The Shadow Scholars

IDFA

Een geslaagde documentaire ontsluit een nieuwe onbekende wereld of laat een bekende wereld op een nieuwe manier zien. In The Shadow Scholars (98 min.) legt Eloïse King de verborgen industrie van ‘academic writing’ bloot. Tegen betaling schrijven hoogopgeleide Kenianen stiekem schoolopdrachten, verslagen en proefschriften voor westerse studenten. Dat wringt in alle opzichten. ‘Soms zie ik een student afstuderen met een uitstekend cijfer’, zegt zo’n schrijver. ‘En dan denk ik: ‘dat had ik zelf kunnen zijn!’

Als protagonist voert King verder Patricia Kingori, de jongste vrouwelijke en zwarte professor van Oxford, ten tonele. Zij heeft jarenlang onderzoek gedaan naar deze clandestiene betaalde service, waarvan naar schatting inmiddels 37 miljoen westerse (ex-)studenten gebruik hebben gemaakt. Aanvankelijk wilde Kingori zelf niet in de documentaire – die moest immers om de Afrikaanse ‘ghost writers’ en hun onmogelijke positie in deze markt draaien – maar uiteindelijk heeft ze zich toch laten overtuigen.

En bij nader inzien bleken haar eigen ervaringen als zwarte wetenschapper ook wel exemplarisch voor de grotere thematiek die deze film eveneens wil aansnijden: hoe zwarte mensen vaak automatisch aan het kortste eind trekken. Zo ging het vroeger al: plantagehouders claimden bijvoorbeeld doodgemoedereerd de ideeën van hun slaven. Sindsdien is er in wezen weinig veranderd. Via de zogenaamde ‘essay mills’, waar vraag en aanbod samenkomen, worden Afrikaanse schrijvers vaak met een fooi afgescheept.

Erkenning voor hun werk zit er in elk geval niet in. Ze willen onze ideeën, maar ons niet, zegt één van deze schrijvers, die stuk voor stuk alleen onherkenbaar aan de film willen meewerken. Met deepfake-technologie zwarte gezichten maskeren blijkt – hoe treffend – alleen nog behoorlijk bewerkelijk. De meeste deelnemers hebben zich overigens in het echt ook wel eens voorgedaan als wit en woonachtig in een westers land, in de hoop zo een opdracht binnen te slepen of een docent om de tuin te kunnen leiden.

Die praktijk is een bijeffect van het succes van Kenia: een groot deel van de beroepsbevolking is ‘overqualified & underemployed’ en bijna genoodzaakt om bij te dragen aan deze Afrikaanse oplossing voor een westers probleem. King pelt die kwestie helemaal af en voegt ook steeds nieuwe elementen toe, zoals het koloniale karakter van de hele transactie, het gevaar dat deelnemers ermee kunnen worden gechanteerd en de opkomst van artificial intelligence, die de werkgelegenheid inmiddels flink drukt.

Daarvoor neemt ze wel ruim de tijd. Na ruim een uur is haar centrale punt wel duidelijk – bijvoorbeeld via het voorbeeld van een alleenstaande moeder die slechts met heel veel moeite het hoofd boven water kan houden – en ligt er nog slechts één terrein braak: dat van de westerse opdrachtgevers. Wie zijn de studenten die een ander vragen om binnen een 24 uur een paper over een zéér specifiek onderwerp te schrijven? Die kwestie laat Eloïse King doelbewust (veelal) liggen: haar focus ligt ondubbelzinnig bij de zwarte pijn.

The Enfield Poltergeist

Apple TV+

Het is duidelijk wie de hoofdrolspelers zijn, in dat behekste huis in de Londense deelgemeente Enfield: Janet Hodgson, een meisje van elf met heel veel verbeeldingskracht. En haar moeder Margaret ‘Peggy’ Hodgson, een gescheiden Britse vrouw van 47 met vier kinderen. Omdat een klopgeest regelmatig hun huis bezoekt, worden zij vanaf 1977 twee jaar lang intensief geobserveerd door zakenman en uitvinder Maurice Grosse, die paranormale zaken ‘op een wetenschappelijke manier’ wil onderzoeken, en zijn assistent, geestenexpert Guy Playfair. De twee maken uiteindelijk meer dan tweehonderd uur audio-opnamen in ‘the haunted house’ aan 284 Green Street.

En die vormen nu het fundament onder The Enfield Poltergeist (234 Min.). Want op basis van die tapes heeft regisseur Jerry Rothwell, die enkele jaren geleden de immersieve autismefilm The Reason I Jump maakte, belangrijke gebeurtenissen gereconstrueerd. Acteurs spelen in een ingenieus decor lip sync mee met het oorspronkelijke geluid. Deze vierdelige serie bestaat dus voor een belangrijk deel uit gedramatiseerde scènes, het audio daarbij is echter authentiek en rechtstreeks afkomstig van de geluidsbanden van Grosse en Playfair. Dat is even wennen – in de Nederlandse documentaire Moeders deed Nirit Peled ’t overigens ook al – maar werkt wonderwel.

Rothwell spreekt daarnaast met (directe familie van) de Hodgsons, de woordvoerder van de zogenaamde Society For Psychical Research, medewerkers van The Daily Mirror, de BBC-verslaggever die er destijds op af werd gestuurd en diverse psychologen en (neuro)wetenschappers, die een kijkje gingen nemen bij de Hodgsons of met de wijsheid van nu naar de bizarre gebeurtenissen aldaar kijken. Ook Maurice Grosse’s aanvankelijk erg sceptische zoon Richard komt uitgebreid aan het woord. Hij liet zich gaandeweg verleiden om toch een bezoek te brengen aan het huis. Richard sprak daar toen – hij kan zich er nog altijd nauwelijks toe zetten om het te zeggen – met een geest.

Dat is maar één van de vele vreemde zaken in Enfield: er klinken allerlei sinistere geluiden, objecten vallen om of belandden op een andere plek en er wordt, natuurlijk, volop geklopt. En alles speelt zich af in, om of door de tiener Janet, die als medium lijkt te fungeren voor iets wat zich tussen hemel en aarde beweegt, een overledene wellicht die verleden heeft in dat vervloekte huis. Vanzelfsprekend ontmoet Maurice Grosse ook scepsis als hij verhaalt over zijn bevindingen. De psychologe Anita Gregory komt bijvoorbeeld eens kijken in Enfield en zet daarna in het rapport Problems In Investigating Psychokinesis grote vraagtekens bij de authenticiteit van wat zich daar afspeelt.

En die Enfield Poltergeist is, vanaf enige afstand bekeken, natuurlijk ook ‘too bad to be true’. Soms lijkt ie te citeren uit The Exorcist, een horrorfilm die halverwege de jaren zeventig immens populair is. Op andere momenten is het dan weer alsof de dan wereldberoemde ‘lepeltjesbuiger’ Uri Geller als z’n inspiratiebron heeft gefungeerd. De gebeurtenissen in de Londense deelgemeente trekken in elk geval zoveel aandacht dat zelfs de beruchte Amerikaanse spokenjagers Ed en Lorraine Warren, onlangs nog te zien in de documentaire The Devil on Trial, even poolshoogte komen nemen. En er is ook een Nederlandse connectie: het medium Dono Gmelig-Meyling meldt zich. 

Rothwell neemt dit spraakmakende verhaal krachtig bij de hand en blijft zoveel mogelijk uit de buurt van effectbejag, maar speelt alle ontwikkelingen wel bijzonder slim uit, waarbij hij bijvoorbeeld zeer gedoseerd informatie deelt. Zo valt zijn publiek eerst van de ene verrassing in de andere en wordt daarna ook nog geraakt door personages zoals Janet, Margaret en Maurice, die elk hun eigen issues meebrengen naar dat veelbesproken huis in Enfield. Het resultaat is een absolute tour de force, een bijzonder inventieve, enerverende en toch ook heel menselijke serie die het midden houdt tussen een documentaire- en een ‘based on a true story’-productie en die na bijna vier uur speeltijd nog een flinke tijd nazindert.