Quad Gods

HBO Max

Als de kolossale krachtpatser Titus O’Neil staat hij beslist zijn mannetje in de worstelring. In werkelijkheid zit de Afro-Amerikaanse dertiger Richard Jacobs in een rolstoel. Een kleine tien jaar geleden heeft zijn leven een dramatische wending gekregen en liep hij een dwarslaesie op. ‘Niet zo’, dacht hij nog, toen het noodlot zich aandiende, in de vorm van twee mannen met een wapen. En, denkend aan zijn vrouw en kinderen: ‘God, niet nu!’

Met teamgenoten zoals Repnproof, Mongo Slade en Whiplash247 behoort Richard, onder de noemer Breadwinner1007, tegenwoordig tot de Quad Gods (83 min.), een e-sportsteam dat volledig uit Amerikanen in een rolstoel bestaat. In videogames proberen ze hun tegenstanders te verslaan en zichzelf te overwinnen. Want videogamen kan heilzaam zijn. Dat is tenminste de stellige overtuiging van Quad Father, ofwel dokter en neurowetenschapper David Putrino.

De arts van het Abilities Research Center van het New Yorkse Mount Sinai Hospital wil het idee onderuit halen ‘dat biologie je lot bepaalt’. Concreet: dat iemand die ruggengraatletsel heeft opgelopen, de gevolgen ondervindt van een hersentrauma of een beroerte heeft gehad zich maar moet schikken in z’n lot. Putrino is ervan overtuigd dat ook mensen zoals zij zich kunnen blijven ontwikkelen en dat gamen daarin een essentiële rol kan spelen.

Deze straffe film van Jess Jacklin volgt hoe enkele Quad Gods zich staande proberen te houden in zowel de echte als de virtuele wereld. Het zijn mannen, door het lot met elkaar verbonden, die weten hoe ’t is om gevangen te zitten in je eigen lichaam en die tegelijkertijd het leven ten volle willen aangaan. Kun je bijvoorbeeld autorijden als je verlamd bent? Een baan als etensbezorger voor Über aanhouden? Lekker daten? Of toch weer ‘gewoon’ lopen?

Bij elkaar vinden ze steun, kameraadschap en humor. En deze documentaire, waarin Jacklin met animaties hun vorige levens en de games verbeeldt, toont hen zoals ze nu zijn: mensen van vlees en bloed die nog altijd balen als ze verliezen, kunnen ruziën over het ontbreken van winnaarsmentaliteit bij de ander of een blowtje roken, omdat daarmee zenuwpijn op de lange termijn misschien wel beter is te bedwingen dan met reguliere, doorgaans zeer verslavende pijnstillers.

De Quad Gods werken in dit groepsportret toe naar een all-adaptive esportstoernooi, waar maar liefst 50.000 dollar aan prijzengeld is te verdelen, maar zijn uiteindelijk vooral onderweg naar zelfacceptatie. ‘Ik ben trots op mezelf’, stelt Blake Hunt, aka Repnproof, bijvoorbeeld aan het einde. ‘Ik ben trots op m’n rolstoel. Ik hoef niet te lopen. Dat betekent niets meer voor me. Ik heb één identiteit verloren en mijn echte ik gevonden. Het was een hergeboorte. Ik ben wie ik moest zijn.’

AC/DC: Forever Young

Arte

Ooit waren er drie broers. George, Malcolm en Angus. In die volgorde – al was het in de ogen van de wereld precies andersom: Angus Young, de absolute blikvanger van de Australische hardrockband AC/DC. Een gitaarheld, vermomd als eeuwige schooljongen. Zijn grote broer Malcolm Young, de bandleider die voor buitenstaanders op een willekeurige slaggitarist leek. En George Young, hun oudste broer die zelf naam had gemaakt met The Easybeats, vervolgens de Youngsters wegwijs maakte in de muziekwereld en samen met zijn bandmaatje Harry Vanda meteen ook hun eerste platen produceerde.

Samen schreven ze muziekgeschiedenis. Ook doordat ze de flamboyante zanger Bon Scott op de kop wisten te tikken, een ongegeneerd rockbeest dat de krachtige stampers van de gebroeders Young lekker uit de bocht liet vliegen. Totdat hij zichzelf op 19 februari 1980 definitief verslikte in zijn eigen drankzucht. Tegen die tijd had de AC/DC-machine echter allang de Highway To Hell bereikt en kon zijn opvolger Brian Johnson simpelweg aanhaken. Met hem zouden Malcolm en Angus enkele maanden later hun grootste succes boeken, het album Back In Black. Waarna ze de band vier decennia lang met het nodige kunst- en vliegwerk op koers wisten te houden.

De degelijke tv-docu AC/DC: Forever Young (53 min.) van Marie-Claire Javoy en Dominique Mesmin richt zich vooral op de beginjaren van de ogenschijnlijk onverwoestbare groep. De Young-broers komen daarbij niet aan het woord – al is Angus wel te horen in enkele archiefinterviews. De smakelijke anekdotes en inkijkjes, waarmee AC/DC’s nog altijd bijzonder opwindende concertbeelden zijn omkleed, komen van mensen uit de periferie van de band: eerste bassist Mark Evans, oud-drummer Chris Slade, studiomuzikant Tony Currenti, geluidstechnicus Mark Opitz, voormalig manager Michael Browning, fotograaf Philip Morris en biograaf Murray Engleheart.

Intussen is er nog maar één broer over. In oktober 2017 stierf de grote inspirator van AC/DC, George Young. Een kleine maand later overleed ook bandleider Malcolm, nadat hij zijn mannen al in 2014 had moeten achterlaten vanwege gezondheidsproblemen. Alleen Angus is over, ‘the last Young-man standing’. Alhoewel, tegenwoordig zit er ook een neefje in de groep: Stevie.