Agent Of Hapiness

Dogwoof

‘Hoe gelukkig bent u, naar uw mening, op een schaal van nul tot en met tien?’ vraagt Amber Kumar Gurung, in zijn hoedanigheid van Agent Of Hapiness (90 min.), namens de Bhutanese overheid aan een jonge man die in een dorp in het Himalaya-gebergte hout staat te hakken. ‘Ik ben op dit moment gelukkig omdat ik nu in mijn dorp ben’, antwoordt die. Hij is blij dat ie terug is van enkele jaren studeren in de stad. ‘Hier in mijn dorp heb ik het gevoel dat ik begrijp wat het ware geluk is.’

Op de geluksindex – waarop cijfers zijn ingevuld voor de topics woede, aantal ezels, vergevingsgezindheid, saamhorigheidsgevoel en tevredenheid – scoort de geënquêteerde uiteindelijk een geluksniveau van negen. ‘Dat was een gelukkig man’, constateren Amber en zijn collega Guna Raj Kuikel als ze wegrijden uit het dorp, op weg naar nieuwe inwoners om te bevragen. Samen met 73 andere ‘geluksagenten’ zijn de twee door de koning van Bhutan op pad gestuurd om het ‘Bruto Nationaal Geluk’ vast te stellen. Zodat dit daarna met gericht beleid kan worden verhoogd.

De enquêteurs hebben 148 vragen meegekregen, in negen verschillende categorieën. Vragen als hoe bang of jaloers bent u op een schaal van nul tot tien?. Maar ook: hebt u een trekker, grondfrees of geit? Trouw noteren Amber en Guna alle antwoorden. Of ze zo daadwerkelijk een beeld krijgen van hoe gelukkig hun landgenoten zijn, blijft de vraag. Ze krijgen in elk geval heel persoonlijke verhalen te horen. Van een man die 108 gebedsvlaggen heeft geplant voor zijn overleden vrouw bijvoorbeeld. Het zorgelijke meisje, met een moeder die te veel drinkt. Of de transvrouw die optreedt in een bar.

Ze ontmoeten ook een rijke boer met drie vrouwen. Hij schat z’n eigen geluk in op tien. ‘Hoe gelukkig is uw eerste vrouw?’ vraagt Amber het viertal. ‘Als ze niet volkomen gelukkig was, zouden we niet zo samenleven’, antwoordt hij direct. ’Ze is gelukkig, want zelfs al ben ik niet mooi en zij niet knap, ik zal altijd voor haar zorgen.’ De vrouwen doen er verder het zwijgen toe. Als hun echtgenoot uit de buurt is, komen ze echter los. ’Als we goed voor hem zijn, is hij geweldig. En anders is hij verschrikkelijk.’ Samen zijn ze ’t overigens wel goed eens. ‘Wij drieën hebben het geluk bij elkaar gevonden.’

Intussen heeft Amber Kumar Gurung zelf ook geluksissues in deze fijne kalme film van Arun Bhattarai en Dorottya Zurbó. Hij is inmiddels boven de veertig, maar woont nog altijd bij zijn oude, fragiele moeder. Hoog tijd om spijkers met koppen te slaan tijdens het daten. Amber heeft alleen één duidelijk minpunt: hij is z’n staatsburgerschap kwijt. Na een etnisch conflict in Bhutan is hem dat in de jaren negentig ontnomen, als kind van twee. Hij realiseert zich dat hij daardoor geen goed huwelijksmateriaal is. Als Amber een jonge vrouw ontmoet, hapt hij dan ook veel te gretig toe.

Via de aandoenlijke enquêteur en de gewone inwoners die hij in alle uithoeken van Bhutan ondervraagt, tekenen Bhattarai en Zurbó het leven op in het fraaie en uitgestrekte ‘Land van de Donderdraak’. De meeste Bhutanezen moeten met weinig genoegen nemen en proberen desondanks, ieder op z’n eigen manier, het geluk te vinden. En de Koning houdt in de gaten of dat een beetje wil lukken.

Als De Nacht Maar Niet Valt

Cinema Delicatessen

‘Heb je meer dan eens aanvallen gehad, waarbij je je plotseling angstig voelde?

‘Heb je ooit de indruk gehad dat iemand of een kracht buiten jezelf ervoor zorgde dat je je gedroeg zoals je dat normaal niet doet?’

‘Verloor je toen ook wel eens de controle over jezelf?’

De vragen die enkele Noorse kinderen krijgen voorgelegd  over hun depressies en angsten stapelen zich op, de antwoorden ook. De keuze lijkt simpel: nooit – soms – vaak – heel vaak. En de implicaties daarvan zijn dat uiteindelijk ook: wel of geen psychische stoornis. Ooit, in de toekomst. Of: nooit. Vooralsnog worstelen ze ‘gewoon’ met zichzelf en het leven. Zoals tieners nu eenmaal doen.

‘If only monsters would go to bed early’, declameert de Vlaamse actrice Viviane De Muynck streng. ‘If only night wouldn’t fall.’ Zij fungeert in Als De Nacht Maar Niet Valt (82 min.) als ‘inner voice’, geschreven door Saskia de Jong. Deze essayistische film van documentairemaker Marc Schmidt is de weerslag van een zoektocht naar waar het voorkomen van psychische problemen eindigt en overcontrole begint.

‘Do you like being treated before falling ill?‘ vraagt De Muynck bij droneshots van Lake Nona, een ogenschijnlijk perfecte nieuwbouwwijk in Orlando, Florida. Never – rarely – sometimes – often. Tijdens het Lake Nona Life Project kunnen ‘citizen scientists’ participeren in een gezondheidsproject dat is gesitueerd in het echte leven. Met de nieuwste technische snufjes pogen deelnemers supergezond te blijven.

‘We willen ervoor zorgen dat je gelukkig bent’, zegt hoofd innovatie Juan Santos. ‘Daarom proberen we elke vorm van weerstand te verwijderen.’ Marc Schmidt heeft er duidelijk zijn vraagtekens bij. Hij portretteert het leven in de ‘masterplan community’ als steriel en levenloos. Een geplastificeerd bestaan, continu gadeslagen door camera’s, met allerhande apps en vanachter beeldschermen.

‘Waanzin is menselijk’, constateert de Nederlander Maarten Nijssen tegelijkertijd. Hij is op de terugweg van een ernstige psychose en wordt tijdens het re-integratietraject aan een indringend onderzoek onderworpen. Het leidt tot een wat ongemakkelijke conclusie: het gewone leven is eigenlijk maar saai. Tijdens zijn paranoïde wanen voelde Nijssen zich misschien wel meer zichzelf dan nu.

Zo bevraagt Schmidt de ‘dataficering van de geestelijke gezondheidszorg’, die wordt neergelegd in computermodellen, mental health-apps en eindeloze questionnaires. Komt met al dat onderzoek, de mogelijkheid om jezelf door te laten meten en vervolgens te verbeteren, ook de druk om psychisch gezond – en dus gelukkig – te zijn? En wat raken we kwijt met deze surveillance en ’meten = weten’-attitude?

‘Perhaps we’re off on a detour’, stelt inner voice Viviane De Muynck nog maar eens in deze bespiegelende film, waarin Marc Schmidt zijn vragen niet alleen stelt, maar ook vervat in krachtige beeldtaal en een unheimisch geluidsdecor. ‘Perhaps the body isn’t a code, but an ode to the senses.’