Fighting The Silence

IF Productions

Sommige vrouwen vertelden pas jaren later dat ze waren verkracht. Anderen bleven zwijgen. Tijdens de burgeroorlogen die rond de eeuwwisseling woedden in Congo leek seksueel geweld bijna een integraal onderdeel van het gevecht. ‘Ik schaamde me’, vertelt een vrouw, die werd overweldigd door een groep soldaten, in Fighting The Silence (52 min.). ‘Want het is hier niet normaal dat een volwassen vrouw naakt rondloopt en haar man moet vertellen dat ze verkracht is.’

Alsof dat ergens normaal is…  Na het zien van deze film van Ilse en Femke van Velzen uit 2007 is het alleen de vraag of ’t misschien tóch normaal is in Congo. Niet normaal, als in: geaccepteerd. Maar normaal, als in: regelmatig voorkomend. De Nederlandse tweelingzussen Van Velzen maakten diverse films over de positie van vrouwen in Afrika en laten in deze film zien hoe seksueel geweld vanuit de eigen cultuur kan worden vergoelijkt. Zodat de betrokken vrouwen eigenlijk tweemaal bruut worden overweldigd.

Vrouwen worden in Congo als minderwaardig gezien, stelt Chantal Andzjelani Kakozi van de hulporganisatie Sobifef, die opvanghuizen voor verkrachte vrouwen is gestart. Dat wordt treffend geïllustreerd door een Congolese man die bij thuiskomst ontdekt dat er iets loos is. Zijn vrouw ligt huilend op bed. Hij reageert zoals zijn cultuur hem blijkbaar heeft ingegeven. ‘Ik zei: een vrouw delen met een Burundees kan echt niet’, herinnert hij zich. ‘Je gaat terug naar je familie. Ik laat je los en hoef m’n bruidsschat niet terug.’

‘Als je als man bij je verkrachte vrouw blijft’, zegt een andere man even later, ‘dan krijg je geen rust.’ Zelfs kameraden blijven je dan lastigvallen. ‘Als je een beetje ruziet met vrienden, zeggen ze: jij deelt je vrouw met FDD soldaten. Wat kan je dan nog zeggen?’ Als Chantal Kakozi in gesprek gaat met mannen over seksueel geweld, krijgt ze dan ook alle mogelijke vormen van ‘victim blaming’ op zich afgevuurd – en het idee dat verkrachting door de legers van Burundi, Rwanda en Oeganda in Congo zou zijn geïntroduceerd.

‘De cirkel eindigt nooit omdat er niet gestraft wordt’, constateert Kakozi moedeloos, als ze de man – jongen – die zich heeft vergrepen aan een heel jong meisje in de gevangenis tevergeefs ter verantwoording probeert te roepen. Er is geen beginnen aan, lijkt de conclusie van Fighting The Silence in eerste instantie – ook al schreeuw je ’t van de daken. Toch vinden de zussen Van Velzen aan het einde van hun diep treurige film een sprankje hoop: een echtgenoot die z’n vrouw weer in genade heeft aangenomen.

Na Fighting The Silence maakten Ilse en Femke van Velzen nog twee films in Congo, Weapon Of War (2009) en Justice For Sale (2011). De drie documentaires vormen samen de Congo-trilogie.

Metissen Van België

Hugo (l) en Jaak (r) in Congo / De Chinezen / VRT

Wat een hand kan zeggen. Als hij liefdevol op die van een ander wordt gelegd. Geruststellend, troostend. Ik hoor je, zie je, voel je. 

Of als hij om een schouder wordt geslagen. Vaderlijk, begripvol. Maar ook: steun zoekend. 

En als hij, trillend, contact probeert te leggen. De afstand die onderweg is ontstaan wil overbruggen.

Metissen Van België (136 min.) had een veredelde versie van de televisieprogramma’s Spoorloos en Verborgen Verleden kunnen worden, waarin (verweesde) volwassenen voor de camera op zoek gaan naar hun oorsprong. Uiteindelijk is deze productie van Steven Crombez tot zoveel meer uitgegroeid: een collectieve zoektocht naar identiteit, verbinding en (zelf)respect, tegen de achtergrond van het kolonialisme.

Met deze driedelige serie belicht Crombez een zwarte bladzijde uit de koloniale geschiedenis van België. Daarvoor start hij in het Rwandese dorp Save, waar in de jaren veertig en vijftig een internaat voor ‘mulattenkinderen’ was gevestigd. Deze kinderen uit Congo, Rwanda of Burundi, het product van de relatie tussen een Belgische witte man en een lokale zwarte vrouw, namen daar, vaak zonder dat ze het zelf door hadden, definitief afscheid van hun ouders. 

‘Wij waren mulâtres’, stelt Georges. ‘Dat is de kruising tussen een paard en een ezel.’ Germaine vult aan: ‘Kinderen van de zonde. En onze moeders waren hoeren. Onze vaders trof geen schuld.’ Toen in de jaren vijftig de Congolese onafhankelijkheidsstrijd losbarstte, werden honderden van deze kinderen overgebracht naar België. ‘God heeft de blanke en de zwarte geschapen’, zei de latere Belgische premier Joseph Pholien ooit. ‘De duivel heeft de metis geschapen.’

Deze kinderen kwamen terecht bij pleeggezinnen of in weeshuizen. Hun koloniale dossiers zijn pas onlangs vrijgegeven, zestig jaar na de onafhankelijkheid. Sindsdien kunnen zij – als ze dat willen – op zoek gaan naar waar ze vandaan komen. ‘Ik heb hier ontdekt dat mijn geschiedenis die mij aangeleerd was, voor een groot deel gelogen was’, stelt Jacqueline tijdens een bezoek aan haar geboorteland Rwanda. ‘Blijkt dat ik niet ben wie ik dacht te zijn.’

Jacqueline, die als tweejarig meisje afscheid moest nemen van haar complete familie, is één van de drie metissen die Steven Crombez volgt naar hun geboorteland. Voormalig politierechercheur Jaak gaat met zijn volwassen zoon Hugo, die hij bepaald geen gemakkelijke jeugd heeft bezorgd. En Paul probeert het contact met zijn moeder in Rwanda te herstellen. Zij schreef hem jarenlang wanhopige brieven, die hij vaker dan hem nu lief is onbeantwoord liet.

Deze aangrijpende persoonlijke verhalen, sereen gefilmd in een zeer fotogenieke omgeving, worden verdiept en verbreed door lotgenoten. Hun herinneringen zijn niet minder indringend. ‘Zelfs nu nog denk ik bij mezelf dat het misschien beter is dat ik geen kinderen heb gekregen’, bekent Eveline bijvoorbeeld. ‘Ik zou niet gewild hebben dat ik geen goede moeder had kunnen zijn, dat ik ze niet had kunnen bieden wat een kind nodig heeft.’

‘Ik heb geprobeerd Belg te zijn’, zegt Georges. ‘Ik heb geprobeerd Vlaming te zijn. Maar uiteindelijk, het racisme brengt je terug tot de werkelijkheid.’ Op een bepaald moment ging hij zich afvragen: ‘wie ben ik dan? En dan moet je jezelf een antwoord geven en zeggen: ik ben wie ik ben. Ik ben metis. Ik ben tussenin. Daar is niks mis mee.’ Het is een even vanzelfsprekende als pijnlijke constatering, waarmee hij zichzelf eindelijk de hand reikt.

Om vrede te vinden met wie hij is, net als al die anderen: een metis van België.

Trailer Metissen Van België