Kampen Om Pusher Street

HBO Max

Van de idealen waarmee de hippievrijstaat Christiania in de jaren zestig werd uitgeroepen in de Deense hoofdstad Kopenhagen, lijkt ruim een halve eeuw later weinig meer over. Criminele bendes bevechten elkaar op leven en dood, op een plek waar bloemenkinderen ooit droomden over vrede op aarde. Met als absoluut dieptepunt de moordaanslag van de Loyal To Familia-bende op een dertigjarige Hells Angels-prospect in augustus 2023, overdag en midden op straat, waarbij ook vier onschuldige omstanders worden geraakt.

De zesdelige serie Kampen Om Pusher Street (internationale titel: Gang War: Pusher Street, 256 min.) reconstrueert met dealers, agenten, deskundigen en gewone ‘Christianieten’ hoe ‘t zover heeft kunnen komen. De ellende begint in elk geval in de jaren zeventig met wiethandel in en om de coffeeshop Woodstock en de Community Kitchen. De hippiewijk ontwikkelt zich dan tot ‘de sociale vuilnisbelt van Denemarken’. Een wetteloze buurt met junks en dealers, die door de Deense politie zelfs actief naar Christiania zouden worden gestuurd.

En dan melden zich in de jaren tachtig ook nog motorbendes zoals Bullshit, Black Sheep en de Hells Angels, die de heerschappij in de internationale wiethandel, waarin Nederland dan overigens een absolute voortrekkersrol speelt, naar zich toe willen trekken. Om de ellende te beteugelen stellen bewoners in het hart van Christiana een soort vrijhandelszone in: Pusher Street. Daar zal ’t echter tot keiharde confrontaties tussen de politie en Christianieten komen, die doen denken aan de heftige Nederlandse krakersrellen in min of meer diezelfde tijd.

Als in 1993 de zogeheten ‘kerstvrede’ wordt getekend, lijkt de rust zowaar weder te keren op Pusher Street. De wiethandel begint meteen ouderwets te floreren. En dat valt ook de bikers op. Die willen een deel van de buit, goedschiks dan wel kwaadschiks. Voor de nieuwe rechtse regering van Denemarken is de maat in 2003 vol: politiecommandant Bjarne Christensen, bijgenaamd De Straatgeneraal, Bjarne Beenklem én Shit Bjarne, krijgt de opdracht om deze losgeslagen Deense variant op Ruigoord eens een toontje lager te laten zingen.

Regisseur Søren Rasmussen brengt al deze verwikkelingen met een karrenvracht aan archiefmateriaal in beeld en illustreert de sleutelmomenten in de tumultueuze Christiania-historie bovendien met poppetjes op een maquette van de wijk. Zo krijgt hij de atmosfeer in de anarchistische vrijstaat en de bijbehorende tijdgeest uitstekend te pakken – al beginnen de schermutselingen tussen de politie, bewoners en (straat)bendes al snel als een eindeloze herhaling van zetten te voelen. Dat tekent tegelijk ook het gebed zonder end dat die strijd is geworden.

De Kampen Om Pusher Street haalt het slechtste in de mens boven – van puberale provocatie en keiharde criminaliteit tot verbeten zero tolerance en een oog-om-oog-tand-om-tand mentaliteit – en ondermijnt het idee waarmee Christiania ooit is gesticht volledig. Totdat de vraag op tafel komt hoeveel toekomst deze vrijstaat, Pusher Street in het bijzonder, nog heeft.

Legale Wiet

&Bromet / KRO-NCRV

Het duurt niet lang, nooit eigenlijk, voordat Frans Bromet heeft gevonden waar het schuurt in de plannen van de overheid om een experiment met legale wietteelt op te zetten. John en Ines Weijers zijn bijvoorbeeld al jarenlang actief als wietkweker. Volgens eigen zeggen is de politie daarvan altijd op de hoogte gesteld en hebben ze ook netjes belasting betaald. Toch is het tot een veroordeling gekomen. Eerst louter symbolisch, zonder daadwerkelijk straf. Later heeft het stel van de Hoge Raad echter één maand voorwaardelijke gevangenisstraf aan zijn broek gekregen.

John en Ines moeten ook een aanzienlijke boete betalen, waardoor ze zelfs, wederom volgens eigen zeggen, hun huis hebben moeten verkopen. Vanzelfsprekend staan ze nu te trappelen om onderdeel te worden van het aangekondigde wietexperiment, zodat ze financieel weer een beetje Boven Jan kunnen komen. Één probleem: dat experiment is alleen toegankelijk voor telers zónder strafblad. Het is het Nederlandse gedoogbeleid in een notendop: gebruik en verkoop zijn al enige tijd legaal, maar de aanlevering bij coffeeshops, via de zogenaamde achterdeur, is officieel altijd illegaal gebleven. Met nu mogelijk heel vervelende gevolgen voor traditionele toeleveranciers zoals het echtpaar Weijers.

In deel 1 van Legale Wiet (55 min.) uit 2021 melden zich ook nieuwe spelers op de cannabismarkt, zoals Project C. Dit samenwerkingsverband van een kassenbouwer, voormalig statenlid van de SP, huisarts en advocaat (Peter Schouten, die de laatste tijd regelmatig in het nieuws is als advocaat van kroongetuige Nabil B. en vriend van Peter R. De Vries) wil het groot aanpakken en overweegt zelfs om aandelen uit te geven. Veel bewoners van de gemeente die ze op het oog hebben, het Brabantse Etten-Leur, zitten echter helemaal niet te wachten op zo’n ‘wietfabriek’ in de omgeving. Ze beginnen zich daartegen te verzetten.

Geïnteresseerd en toch kritisch gaat Frans Bromet het gesprek aan met al deze actoren, waarbij ook één van de initiatiefnemers van het experiment, huidig Tweede Kamer-voorzitter Vera Bergkamp (D66), de burgemeesters van de beoogde experimentgemeenten Tilburg en Etten-Leur en enkele coffeeshophouders een duit in het zakje mogen doen. Intussen dreigt het experiment, dat zich nu al jaren voortsleept en in die tijd ook Bromet licht moedeloos lijkt te maken, vast te lopen in een bureaucratisch moeras. In dat opzicht is deze gespreksfilm tevens een treffend portret van het Nederlandse softdrugsbeleid. Jarenlang liepen we voor de muziek uit, tegenwoordig vooral achter de feiten aan.

Het tweede deel van Legale Wiet (56 min.), uitgebracht in de zomer van 2024, lijkt in eerste instantie een herhaling van zetten: overheid en leveranciers houden elkaar nog altijd in een houdgreep. Intussen spreekt Frans Bromet met voormalig minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ernst Kuipers, steekt z’n licht op bij een Amerikaanse wietteler en een aantal nieuwe initiatieven en zoekt enkele deelnemers aan het experiment, zoals John en Ines Weijers, opnieuw op. En dan lijkt er zowaar toch iets van beweging te komen in het wietdossier…

Sasquatch

Hulu

In oktober 1993 zou hij, nabij een grote wietkwekerij in Mendocino County, drie dodelijke slachtoffers hebben gemaakt. Sasquatch (139 min.). Ofwel: Bigfoot. Een soort angstaanjagende combinatie van beer en gorilla. Het mythische monster zou nog altijd ronddolen in de uitgestrekte bossen van de zogenaamde ‘Emerald Triangle’, een soort Californische vrijstaat waar eind jaren zestig een contingent hippies is neergestreken. Heeft hij een kleine dertig jaar geleden inderdaad drie gruwelijk verminkte lijken achtergelaten op Spy Rock Road?

De morsige journalist David Holthouse was ter plaatse toen het gerucht over de drie lijken de ronde begon te doen. De zaak heeft hem sindsdien nooit meer losgelaten. Nu gaat hij alsnog op onderzoek uit in het uitgestrekte gebied, dat wordt bevolkt door losgeslagen cannabistelers, verdorven Hells Angels en onversaagde Sasquatch-jagers en dat eerder het decor vormde voor de white trash-docuserie Murder Mountain. Als Bigfoot ergens op zijn plek zou zijn, dan is het in dit wetteloze land.

Regisseur Joshua Rofé volgt Holthouse als die met bibberende camera afspreekt op duistere plekken, telefoontjes voert met vervormde stemmen en onherkenbaar gemaakte bronnen met namen als Razor, Ghostdance en – juist! – Bigfoot aan de tand voelt. Wat niet (meer) is te filmen, zoals de sinistere gebeurtenissen in het najaar van ‘93, is in grimmige animaties vervat. Intussen wordt de queeste die begon als een zoektocht naar de geheimzinnige überprimaat gaandeweg een rondgang door het (semi)criminele circuit van Mendocino, speurend naar wat er toentertijd kan zijn gebeurd.

Zoals dat gaat in dit soort true crime-series loopt de protagonist het ene na het andere dwaalspoor af, hoort hij ademloos smeuïge van-horen-zeggen verhalen aan en laat hij zich ook wel eens ongenadig – jawel! – het bos insturen. Daar ziet de kijker op een gegeven moment allang de bomen niet meer. Begrijpelijke wraakactie? Afrekening binnen de plaatselijke penoze? Of tóch een onsmakelijk Broodje Sasquatch?

Over het ondoorgrondelijke monster zijn overigens talloze ‘documentaires’ gemaakt, waaronder het hilarische Shooting Bigfoot.

Cannabis

KRO-NCRV

Hij is een wat tragische ‘poster boy’ geworden voor het Nederlandse softdrugsbeleid: Johan van Laarhoven, de grote man van de coffeeshopketen The Grass Company. In 2014 werd de Brabander gearresteerd in Thailand. Hij zou voor jaren achter de tralies verdwijnen en moest zien te overleven in ronduit erbarmelijke omstandigheden. Het initiatief voor zijn aanhouding zou volgens zijn broer en compagnon Frans en z’n advocaten Gerard Spong en Sidney Smeets zijn gekomen vanuit het drugsgidsland Nederland. Iets wat door het Openbaar Ministerie dan weer wordt genuanceerd.

De zaak Van Laarhoven loopt als een rode draad door de zesdelige serie Cannabis (304 min.) waarin Arjen Sinninghe Damsté stijlvol door de geschiedenis van het Nederlandse softdrugsbeleid zwiert. Van het hippiefestival Kralingen en de allereerste Amsterdamse coffeeshops tot de hedendaagse wietzolders, internationale cannabisindustrie en medicinale wiet. In de tussenliggende jaren is er altijd reuring geweest rond het vaderlandse gedoogbeleid. Was het niet de aanhoudende kritiek vanuit Amerika, waar al decennia een ‘war on drugs’ wordt uitgevochten, dan ontstond er wel een enorm schandaal rond het feit dat politie en justitie enorme hoeveelheden drugs bleken te hebben doorgelaten, de zogenaamde IRT-affaire.

Cannabis geeft crimefighters het woord, maar focust zich vooral op de vrije jongens die ooit besloten om een boterham te gaan verdienen met hashhandel. Zij zouden stelselmatig worden gemangeld tussen de steeds steviger optredende overheid en de altijd weer brutaler denkende georganiseerde misdaad. Zo kreeg Henk de Vries, eigenaar van de befaamde coffeeshop The Bulldog, tussen de invallen van de politie en belastingdienst door bijvoorbeeld ineens bezoek van ene Klaas Bruinsma. Het criminele kopstuk kondigde doodleuk een vijandige overname van de coffeeshop aan. Niet veel later werd Bruinsma geliquideerd. De Vries had er niets mee van doen, zegt hij. ‘Ik moet er enkel bij zeggen: ik was op dat moment wel bereid om het te doen. Iemand anders heeft mijn probleem opgelost.’

Met zulke verhalen uit alle uithoeken van de softdrugswereld dringt Cannabis, lekker sjiek gefilmd en verlevendigd met bijzonder fijn archiefmateriaal, door tot het hart van een business die zich noodgedwongen op het snijvlak tussen legaal en illegaal afspeelt. Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor de joyeuze verteller Tom Vermeir. Met losse, informele voice-overs, die qua toonzetting doen denken aan de series Schuldig en Stuk, en het nodige kunst- en vliegwerk houdt hij de verschillende verhaallijnen en personages bij elkaar. Vermeir moet ook steeds de verbinding leggen met de zaak Van Laarhoven, waarin Nederlands dubbelhartige houding tegenover softdrugs, vervat in die ene multi-interpretabele term ‘gedogen’, nog eens goed onder het vergrootglas komt te liggen.

De kwestie rond de Brabantse coffeeshophouder claimt gaandeweg steeds meer ruimte. Als in de slotafleveringen de vraag op tafel komt of Van Laarhoven naar Nederland kan worden gehaald (en of hij hier dan nog de rest van zijn straf moet uitzitten), schaart Sinninghe Damsté zich bovendien heel nadrukkelijk aan zijn kant en krijgt het Openbaar Ministerie ondubbelzinnig de schurkenrol toebedeeld. Het is een laatste akte die deze ambitieuze serie enigszins uit het lood trekt.