The Condemned

Red Zed Films & 24 Doc

Het zou de start kunnen zijn van een spannende Hollywood-thriller of actiefilm. In het hart van Rusland. In een bos, groter dan Duitsland. Waar de temperaturen in de winter dalen tot veertig graden onder nul. Op zeven uur rijden van de dichtstbijzijnde stad. Zijn 260 mannen opgesloten. In een gevangenis waar alleen moordenaars zitten. En nu maken The Condemned (79 min.) plannen om te ontsnappen…

Tenminste, als dit geen documentaire was geweest… In werkelijkheid zitten die mannen vast in de Federale Strafkolonie 56 en blijven ze daar voorlopig ook nog wel even zitten. Zij zijn onder te verdelen in twee groepen: 175 veroordeelden leven samen in een zeer hiërarchische gemeenschap, terwijl 85 levenslang gestraften juist alleen in bedompte cellen van vijf vierkante meter wonen op een zwaarbewaakte afdeling.

Zij zitten 23 uur per dag in hun cel en worden gemonitord met beveiligingscamera’s, want ze mogen overdag niet op hun bed gaan liggen. In die cel zijn ze overgeleverd aan hun eigen gedachten. ‘Het is niet moeilijk om iemand te doden’, vertelt Timur Temirov in deze ijzingwekkende film van Nick Read uit 2013. ‘Het is alleen moeilijk om ermee te leven. Ik herinner me al mijn misdaden. Allemaal. Dat is m’n ergste straf.’

Directeur Subkhan Dadashev heeft desondanks nog nooit medelijden gehad met de terroristen, (serie)moordenaars en verkrachters die hij al ruim 25 jaar onder zijn hoede heeft. Ze hebben ‘t er zelf naar gemaakt, vindt hij. Samen zijn ze goed voor maar liefst achthonderd doden. Tot zijn spijt is de doodstraf echter afgeschaft in 1996. Niet lang daarna maakten enkele ter dood veroordeelden er overigens zelf een einde aan.

Vladimir Eremeev zat ook ooit in de dodencel, maar behoort als zestiger inmiddels tot het meubilair van de gevangenisgemeenschap. Daar moet hij zich staande houden binnen een strikt systeem, met geheel eigen regels en codes. Als homo behoort Mikhail Nekrashuk bijvoorbeeld tot de onderklasse. Die bestaat verder uit mannen die zich aan een kind of jongen hebben vergrepen. Zij eten apart, met hun eigen bestek.

In deze beklemmende omgeving, koud en grijs vastgelegd, geeft Read de gedetineerde mannen de gelegenheid om te reflecteren op hun leven en verleden. Zij doen dat opmerkelijk open en zelfkritisch. Ze hebben waarschijnlijk ook weinig meer te verliezen – al is het een enkeling zowaar gelukt om vanuit de gevangenis een relatie te beginnen en kinderen te verwekken. Anderen wachten soms al jaren op contact met een familielid.

The Condemned toont de mens achter het onmens, in een omgeving die van elk menselijk gevoel is ontdaan. In het hart van Rusland. In een bos, groter dan Duitsland. Waar de temperaturen in de winter dalen tot veertig graden onder nul. Op zeven uur rijden van de dichtstbijzijnde stad. Waar – dit is tenslotte allesbehalve Hollywood – ontsnappen onmogelijk is. Zelfs niet aan jezelf.

Hurricane Katrina: Race Against Time

National Geographic

Het was het slechtst denkbare moment om arm te zijn in Amerika, stelt Malik Rahim, sociaal werker in New Orleans. Hij heeft ‘t over 29 augustus 2005, de dag waarop de orkaan Katrina een ongelooflijke ravage veroorzaakte in zijn stad, in het bijzonder in de zwarte gemeenschap van ‘The Big Easy’. De natuurramp zelf zorgde natuurlijk al voor enorme ontzetting, maar de respons van de (federale) overheid veroorzaakte niets minder dan ongebreidelde volkswoede. Alsof ’t ze in Washington, bij de Republikeinse regering van president George W. Bush, echt geen ene mallemoer kon schelen!

‘Katrina was een orkaan van overheidsfalen’ heeft Rahim dan al geconstateerd bij de start van Hurricane Katrina: Race Against Time (220 min.). ‘En het was een orkaan van onrecht.’ Twintig jaar na dato onderzoekt Traci A. Curry in de vijfdelige serie zowel de verpletterende storm, het breken van de dijken en de navolgende staat van de beleg in de ondergelopen straten van New Orleans als de nasleep en erfenis van die traumatische gebeurtenissen. ‘Wat er na Katrina gebeurde’, concludeert Malik Rahim nog altijd verontwaardigd, ‘is met geen mogelijkheid te rechtvaardigen.’

Met duizenden uren aan beeldmateriaal van de ramp en interviews met gewone inwoners, politiemensen, brandweerlieden, militairen, ambtenaren, journalisten en medewerkers van de gewraakte landelijke hulporganisatie FEMA maakt Curry een soort update van When The Levees Broke, de epische documentaireserie waarmee Spike Jones in 2006, slechts een jaar na Katrina, de desolate staat van New Orleans aan de kaak stelde. Hele gemeenschappen, van voornamelijk Amerikanen van kleur, werden volledig aan hun lot overgelaten en raakten zo grondig ontwricht.

Dat had ook met beeldvorming te maken. In Amerikaanse media werd een stad geschetst die was verworden tot een wetteloze jungle, waar winkels werden geplunderd, seksueel geweld aan de orde van de dag was en hulpverleners gedurig werden bedreigd en soms zelfs beschoten. Generaal Russel Honoré, commandant van de Joint Task Force Katrina, kan zich nog altijd opwinden als hij denkt aan hoeveel energie er moest worden besteed aan het bijstellen van die mediawerkelijkheid: het ging om mensen in nood die hulp verdienden, niet om schurken die keihard moesten worden aangepakt.

Die woedend makende maalstroom van gebeurtenissen – de veronachtzaamde bescherming van de stad, de alsmaar uitblijvende hulp, het gebrek aan oprechte interesse vanuit de autoriteiten, de criminalisering van de slachtoffers en tenslotte de manier waarop ‘t de oorspronkelijke bevolking moeilijk werd gemaakt om terug te keren naar hun eigen leefomgeving – werkt nog altijd door bij de direct betrokkenen en geeft deze diepgaande reconstructie een nóg tragischer karakter dan die andere recente National Geographic-serie over een natuurramp, Tsunami: Race Against Time.

Ook bij deze in wezen veel ernstigere ramp, die driekwart jaar vóór Katrina plaatsvond, werden gewone mensen overspoeld door ellende, die wellicht te voorkomen was geweest. De bewoners van New Orleans kregen echter ook nog eens meermaals met het ‘add insult to injury’-principe te maken: het gevoel dat ze niets waard waren – of erger – en net zo goed van de aardbodem weggevaagd konden worden.

Netflix bracht ongeveer tegelijkertijd een miniserie uit over de orkaan die in 2005 huis hield in New Orleans: Katrina: Come Hell And High Water.

Oklahoma City Bombing: American Terror

Netflix

Als maker van historische documentaires houd je er een geheel eigen agenda op na. Enige tijd voordat een ingrijpende maatschappelijke gebeurtenis een jubileum nadert, beginnen vaak al de voorbereidingen voor een nieuwe productie. Voor 19 april 2025 bijvoorbeeld, als het dertig jaar geleden is dat Timothy McVeigh een terroristische aanslag pleegde op het Alfred P. Murrah Building in Oklahoma City.

En dus bracht National Geographic onlangs de driedelige docuserie Oklahoma City Bombing: One Day In America uit. Netflix volgt nu met de documentaire Oklahoma City Bombing: American Terror (84 min.). En HBO Max probeerde de concurrentie vorig jaar al te slim af te zijn met An American Bombing – The Road To April 19th. In grote lijnen vertellen ze steeds precies hetzelfde verhaal. The devil is in the detail.

De schaal bijvoorbeeld. Neem je de aanloop naar McVeighs terreurdaad en de nasleep daarvan – van pak ‘m beet de belegering van Waco, precies twee jaar eerder, tot de bestorming van het Capitool – mee of juist niet? En belicht je alleen de gebeurtenissen ter plaatse of ook het grotere, maatschappelijke en politieke verhaal? Regisseur Greg Tillman gebruikt de dag zelf en het navolgende onderzoek als zijn uitgangspunt.

In z’n chronologische reconstructie verwerkt hij een korte terugblik op Waco, waarbij FBI-agent Bob Ricks eveneens een prominente rol speelde, en de persoonlijke herinneringen van enkele direct betrokkenen. De levensveranderende ervaring van Amy Downs bijvoorbeeld, een jonge vrouw die vast kwam te zitten onder het puin. Zij deed haar verhaal ook al in de miniserie van National Geographic. Net als Ricks trouwens.

Dat blijft nu eenmaal een thema voor een maker van docu’s over populaire onderwerpen: welke slachtoffers, ooggetuigen en functionarissen doen waar hun verhaal? En kun je hen ook exclusief krijgen? Renee Moore, de moeder van de baby Antonio die tijdens de aanslag in het kinderdagverblijf in het Murrah Builing verbleef en die één van de 168 slachtoffers zou worden, is vast benaderd voor meerdere producties.

Een andere ‘catch’ is Charlie Hanger, de agent van de Oklahoma Highway Patrol die McVeigh na de aanslag aanhield op de snelweg. Een kwestie van stom toeval. Hanger had geen idee dat dit de gezochte aanslagpleger was. Of cipier Marsha Moritz van de Noble County Jail. Zij nam bij aankomst een foto van de benige oud-militair, die alweer bijna was vrijgelaten toen hij alsnog werd geïdentificeerd als binnenlandse terrorist.

En waar houd je als maker op? Tillman concentreert zich in het laatste deel van deze boeiende, hoewel soms nét iets te vet aangezette reconstructie van 19 april 1995 zowel op het justitiële onderzoek tegen McVeigh en zijn medeverdachten Terry Nichols en Michael Fortier als op de motieven van de Golfoorlog-veteraan, die in de extreemrechtse hoek terecht was gekomen en die we nu zouden opzadelen met de kwalificatie ‘incel’.

Als ’t voor Timothy McVeigh ophoudt, besluit vervolgens ook Greg Tillman zijn vertelling.

Incident At Oglala

Carolco

Op 26 juni 1975 vallen enkele mannen het Pine Ridge-reservaat in South Dakota binnen. Pas later wordt het de bewoners duidelijk dat het om FBI-agenten gaat. Ze zijn op zoek naar Jimmy Eagle, die wordt verdacht van het stelen van een paar cowboylaarzen. Dan hebben de aanwezige Lakota Sioux-indianen, die zich bijna van nature – en niet zonder reden – bedreigd voelen, echter allang naar de wapens gegrepen. Een intens vuurgevecht kost twee FBI-agenten en één ‘native American’ het leven.

Na de ‘shoot out bij Jumping Bull’ worden drie bewoners van het reservaat aangeklaagd. Onder hen is Leonard Peltier, die ervan wordt beschuldigd dat hij de agenten koelbloedig heeft geliquideerd. Hoewel Peltier, die zelf ook aan het woord komt in Incident At Oglala (90 min.) van regisseur Michael Apted, ontkent, verdwijnt hij voor onbepaalde tijd achter de tralies. In de navolgende jaren zal hij uitgroeien tot een martelaar, die figureert in films (Apteds eigen Thunderheart), wordt bezongen in songs van U2, Rage Against The Machine en Little Steven en zelfs een eigen standbeeld krijgt in Washington D.C.

Behalve de schietpartij op Pine Ridge en de nasleep daarvan schetst deze documentaire uit 1992 ook nadrukkelijk de deplorabele situatie van de native Americans, de oorspronkelijke inwoners van de Verenigde Staten. In de reservaten waartoe zij al generaties lang zijn veroordeeld blijven armoe, ziekte en verslaving schering en inslag. Dit heeft in de jaren vóór Jumping Bull al geleid tot de bezetting van het historisch beladen stadje Wounded Knee, waar in 1890 een enorme slachtpartij onder indiaanse stammen werd aangericht. En die actie heeft weer geleid tot talloze rechtszaken en allerlei gewelddadige confrontaties met de FBI.

Deze klassiek opgezette documentaire is voor hedendaagse begrippen tamelijk traag en uitleggerig, met een duidelijk aanwezige verteller (Robert Redford), heel veel pratende hoofden en aansluitend archiefmateriaal en figuratieve beelden van het reservaat. Michael Apted, een veelzijdige filmmaker die zowel een James Bond-film (The Word Is Not Enough) als de legendarische documentaireserie Up op zijn naam heeft staan, laat evenwel zowel ‘native Americans’ als vertegenwoordigers van de lokale en federale overheid aan het woord. Gezamenlijk schetsen zij het enorme wantrouwen dat is ontstaan tussen Amerika’s oorspronkelijke bewoners en de (federale) overheid. En dat – zo maakt Incident At Oglala glashelder – móest wel tot gewelddadige aanvaringen leiden.

Leonard Peltier verblijft ondertussen al een kleine halve eeuw in de gevangenis.