A Radical Life

Discovery+

‘Ik wilde dat mijn kinderen de besten en slimsten zouden zijn’, zegt Tania Joya vol overtuiging en recht in de camera aan het begin van de aan haar gewijde documentaire A Radical Life (84 min.). ‘Ik laat domkoppen niet de wereld overnemen.’ Dit wordt gezegd door een vrouw die getrouwd is geweest met de hoogste Amerikaan binnen de terreurgroep Islamitische Staat (IS): John Georgelas, een tot de islam bekeerde jongeling uit een welgesteld gezin in Texas. Tijdens de huwelijksvoltrekking stapte hij bewust op haar voet. Om te laten zien wie er de baas was.

In deze gedegen, soms wat vet aangezette documentaire van Ricki Stern blikt Tania gedetailleerd terug op een veelbewogen leven dat haar naar het hart van het kalifaat in Irak en Syrië zal leiden. Ze groeit op in Londen als jongste van een gezin met Bengaalse wortels, wil als kind vooral dansen en is jarenlang fan van Boys 2 Men en Madonna. De ommekeer komt ook voor haar met de aanslagen van 11 september 2001. Die wordt door sommige mensen in haar directe omgeving met gejuich ontvangen en bezorgt de grote man van de terreurbeweging al-Qaeda, Osama bin Laden, de status van ‘Robin Hood van de moslimgemeenschap’.

Als de Amerikaanse president George W. Bush vervolgens begint te spreken over een ‘kruistocht’ tegen de terroristen, is dat voor Tania reden om voortaan een nikab te gaan dragen (en om dat, met een dramatisch gebaar, te onderstrepen trekt ze tijdens het centrale interview voor deze film daadwerkelijk een zwarte sluier over haar gezicht). Haar radicalisering is vanaf dat moment een feit, wil ze maar zeggen. De stap is meteen bedoeld als middelvinger naar de extreemrechtse British National Party en skinheads die haar en andere leden van de Aziatische gemeenschap van het Verenigd Koninkrijk jarenlang hebben belaagd.

Via de website Muslim Matrimony gaat Tania Joya op zoek naar een vrome echtgenoot. Zo stuit ze op een negentienjarige Amerikaan, die zich voorstelt als Yahya al-Bahrumi. Hij zal van haar, een jong onvolwassen meisje op zoek naar ‘Aladdin’-achtige romantiek en avontuur, een Britse zuster van de bekende Nederlandse IS-bruid Laura H. maken. Daarbij is het de vraag – en die wordt aan het eind zowel aan Tania als aan (terrorisme)deskundigen voorgelegd – wat haar als (ongelukkige) echtgenote van een overtuigde jihadist valt aan te rekenen en of zij medeverantwoordelijk is voor de wandaden van IS. En moet zij de kans krijgen om zich te rehabiliteren?

Getuige A Radical Life’s enigszins zijige einde is Ricki Sterns antwoord helder: ja, vrouwen zoals de inmiddels geheel verAmerikaanste Tania Joya hebben een belangrijke signaalfunctie. Zij kunnen voorkomen dat andere verdwaasde jongeren het pad richting radicalisme nemen.

The Return: Life After ISIS

VPRO

‘Weet jij wat de Jihad echt inhoudt?’ zegt de ene kleuter tegen de andere. ‘De Jihad is belangrijk. Als je een Jihadi bent, kan niemand je pijn doen. Je bent je eigen baas, begrijp je?’ Intussen klauteren ze samen op een geïmproviseerd klimrek in Kamp Al-Roj. ‘En als je sterft als Jihadi, ga je rechtstreeks naar het paradijs.’

De kinderen zijn zojuist met hun moeders gearriveerd in het gevangenenkamp in het Noordoosten van Syrië en zullen daar nog een aanzienlijke tijd verblijven. De vrouwen komen oorspronkelijk uit Groot-Brittannië, Canada, de Verenigde Staten, Duitsland én Nederland. In hun geboortelanden zijn deze ‘bruiden’ van de terreurbeweging Islamitische Staat echter helemaal niet meer welkom. Maar waar moeten ze dan heen? En wat willen ze, ouder en soms wijzer, eigenlijk zelf?

The Return: Life After ISIS (90 min.) portretteert de vrouwen, waaronder Hafida Haddouch en Nawal Hammoudi uit Nederland, terwijl hun leven in de pauzestand staat en er alle gelegenheid is om te reflecteren op hun jeugd in het westen, hun bekering tot de fundamentalistische Islam en hun, veelal ellendige, tijd in het kalifaat. Regisseur Alba Sotorra Clua omkleedt deze herinneringen met beelden van de oorlog tegen Islamitische Staat en propagandavideo’s van de bruten zelf.

Is het voor te stellen dat de westerse tieners – want zo oud waren ze meestal toen ze radicaliseerden – ten prooi vielen aan de perverse IS-ideologie? Of valt het deze zusters van Laura H wel degelijk aan te rekenen dat ze afreisden naar het kalifaat en daar onderdeel werden van een regime dat zich schuldig maakte aan alle mogelijke mensenrechtenschendingen? Ook al kleeft er aan hun eigen handen, omdat ze thuis voor de kinderen moesten zorgen, dan toevallig geen bloed.

‘Ik wil naar huis en niet verplicht worden om hier te zijn’, moppert de Canadese Kimberly, die beweert dat ze zelfs nog nooit een verkeersboete heeft gehad. ‘Waarom wordt me de toegang tot mijn land en kinderen ontzegd?’ Haar begeleidster, de doorgaans vergevingsgezinde Koerdische vrouwenrechtenactiviste Sevinaz Evdike, reageert fel. ‘Jij misschien niet, maar je echtgenoot misschien wel. Hij kan mijn neef vermoord hebben. Mijn buurman. Mijn leraar. Of mijn vriend.’

In kampen zoals Roj bevinden zich zo’n 64.000 vrouwen en kinderen van Islamitische Staat. Deze indringende film ontdoet hen van hun afzichtelijke IS-tronie en geeft hen weer een menselijk gezicht, zónder dat ze daarmee automatisch ook de verantwoordelijkheid voor hun eigen keuzes mogen ontlopen. Verdient Hoda Muthana, een jonge Amerikaanse vrouw die onder de noemer @UmmJihad duizenden opruiende tweets plaatste, bijvoorbeeld ook een tweede kans?

Feit is dat vrouwen zoals zij worden uitgekotst door hun vroegere omgeving, waarnaar ze nu maar al te graag zouden terugkeren. Ze zitten daardoor gevangen in een soort niemandsland tussen de droom die een nachtmerrie werd – óók voor hen – en het andere leven dat hen – vanwege begrijpelijke overwegingen – niet wordt vergund. Dat schept getuige deze krachtige en ook belangwekkende film weliswaar een band, maar lijkt tegelijkertijd ook onhoudbaar. Al is het alleen vanwege die kinderen.