verlevendigd met bijzonder fijn archiefmateriaal, door tot het hart van een business die zich noodgedwongen op het snijvlak tussen legaal en illegaal afspeelt. Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor de joyeuze verteller Tom Vermeir. Met losse, informele voice-overs, die qua toonzetting doen denken aan de series Schuldig en Stuk, en het nodige kunst- en vliegwerk houdt hij de verschillende verhaallijnen en personages bij elkaar. Vermeir moet ook steeds de verbinding leggen met de zaak Van Laarhoven, waarin Nederlands dubbelhartige houding tegenover softdrugs, vervat in die ene multi-interpretabele term ‘gedogen’, nog eens goed onder het vergrootglas komt te liggen.

De kwestie rond de Brabantse coffeeshophouder claimt gaandeweg steeds meer ruimte. Als in de slotafleveringen de vraag op tafel komt of Van Laarhoven naar Nederland kan worden gehaald (en of hij hier dan nog de rest van zijn straf moet uitzitten), schaart Sinninghe Damsté zich bovendien heel nadrukkelijk aan zijn kant en krijgt het Openbaar Ministerie ondubbelzinnig de schurkenrol toebedeeld. Het is een laatste akte die deze ambitieuze serie enigszins uit het lood trekt.

Het Is Gezien


‘Als God zich opnieuw in Levende Stof gevangen geeft, zal hij als ezel terugkeren, hoogstens in staat een paar lettergrepen te formuleren, miskend en verguisd en geranseld, maar ik zal hem begrijpen en meteen met hem naar bed gaan.’ Aldus schrijver Gerard Reve in zijn roman Nader Tot U. Het leverde hem een aanklacht vanwege godslastering op. Reve moest in de jaren zestig zelfs voor de rechter verschijnen.

Ruim een halve eeuw na het geruchtmakende Ezelproces is het nauwelijks voor te stellen dat een Nederlandse schrijver vanwege zijn werk wordt vervolgd. Kunstenaars worden toch allang niet meer zo openlijk gecensureerd? De documentaire Het Is Gezien (54 min.) van regisseur Erik Lieshout en researcher Tom Rooduijn afficheert zich niettemin als ‘een pleidooi voor de vrijheid van kunst’ en spreekt met vaderlandse kunstenaars die in opspraak zijn geraakt door hun werk.

Om de heksenjacht op pedofielen aan de kaak te stellen meldde schrijver A.H.J. Dautzenberg zich enkele jaren geleden aan als lid van pedofielenvereniging Martijn. Het leverde hem talloze dreigbrieven en ontslag op. ’Er is geen vrij denken, constateert de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts over het gebrek aan steun, ook van haar literaire vrienden, dat zij ervoer na de commotie die ontstond rond haar boek over Marc Dutroux’ vrouw Michelle Martin. ‘Er is geen vrij spreken.’

‘Alles waar je niet over mag praten, daar moet je over praten’, stelt cabaretier Hans Teeuwen. ‘Probleem is om het grappig te krijgen.’ Hij maakte van dichtbij mee hoe vriend en ‘kamikazepiloot’ Theo van Gogh werd geslachtofferd voor zijn denkbeelden en zag naderhand hoe de aanslag op het satirische tijdschrift Charlie Hebdo collega-cabaretiers de mond snoerde. Dat mocht hem niet gebeuren.

In Het Is Gezien, in stemmig zwart-wit geschoten en op smaak gebracht met dramatisch getoonzette muziek, getuigen daarnaast advocaat Gerard Spong, schrijver Tom Lanoye, kunstenares Tinkebell en auteur Mano Bouzamour over de (on)vrijheid die zij ervaren binnen hun werk. Ze lezen tevens voor uit het virtuoze pleidooi dat Reve zelf hield voor de rechtbank. Getuige deze krachtige documentaire zijn ’s mans woorden ook in de 21e eeuw nog steeds actueel en relevant.