The Life And Deaths Of Christopher Lee

Sky

Die diepe, sinistere stem is uit duizenden herkenbaar. Als Saruman, Francisco Scaramanga en – natuurlijk – Graaf Dracula. Van gene zijde vertelt de Britse acteur Christopher Lee (1922-2015) nu zijn levensverhaal – ook al ligt hij in werkelijkheid dus al tien jaar in z’n graf. Maar dat was tijdens zijn filmcarrière eigenlijk ook nooit een beletsel.

‘How do you do? I am Christopher Lee… How do you do? I am Christopher Lee…’ Na even zoeken heeft acteur Peter Serafinowicz Lee’s stem te pakken en kan hij aan dat levensverhaal beginnen. ‘On the 7th of June in the year 2015 I passed away at the age of 93’, gaat hij voortvarend van start. ‘To some this might seem like a defining moment, but not me. Oh no, by then I had become quite accustomed to dying.’

Tegen die tijd heeft zijn stem ook al een gezicht gekregen: van een lange gedistingeerde heer met een donkere oogopslag en strenge wenkbrauwen. Hij lijkt verdacht veel op Christopher Lee, maar beweegt houterig en wordt door een andere man met de hand aangestuurd. Een marionet, juist. En daarmee kan de documentaire The Life And Deaths Of Christopher Lee (102 min.) daadwerkelijk van start.

Over een jonge Britse acteur, afkomstig uit een bevoorrecht milieu, die na een rol als spion (?) tijdens de Tweede Wereldoorlog een tijd anoniem figureert in allerlei films. Totdat hij ineens wordt ontdekt als de infame Graaf Dracula, een horrorheldenrol die hij nog talloze malen, in verschillende gedaanten, zal herhalen in enkele kaskrakers en nog veel meer – en dan formuleren we het sympathiek – B-films.

Christopher Lee heeft zichzelf voorgoed getypecast als slechterik. Voor een James Bond-film, Star Wars én de Lord Of The Rings-trilogie. Al had hij daarin, als enorme Tolkien-fan, liever de goede tovenaar Gandalf gespeeld, vertelt regisseur Peter Jackson. Lee deed zelfs ongevraagd auditie, maar moest toch genoegen nemen met de rol die hem op het lijf was geschreven: de boze tovenaar Saruman.

Met insiders zoals zijn nicht Harriet Walter, actrice Caroline Munro en de filmmakers John Landis en Joe Dante loopt ‘Christopher Lee’ (ofwel: Serafinowicz, ingefluisterd door documentairemaker Jon Spira) onderkoeld en niet zonder zelfspot zijn eigen leven langs. Dat wordt natuurlijk geïllustreerd met talloze (enge) filmfragmenten, terwijl enkele vormende gebeurtenissen zijn vervat in animaties.

In die ruim negentig jaar zitten meer dan genoeg saillante verhalen – ‘s mans oorlogsactiviteiten zouden Lee’s neef Ian Fleming bijvoorbeeld op het spoor hebben gezet van het personage 007 – maar de man zelf komt, ondanks zijn meermaals aangetoonde vermogen om terug te keren uit het graf, toch niet helemaal tot leven. Hij blijft een beetje verscholen achter dat onheilspellende uiterlijk en die stem.

Treffend is wel het tv-interview, nadat hij voor z’n verdiensten is geridderd. Sir Christopher Lee heeft net verteld hoe trots hij is op zijn rollen als Indiase politicus in de kwaliteitsfilm Jinnah, de Bond-schurk in The Man With The Golden Gun en de tragische Saruman. Hij is een vertrouwd gezicht voor meerdere generaties geworden. Waarna de interviewster het gesprek bot afrondt met de woorden ‘Nog steeds de horrorkoning’.

‘De koning van wat?’ reageert Lee, als door een adder gebeten. ‘Ik heb in geen 34 jaar in een horrorfilm gespeeld!’ Heel even valt hij uit zijn rol en klinkt dan bijna net zo gevaarlijk als in zijn beste/slechtste Dracula-jaren.

Rusteloze Zielen: Scènes Uit De TBS

VPRO

Een hand speelt met een streng haar. Één enkel oog in een extreme close-up. Het oog zingt. ‘Couldn’t look you in the eye.’ Creep, Radioheads eerste hit. Ook de lippen vallen in. ‘I wish I was special. So fuckin’ special’. Een jonge vrouw, één met de woorden van zanger Thom Yorke. ‘But I’m a creep. I’m a weirdo. What the hell am I doing here?’ Ze wordt afgebroken voordat ze ‘I don’t belong here’ kan zingen.

Zij is ter beschikking gesteld. Veel meer dan die mond, de hand en dat oog krijgen we niet te zien van haar. ‘Ik ben geen lelijk persoon. Ik zie er wel goed uit’, zegt ze, buiten beeld. ‘Maar soms als ik in de spiegel kijk, zie ik weer helemaal dat verminkte gezicht. En omdat ik ooit eens een keer slachtoffer was, voordat dit allemaal begon in de TBS, ben ik dader geworden.’

De korte documentaire Rusteloze Zielen: Scènes Uit De TBS (25 min.) van Ingrid Kamerling richt zich niet op het dagelijks bestaan van TBS-patiënten, hun leefomstandigheden of het nut van de opgelegde maatregel. Dit is een zinnenprikkelende film over hoe enkele patiënten van de Utrechtse Van der Hoeven Kliniek in het reine willen komen met het verleden en hun leven ten goede proberen te keren. 

Óók, of júist, als ze een verpletterende boodschap hebben gekregen. ‘Je moet je richten op een leven binnen’ kreeg een andere jonge vrouw te horen. ‘Je komt nooit meer buiten.’ Het waren niet eens de stemmen in haar hoofd die spraken. Die haar eerder tot brandstichting hadden aangezet. En die haar nu vertellen dat de theaterdocent haar eigenlijk niet op het podium wil en steeds minder tekst zal geven.

Terwijl ze eigenlijk snakt naar dat spel. ‘Als je lang in TBS zit, word je niet meer aangeraakt. En als we samen spelen, raken we elkaar ook heel veel aan. En dat is gewoon heel fijn.’ En, ook niet onbelangrijk: de stemmen vallen stil. Even. Het geeft haar, en de andere deelnemers aan een theaterproject, wellicht de kans om binnenbrandjes te blussen en een nieuw beter ik te exploreren.

‘In de bajes zit je om wat je gedaan hebt…’, vertelt een doek in Delfts blauw. ‘In de TBS om wat je te doen hebt…’ Het is een opdracht waarmee ieder voor zich worstelt. Kamerling slaat dat proces van heel dichtbij gade en dringt zo door tot het zielenleven van haar personages, terwijl ze hen toch niet nodeloos onder het vergrootglas legt. Een nerveus tappende voet, voortdurend wrijvende vingers en een licht trillende haardos. Impressies uit levens in de pauzestand, die toch niet stil kunnen blijven staan.

Rusteloze Zielen: Scènes Uit De TBS is hier te bekijken.