West Of Memphis

Sony Pictures Classics / Netflix

Al snel gaat het verhaal met de feiten op de loop. Die zijn ook zo gruwelijk dat het niet vreemd is dat ze een kleine schokgolf te weeg brengen: op 6 mei 1993 worden in een greppel nabij West Memphis in Arkansas de levenloze lichamen van drie achtjarige jongetjes aangetroffen. Vastgebonden, misbruikt. Al snel worden er drie plaatselijke tieners gearresteerd. Metalfans, ideale doelwitten voor de dan welig tierende Satanic Panic. De kwetsbaarste van de drie, een zwakbegaafde zeventienjarige jongen genaamd Jessie Misskelley Jr., legt al snel een bekentenis af en beschuldigt meteen ook de andere twee: de rustige tiener Jason Baldwin en een dwarse jongeling die met enige goede wil een diabolische persoonlijkheid is toe te dichten, Damien Echols.

En dan strijkt er een cameraploeg neer in Arkansas, die van het gruwelijke misdrijf in het Amerikaanse zuiden een zaak maakt die internationaal tot de verbeelding spreekt. Met de documentaires Paradise Lost: The Child Murders At Robin Hood Hills (1996), opvolger Paradise Lost 2: Revelations (2000) en sluitstuk Paradise Lost 3: Purgatory (2011) leveren Joe Berlinger en Bruce Sinofsky een onvervalste true crime-klassieker in drie bedrijven af: de Paradise Lost-trilogie. Hun conclusie is dat de drie jonge mannen, die inmiddels al jaren in een cel zitten, niet verantwoordelijk kunnen zijn voor de gewelddadige dood van de kleine Stevie Branch, Michael Moore en Christopher Byers.

Intussen is er een typische true crime-dynamiek op gang gekomen, die tegenwoordig vanzelfsprekend lijkt in dit soort geruchtmakende zaken. Echols, Baldwin en Misskelley krijgen bekendheid als The West Memphis Three. Amateurdetectives (waaronder Lorri Davis, die een relatie krijgt met hoofdverdachte Damien Echols) bijten zich vast in de zaak, bekendheden (Eddie Vedder, Henry Rollins en Natalie Maines) beginnen zich ermee te bemoeien en er komt een serieuze stroom boeken op gang. Overal steken intussen ‘Free The West Memphis Three’-initiatieven de kop op. De documentaire West Of Memphis (147 min.), geproduceerd door Lord Of The Rings-regisseur Peter Jackson en zijn vrouw Fran Walsh uit Nieuw-Zeeland (!), past in die ontwikkeling.

De patente documentaire van Amy Berg, die een jaar na het laatste Paradise Lost-deel wordt uitgebracht, is de weerslag van al die verschillende inspanningen, loopt de zaak nog eens zorgvuldig door en richt zich dan op een nieuwe verdachte. Nadat in het tweede deel van de trilogie van Berlinger en Sinofsky het onvergetelijke larger than life-personage John Mark Byers, de stiefvader van één van de slachtoffertjes, nadrukkelijk naar voren is geschoven als de mogelijke moordenaar – een suggestie die later overigens ook weer is ontkracht – zetten de zelfbenoemde speurders Berg en co. nadrukkelijk in op een andere stiefvader: Terry Hobbs. Na afloop zullen veel kijkers waarschijnlijk niet begrijpen waarom de man, die een relatie heeft gehad met de moeder van Stevie Branch, niet allang achter slot en grendel zit.

Typisch true crime, zou je kunnen zeggen. Het genre bestaat bij de gratie van zulke verontwaardiging. Sinds de film in 2012 is uitgebracht lijkt er alleen geen wezenlijke vooruitgang te zijn geboekt. The West Memphis Three hebben weliswaar een Pyrrusoverwinning geboekt – door een Alford Plea te accepteren, waarbij je formeel verklaart dat je schuldig bent en ondertussen staande houdt dat je onschuldig bent – en verkeren sinds 2011 op vrije voeten. Over wie op 5 mei 1993 die drie onschuldige jongetjes heeft vermoord, is echter nog altijd geen definitief uitsluitsel – al heeft Terry Hobbs, die in 2019 zijn memoires Boxful Of Nightmares uitbracht, voor menigeen nog steeds de schijn tegen.

Shut Up & Sing

Terwijl het Amerika van president George W. Bush zich in het voorjaar van 2003 opmaakt voor een bijzonder omstreden militaire inval in Irak, geeft het populaire countrytrio The Dixie Chicks uit zijn thuisbasis Texas een optreden in Londen. ‘Wij zijn tegen deze oorlog, dit geweld’, zegt zangeres Natalie Maines daarbij. ‘En we schamen ons dat de president van de Verenigde Staten uit Texas komt.’ Ze moet er zelf om lachen. Het was geen vooropgezet plan. De woorden zijn haar per ongeluk ontsnapt.

Na afloop van het concert lijkt er geen vuiltje aan de lucht. De drie vrouwen en hun management zijn tevreden over de show. Ze hebben geen idee dat half Amerika, het patriottische deel, straks over hen heen zal vallen. Regisseur Barbara Kopple registreert vervolgens van dichtbij hoe Maines en de zussen Martie Maguire en Emily Robison reageren als de conservatieve countrywereld z’n favoriete dochters in de ban doet, hun cd’s publiekelijk worden vernietigd en de algehele sfeer rond de dames ronduit bedreigend wordt.

’Ze schaden onze mannen overzee’, zegt een gast in een praatprogramma. ‘Dit zijn de domste bimbo’s die ik ooit heb gezien’, stelt een ander. En de beruchte talkshowhost Bill O’Reilly concludeert dat iemand die meiden eigenlijk eens alle hoeken van de kamer moet laten zien. Shut Up & Sing (92 min.) documenteert hoe The Dixie Chicks in de drie jaar na Maines’ slip of the tongue de storm proberen te trotseren, hun persoonlijk leven verder gestalte geven én de weg terug naar het hart van Amerika hopen te vinden.

Het is uiteindelijk een klein en menselijk verhaal over hoe je in tijden van nationale eenheid ineens helemaal uit de gratie kunt raken en hoe moeilijk het dan is om in zo’n storm, ook al raast die slechts in een glas water, echt bij jezelf te blijven. En dan, als die oorlog in Irak maar blijft voortduren en slachtoffers blijft maken, verandert zowaar de ‘you’re either with us or with the terrorists’-attitude in het land en worden de moed en standvastigheid van The Dixie Chicks (die sinds kort overigens door het leven gaan als The Chicks) alsnog beloond.