Het Langzame Leven Van Kees Torn

André van der Hout

Het is een tamelijk stereotiep tafereel, bij aanvang van Het Langzame Leven Van Kees Torn (53 min.), dat het imago van de cabaretier in ruste nog eens bevestigt: bij de glasbak ontdoet hij zich geroutineerd van een rugzak vol lege flessen. Een man die structureel te diep in het glaasje kijkt. Alleen de navolgende scène waarin Torn in een willekeurige supermarkt achteloos een stapel halve literblikken bier op de kassaband dropt blijft achterwege. Al meldt hij zich, zo gebiedt de eerlijkheid te zeggen, later in de film nog wel bij een drankspeciaalzaak voor een fles goede whisky.

Sinds hij nog vóór zijn vijftigste vrijwillig met vroegpensioen is gegaan als kleinkunstenaar, leeft Kees Torn volgens eigen zeggen van zijn spaargeld. ‘En dat gaat vrij hard’, zegt hij erbij. ‘Want ik rook dure sigaren.’ En daarmee is, behalve die whisky, meteen een ander terugkerend element uit zijn eigenzinnige oeuvre geïntroduceerd: ‘s mans voorliefde voor exclusieve rookwaar. In fragmenten uit zijn voorstellingen, waarmee regisseur André van der Hout dit lekker trage portret doorsnijdt, volgen al snel nog enkele ijkpunten uit Kees Torns Wondere Wereld: een ongelooflijke virtuositeit met de Nederlandse taal, lenig pianospel en heerlijk wereldvreemde humor.

En ook de hilarische act waarin hij, met het nodige kunst en vliegwerk, tijdens een voorstelling zijn been in z’n nek legt, ontbreekt natuurlijk niet in de chronologisch opgebouwde dwarsdoorsnede van zijn inmiddels afgesloten cabaretcarrière. ‘Zag er op papier wel leuk uit’, vertelt hij er gortdroog bij. Dit portret lijkt hem in eerste instantie ook af te beelden als de persoon die we al van zijn theatervoorstellingen kennen: een man uit een andere tijd, die op een ouderwetse typemachine brieven tikt aan vrienden, rustig naar vogels gaat staan turen en tijdens een potje scrabble met echtgenote José Olsthoorn de tijd neemt om een woord op te zoeken.

Gaandeweg komt vanachter het typetje Kees Torn echter een ander mens tevoorschijn. Niet zozeer een warhoofd als een sombermans. Met een alcoholprobleem, dat wel. Net als zijn vader. Een man ook die volgens eigen zeggen het vak is verleerd, die niets meer te zeggen heeft en die desondanks over genoeg denkvoer beschikt om nachten wakker te liggen. Hij heeft alleen de moed niet om dit van zich af te gaan schrijven voor een nieuwe voorstelling, bekent hij als Van der Hout doorvraagt. Om de bijbehorende maanden van afzondering aan te gaan. En dus gaat de schrijver tegen wil en dank, van zowel tekst als muziek, zonder de spotlights – of illusies – door met wat-ie altijd al deed.

Totdat het licht definitief uitgaat – of onverhoopt tóch weer aan moet.

Ruut Weissman – De Hoofdpersoon

NTR

Hij is een grote man. Letterlijk. En figuurlijk. Groter dan hij zelf waarschijnlijk in de gaten heeft. En blijkbaar was dat in de jaren zeventig – toen hij eind twintig was, theatervoorstellingen regisseerde en de Theaterschool & Kleinkunstacademie in Amsterdam runde – ook al zo. Dat verleden heeft Ruut Weissman enkele jaren geleden ingehaald. Hij werd, zoals hij dat zelf zegt, ‘meegenomen in die #metoo-storm’ en lijdend voorwerp van enkele pijnlijke publicaties.

‘Je wilt niet weten wat dat voor een impact heeft’, vertelt Weissman aan documentairemaakster Judith de Leeuw, die met hem een theatervoorstelling over de kwestie gaat maken en het maakproces daarvan wil vastleggen in een film. ‘Daar wil ik ook helemaal niet zielig over doen, maar dat is wel wat het is. Ik heb echt overwogen om voor de trein te springen op een gegeven moment.’

Ruut Weissman – De Hoofdpersoon (78 min.) start met diezelfde voorstelling, Priviliged Man, een monoloog van actrice Harriët Stroet, die ook zo haar #metoo-ervaringen heeft. ‘Ik heb bedacht dat ik hem nog een keer wil spreken’, zegt ze, alleen op het podium. ‘Ik heb hem benaderd en hij heeft zonder aarzelen ingestemd. De ontmoeting vindt plaats in een oude tuin van een grachtenhuis. In dat grachtenhuis was de school gevestigd, toen. Hier ben ik – kan ik dat zeggen? – gelukkig geweest en ook gewond geraakt.’

Als de thematiek van de voorstelling, en daarmee ook van deze documentaire, helder is neergezet, introduceert De Leeuw haar hoofdpersonage. Ze probeert hem tevens te regisseren, voorwaar geen sinecure. De spanning tussen de filmmaakster en haar protagonist – en eerder al tussen docent en student en later in de film tussen regisseur en actrice – vormen het hart van dit broeierige portret van Weissman, een overheersende man, een explosief heerschap en – soms – een aandoenlijk jongetje.

Via alle aanvaringen, toenaderingspogingen en (bijna)liefdesverklaringen, die parallel zijn gemonteerd met delen uit de voorstelling waaraan ze werken, openbaart zich een gepassioneerde kerel met een aanzienlijke geldingsdrang, ‘al was het alleen maar om mijn moeder te laten zien dat ze niet voor niets de kampen heeft overleefd’. Een alfaman, aimabel ook, die volgens eigen zeggen niet doorhad welke positie hij had. In een tijd ook, waarin dat nog best vanzelfsprekend was.

Doordat Judith de Leeuw hem in al zijn complexiteit probeert te laten zien, wordt Ruut Weissman – De Hoofpersoon een waardevolle aanvulling op alle #metoo-documentaires vanuit slachtofferperspectief, die demonstreert hoe verschillend mensen, afhankelijk van hun eigen rol daarin, dezelfde werkelijkheid kunnen beleven. Én een intense, spannende en toch ook dappere film over zo’n man, die groter lijkt dan goed voor hem (en anderen) is.

Ruut Weissman – De Hoofdpersoon is hier te bekijken.

De Terugkeer Van Drs. P.

NTR

Hij is een representant van een verloren Nederland, waarin illustere mannen als Godfried Bomans, Wim Sonneveld en Gerard Reve uitbundig met de Nederlandse taal speelden: Heinz Polzer alias Drs. P. (1919-2015). Hij zou dit jaar honderd zijn geworden. Een gedistingeerde heer met een serieuze taalkronkel, die klassiekers als Veerpont (‘Heen En Weer’), Dodenrit en Knolraap En Lof, Schorseneren En Prei heeft nagelaten. Gezongen met die onvaste, uit duizenden herkenbare stem, boordevol speelse taal en met veel, heel veel, humor.

Intimi als P’s stiefzoon en ‘tovenaarsleerling’ Ivo de Wijs, zijn chauffeur en geluidstechnicus, cabaretier Erik van Muiswinkel (die ‘s mans liedjes zingt in de voorstelling Buigt Allen Mee Voor Drs. P.), vriend en dichter Jean Pierre Rawie en Polzers biograaf Michèl de Jong steken in De Terugkeer Van Drs. P. (56 min.) de loftrompet over de ondoorgrondelijke Polzer, die via archiefmateriaal, waaronder zijn hilarische media-optredens, aan een nieuwe generatie wordt voorgesteld.

Ze belichten in deze televisiedocu van Marcel Goedhart tevens de tragische kant van het afstandelijke heerschap, dat wars was van het tonen of uitspreken van emoties. Zijn privéleven, met een naar verluidt erg lastig huwelijk, schermde hij zoveel mogelijk af. Zelfs zijn beste vrienden kwamen bijvoorbeeld nooit bij hem thuis. Totdat hij zichzelf op hoge leeftijd langzaam maar zeker begon kwijt te raken. Zijn uitgever Vic van de Reijt kreeg op een gegeven moment maar liefst twee nieuwjaarskaarten, vertelt hij. En, wat misschien nog wel tekenender was: de tekst daarop rijmde niet eens.

De purist Polzer was langzaam maar zeker aan het vastlopen in de taal die volgens hem zo lenig was. Het einde dat hij zo had gevreesd (‘heel langzaam bederven’) vormt de vanzelfsprekende climax van deze boeiende film – al hadden de wazige, figuratieve beelden van jonge adepten die zogenaamd de aftakelende P. bezoeken en verzorgen achterwege kunnen blijven. De doctorandus, zijn absurdistische werk en de verhalen daarover leveren meer dan genoeg brandstof voor een interessant portret.

Filmmaker Frank van Osch maakte in 2006 eveneens een documentaire over Drs. P. Een aanvankelijk onwillige Heinz Polzer verleende daaraan tóch zijn medewerking. Drs. P, Niet Van Talent Gespeend is nog altijd te zien op de website 2doc.nl.