De Wereld In Ter Apel

BNNVARA

Als er één onderwerp is waarbij feiten en fabels voortdurend door elkaar lopen, dan is ‘t wel de Nederlandse asielcrisis. Aan de journalistiek de taak om het kaf van het koren te scheiden en de feiten, en de daarbij betrokken personen, te laten spreken. Waar de miniserie Bij Ons Op Het AZC onlangs het dagelijks leven binnen het asielzoekerscentrum van Zutphen in beeld bracht en de mensen portretteerde die daar verblijven en werken, kiest De Wereld In Ter Apel (212 min.) nu een systeembenadering: hoe werkt het veelbesproken Nederlandse asielbeleid in de praktijk?

De vierdelige serie van Martin Maat en Hans Hermans, het duo dat de afgelopen jaren ook al De Boerenrepubliek en Een Porseleinen Huwelijk uitbracht, start op 21 november 2023, de avond vóór de Tweede Kamerverkiezingen, die een politieke aardverschuiving te weeg brengen. In het veelbesproken aanmeldcentrum in het Groningse dorp, ‘de enige voordeur van Nederland’ brengen 165 asielzoekers dan de nacht door op de vloer van drie wachtkamers. Het is het beschamende sluitstuk van een turbulent jaar, waarin de filmmakers hebben meegekeken in Ter Apel.

Daarna gaat de miniserie terug naar het begin van 2023, als het nog relatief rustig is in het centrum. Stapsgewijs lopen Maat en Hermans in eerste instantie de verschillende elementen van de asielprocedure door, waarbij ze getuige zijn van verhoren door de vreemdelingenpolitie, IND-gehoren en terugkeergesprekken met mensen uit landen als Syrië, Colombia, Somalië, Marokko en Iran. Na afloop delen de makers, die de gebeurtenissen via een voice-over op neutrale toon inkaderen, de uitkomst ervan. Meestal is dat een variant op: de procedure loopt, de uitkomst ervan laat nog op zich wachten.

Tegelijkertijd neemt De Wereld In Ter Apel ook elders in de wereld poolshoogte. In Raqqa bijvoorbeeld, waar het leven door de Syrische burgeroorlog nog altijd volledig ontregeld is. Bij het oerbos tussen Polen en Belarus, waar vluchtelingen, in strijd met Europees en internationaal recht, gedwongen worden teruggestuurd. Op de Middellandse Zee, ‘de dodelijkste grens ter wereld’, waar Artsen Zonder Grenzen vluchtelingen uit gammele boten proberen te redden. En in Ethiopië, waar honderdduizenden gevluchte Somaliërs ‘in de eigen regio’ worden opgevangen.

Hoewel de verwikkelingen in binnen- en buitenland soms echt met elkaar gematcht moeten worden, is de bedoeling duidelijk: de Nederlandse asielcrisis is niet los te zien van ontwikkelingen in de rest van de wereld en dus ook niet zomaar vanuit hier bij te sturen. Intussen loopt de situatie in de loop van 2023 steeds verder uit de hand. Ter Apel kampt met veel te weinig plekken en overlast gevende asielzoekers. In de rest van het land blijft er een schrijnend tekort aan opvanglocaties en is er ook weinig animo om bij te springen. En Den Haag blijft maar bakkeleien over de spreidingswet.

Daarmee krijgt deze serie, die nuchter, kalm en beschrijvend begint, gaandeweg steeds meer drama en urgentie. Als het systeem aan de basis helemaal dreigt vast te draaien. Omdat elders het vermogen of de bereidheid ontbreekt om de maatregelen te nemen die nodig zijn om deze uitdaging, die het kleine Nederland natuurlijk ontstijgt, beheersbaar te houden.

Simple As Water

vanaf 8-3 op HBO Max

Ze wonen al twee maanden in een benauwd koepeltentje op een soort parkeerterrein nabij de haven van Athene. Yasmin al Kadad en haar vier kinderen van negen, zeven, zes en vijf maken er het beste van. Echtgenoot Safwan verblijft al tien maanden in Duitsland. Hopelijk komen ze in aanmerking voor familiehereniging. Hij wordt alleen nog altijd niet officieel erkend als vluchteling. ‘Ik krijg hier hoofdpijn van’, zegt Yasmin moedeloos. ‘Uiteindelijk ga ik wel weer terug naar Syrië.’

De documentaire Simple As Water (99 min.) is een logisch vervolg op heftige films vanuit het hart van de Syrische burgeroorlog, zoals The CaveFor Sama en Last Men In Aleppo. Een portret van een ontheemd volk, dat door die oorlog is uitgestrooid over de wereld. Doodgewone mensen zijn noodgedwongen ‘vreemdelingen’ geworden. Regisseur Megan Mylan (Lost Boys Of Sudan) observeert hoe zij in den vreemde hun verminkte levens opnieuw vorm proberen te geven.

In het Turkse Reyhanli stuit ze bijvoorbeeld op Samra Abo Ghanooj. Haar echtgenoot werd enige tijd geleden gearresteerd. Sindsdien heeft deze moeder van vijf kinderen niets meer van hem vernomen. Zij moet intussen op het land werken om haar kroost te onderhouden en overweegt nu om die onder te brengen in een weeshuis. Oudste zoon Fayez, nog maar twaalf jaar oud, heeft tot dusver als een surrogaat-vader gefungeerd voor haar andere kinderen en ziet helemaal niets in dat plan.

Omar Sabha is in Pennsylvania beland en heeft daar de zorg voor zijn zestienjarige broer Abudi, die gewond is geraakt tijdens de oorlog, op zich genomen. Abudi moet bovendien de opleiding krijgen die hij zelf nooit heeft genoten. En misschien kan de jongen dan ook een verblijfsvergunning voor de Verenigde Staten bemachtigen. Want die lijkt voor Omar zelf, als voormalig lid van de Free Syrian Army, niet te zijn weggelegd. Hij staat officieel te boek als terrorist.

In het thuisland hopen Diaa en haar echtgenoot Hosain ondertussen tegen beter weten in nog altijd op de terugkeer van hun zoon Mohammed. Die werd in Raqqa gevangen genomen door ISIS. Terwijl ze zorgt voor Yazzan, een andere zoon met een verstandelijke beperking, probeert de Syrische vrouw de moed (der wanhoop) erin te houden. In een asielzoekerscentrum te Duitsland wacht Safwan tenslotte ongeduldig af of het Yasmin en hun kinderen lukt om zich bij hen te voegen.

Deze zorgvuldig gecaste hoofdpersonen representeren samen de verschillende aspecten van de oorlog, die zoveel Syriërs van huis en haard heeft verdreven (of, in het geval van Diaa, hun thuis heeft ontmanteld). Mylan komt in het groot opgezette en toch heel intieme Simple As Water héél dicht bij haar protagonisten, zonder dat ze zelf ook een rol voor zichzelf claimt, en schetst via hen overtuigend de ervaring van het volledig ontheemd zijn, achtervolgd door een oorlog waaraan eigenlijk niet valt te ontsnappen.

The Long Season

Cinema Delicatessen

‘Dit is de auto’, legt één van de jongetjes uit. ‘Hier zijn de soldaten. Dit is een tank. Dit is een raket.’ Hij kijkt nog even naar zijn tekening en raakt geëmotioneerd. ‘Dat was het.’ In de pas geopende school van kamp Khiara in Libanon, een tentenkamp nabij de Syrische grens, hebben de gevluchte kinderen de tekenopdracht op geheel eigen wijze ingevuld. Geen rudimentaire auto’s, uitbundige bloemenpracht of een tevreden zonnetje, maar dood en verderf. Net als thuis.

‘De hel hier is beter dan daar’, stelt Zahra, de nieuwe vrouw van Abu Hussein, in wat de sleutelzin van The Long Season (89 min.) mag worden genoemd. Ze ligt voortdurend overhoop met Abu Husseins zwangere eerste echtgenote Yisra. ‘Noem jij dit vlees schoon?’, vraagt die bijvoorbeeld uitdagend als ze samen koken. Zahra riposteert direct: ‘Wat ik ook zeg of doe. Jij mag me toch niet.’ Zo kibbelen de vrouw de hele film door. Het gezinshoofd onttrekt zich zoveel mogelijk aan het gekrakeel. Volgens de profeet zou hij nog twee vrouwen meer mogen hebben.

Ondanks alles is Zahra toch blij dat ze van huis is weggegaan en elders is getrouwd. ‘Het is een hel in Raqqa’, vertelt ze over de Syrische stad die als voornaamste uitvalsbasis voor Islamitische Staat fungeert. ‘De stad wordt voortdurend gebombardeerd. Er heerst armoede en honger. Ik moet helemaal in het zwart bedekt zijn. Als ze mijn hand zien, hakken ze ‘m eraf. Als mijn gezicht onbedekt is, ga ik de gevangenis in en krijg veertig zweepslagen.’ Alsof ze wil zeggen: dan valt dat kijvende wijf van Abu Hussein nog alleszins mee.

Zo neemt het gewone leven, ondanks alle ontberingen aan de andere kant van de grens, toch weer zijn gewone loop in het geïmproviseerde tentenkamp. Van oude blikjes wordt een speelgoedvrachtauto gemaakt, met behulp van wasknijpers en garen een soort flipperkast. Er wordt op het land van een barse boer gewerkt, jongeren raken verliefd op elkaar en vrouwen zoeken elkaars toekomst in koffiekopjes. Net als thuis. Bijna dan.

Gedurende een jaar bivakkeerde de Nederlandse filmmaker Leonard Retel Helmrich met de door hem getrainde Syrische cameravrouw Ramia Suleiman regelmatig te midden van de bewoners. Met zijn typische single shot-cameravoering, waarbij hij vloeiend de activiteiten voor zijn lens probeert te volgen, komt hij heel dicht bij hen en verstoort hij (blijkbaar) toch niet de situatie die hij filmt. Het resultaat is een intieme kijk binnen een gemeenschap van ontheemden, die nog altijd, wellicht tegen beter weten in, blijft hopen op een terugkeer naar huis.

Als Abu Husseins getroebleerde zoon Maher bijvoorbeeld bij de vader van het meisje Batoul om haar hand komt vragen, wijst hij dat in eerste instantie resoluut af. ‘Vergeet haar.’ Als de jongen echter blijft aandringen, geeft de man toch wat toe. ‘Geen woord erover voordat we terug zijn in Syrië.’

Tijdens de montage van The Long Season kreeh regisseur Leonard Retel Helmrich een hartstilstand. Daarna heeft hij wekenlang in coma gelegen. De film, die vorig jaar de award voor beste Nederlandse documentaire won op het IDFA, is afgerond door Ramia Suleiman en producent Pieter van Huystee.

Enkele maanden geleden is Retel Helmrich, die allerlei internationale prijzen won voor zijn Indonesische documentairetrilogie De Stand Van De Zon, Maan en Sterren, benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij is nog altijd aan het revalideren.

City Of Ghosts


Het zou me niet hebben verbaasd, zo schreef ik in mijn jaaroverzicht voor 2017, als Matthew Heineman de Oscar voor beste documentaire zou winnen met City Of Ghosts (92 min.), een onontkoombare film over Syrische burgerjournalisten die met gevaar voor eigen leven berichten over de gruwelen van IS. De prijs zou echter gaan naar Icarus, een fascinerende documentaire over het Russische dopingprogramma.

In 2016 was Heineman al eens dichtbij een Oscar met Cartel Land (nog steeds te zien op Netflix), een geweldige film over de drugsoorlog die op de grens van de Verenigde Staten en Mexico wordt uitgevochten (en die onlangs een krachtig vervolg kreeg met de miniserie The Trade). Zijn volgende film City Of Ghosts is opnieuw een mokerslag die je nog dagen op je bakkes voelt: actueel, urgent en superspannend. Niet eerder werd de nefaste ideologie van Islamitische Staat, dat alles wat het Kalifaat voor de voeten loopt letterlijk de kop probeert af te hakken, zo pregnant in beeld gebracht.

De Amerikaanse filmmaker volgt de burgerjournalisten van het collectief Raqqa Is Being Slaughtered Silently, die met gevaar voor eigen leven, en dat van hun dierbaren, proberen te berichten over de dagelijkse dreiging van het leven met/onder IS. Zelfs in het buitenland zijn deze onbekende helden, die de Duivel brutaal in de bek hebben gespuugd, niet meer veilig als IS-cellen worden ingezet om hen met grof geweld uit de weg te ruimen.

De angst die hen begeleidt bij elke stap die ze zetten, elk stuk dat ze schrijven en elke misstand die ze fotograferen of filmen – en de moed die ze ergens diep van binnen toch steeds weer vinden om hun missie te vervolgen – wekt evenveel bewondering als verbazing. Hoe blijf je mens in dit genadeloze kat- en muisspel? Gaandeweg dringt in deze doodenge docu echter het besef door dat ze helemaal geen keuze meer hebben: ‘Of we winnen of ze doden ons allemaal.’