The Takedown: American Aryans

HBO Max

Het was ongelooflijk wat ze in 2008 aantroffen in het huis van Aryan Brotherhood of Texas-generaal Steve ‘Stainless’ Cooke in Tomball, Texas. Gewoon in een plastic opbergbak. ‘Alsof je de Tien Geboden had gevonden in de Ark van het Verbond’, herinnert voormalig Openbaar Aanklager Malcolm Bales zich. ‘Het was een verbijsterend verslag van ABT in woord en beeld. Allerlei documenten over de Aryan Brotherhood of Texas. Als je het vergelijkt met de maffia is het alsof iemand de geschiedenis van de vijf New Yorkse families had opgeschreven en in een Tupperwarebak had gestopt.’

De vondst markeert het begin van het einde voor de neonazi’s. Speciaal Agent Richard Boehning en de andere leden van het speciaal samengestelde onderzoeksteam beginnen vat te krijgen op de Texaanse bende die zich, behalve met het verheerlijken van Hitler en het witte ras, bezighoudt met intimidatie, vrouwenhandel en de productie van en handel in allerlei soorten drugs, metamphetamine in het bijzonder. In de vierdelige serie The Takedown: American Aryans (172 min.) reconstrueert Neil Rawles de jarenlange operatie waarmee de ABT een kopje kleiner wordt gemaakt.

Het herkauwen van die jacht is niet het meest interessante deel van deze miniserie. Dat wordt nooit meer dan een clichématig kat- en muisspel tussen de politie en een groep ‘trashier than white trash’-verdachten. Boehning en enkele andere rechtschapen ‘cops’ lijken dagenlang rond te rijden in hun auto, om herinneringen op te halen aan hoe ze de Aryans destijds achter de tralies wisten te krijgen. De algehele sfeer is donker, de reconstructiescènes zijn nét iets gelikt en de montage en het sounddesign geven het geheel een sensatierandje. Eerder rauwe reality dan een serieuze documentaireserie.

Interessanter is wat er in de kantlijn wordt opgediept over de interne machinerie van de Aryan Brotherhood of Texas. Deze organisatie werd in de jaren tachtig in de gevangenis opgericht. Er was dus vanaf het allereerste begin een link met criminaliteit. ABT is sterk hiërarchisch opgebouwd (met een militaire rang, van generaal tot voetsoldaat, voor alle leden), houdt er zowaar inschrijfformulieren en ledenlijsten op na en blijkt zelfs een eigen grondwet te hebben. De essentie daarvan is terug te brengen tot veertien woorden:’ We must secure the existence of our people and a future for white children.’

Iedereen die wordt toegelaten tot de broederschap krijgt het ABT-embleem door een ander lid op z’n lijf getatoeëerd. Dat wordt er overigens ook weer uitgesneden of afgebrand als ie onverhoopt uit de club moet worden gekickt. Vrouwen kunnen sowieso geen lid worden. Zij worden ‘Featherhoods’ genoemd. In de praktijk betekent dit dat ze volledig ondergeschikt zijn aan de mannen, die hen als voetveeg of te verkopen lichaam behandelen – en niet schromen om hen op een gruwelijke manier te martelen en om het leven te brengen, als ze vermoeden dat die vrouwen hen hebben verraden.

Want dat hele broederschap, met al z’n voorschriften en regels, is natuurlijk alleen maar een voorwendsel voor pure barbarij.

To End All War: Oppenheimer & The Atomic Bomb

MSNBC

De tragiek van de man en zijn grootste verdienste is al vaak benadrukt. J. Robert Oppenheimer wilde de westerse beschaving redden en ontwierp vervolgens een wapen waarmee elke vorm van beschaving kon worden vernietigd. En de Amerikaanse wetenschapper, over wie regisseur Christopher Nolan onlangs de groots opgezette speelfilm Oppenheimer maakte, besefte dat zelf als geen ander. To End All War: Oppenheimer & The Atomic Bomb (87 min.) vormt het tastbare bewijs. ‘Nu ben ik de Dood geworden’, zegt hij daarin mistroostig. ‘De vernietiger van werelden.’

Door zijn reputatie als outsider en relatie met een overtuigde communiste, ex-vriendin Jean Tatlock, leek de natuurkundige Oppenheimer niet de meest voor de hand liggende kandidaat  om het nucleaire programma van de Verenigde Staten, The Manhattan Project, te gaan leiden en zo het gevaar van nazi-Duitsland te bezweren. ‘Hij had geen grote verdiensten op zijn naam staan’, stelt Gregg Herken, auteur van het boek Brotherhood Of The Bomb. ‘Een wetenschapper die Oppenheimer kende zei zelfs: hij kan niet eens een hotdogkraam runnen.’

En die man moest er dus voor zorgen dat de race tegen het Duitse bomproject, geleid door zijn concullega Werner Heisenberg, werd gewonnen. Vanuit Los Alamos, in de woestijn van New Mexico, zette Oppenheimer met zijn team alles op alles om Hitler voor te blijven. En toen de Duitsers begin 1945 geen bedreiging meer vormden voor de VS – zo betogen enkele historici in deze breed ingestoken, goed gedocumenteerde en subtiel met animaties aangeklede film van Christopher Cassel – werd er een andere vijand gezocht. Want De Bom moest uitgeprobeerd worden!

‘Hoe kon de wereld anders de kracht ervan ontdekken?’ stelt historicus Richard Rhodes (The Making Of The Atomic Bomb). Met dit afschrikwekkende nieuwe wapen hoopten ze bovendien het aantal Amerikaanse slachtoffers in de rest van de oorlog te kunnen beperken. ‘Mijn vader en moeder zijn veteranen uit de Tweede Wereldoorlog’, zegt tv-wetenschapper Bill Nye daarover. ‘Na vier jaar oorlog was er volgens mijn moeder echt niemand die zich afvroeg of het wel ethisch verantwoord was om een nucleair wapen te gebruiken.’ Alles was geoorloofd om de oorlog te verkorten.

‘We hebben meer dan twee miljard dollar geïnvesteerd in de grootste wetenschappelijke gok in de geschiedenis’, declameerde de Amerikaanse president Harry Truman triomfantelijk, nadat een Amerikaans vliegtuig op 6 augustus 1945 een atoombom had gedropt op de Japanse havenstad Hiroshima. ‘En we hebben gewonnen!’ ’t Was een gotspe! ‘Ik herinner me elke seconde,’ vertelt overlevende Hideko Tamura, die zelf de bom overleefde, maar haar halve familie verloor. ‘Ik heb me nog nooit zo hulpeloos gevoeld.’ Drie dagen later zou ook Nagasaki nog worden geslachtofferd.

Robert Oppenheimer werd het gezicht bij die beruchte paddenstoelenwolk. Een wereldwijde bekendheid, die werd gekweld door schuldgevoelens. ‘Hij had geen spijt van zijn rol en werk tijdens de oorlog’, vertelt zijn kleinzoon Charles Oppenheimer. ‘Maar vrijwel direct daarna begon hij al zijn aandacht te richten op het beheersen van de gevolgen ervan.’ En daarmee werd ‘de vader van de atoombom’, in de hoogtijdagen van het McCarthisme, zowaar het slachtoffer van een heksenjacht. De briljante wetenschapper eindigde zijn carrière als een tragische figuur.

Free Chol Soo Lee

Dáár, die Chinees heeft ‘t gedaan!, zegt de ene na de andere getuige. Op basis van hun verklaringen verdwijnt Chol Soo Lee in 1973 voor de rest van zijn leven achter de tralies – ook al is hij toch echt een Koreaan en kan iedereen die ook maar iets van Aziaten weet dus direct zien dat hij niet uit China komt. De 21-jarige immigrant, een jongen van de straat, wordt beschuldigd van de brute liquidatie van bendeleider Yip Yee Tak in Chinatown, San Francisco, en zal de rest van zijn leven moeten doorbrengen in een gevangenis, de Deuel Vocational Institute in Tracy, die ook wel bekend staat als ‘Gladiator School’.

En daar, in een penitentiaire inrichting die wordt gedomineerd door allerlei bendes, zal Chol Soo Lee al snel een lid van de Aryan Brotherhood doden. Hij krijgt weer een moord op zijn naam, hoewel hij volgens eigen zeggen niet eens wist dat de man met wie hij had gevochten was gestorven. Dat nieuwe incident is meteen ook een klap in het gezicht voor medestanders zoals advocaat Ranko Yamada en onderzoeksjournalist Kyung Won Lee, die overtuigd zijn geraakt van zijn oorspronkelijke onschuld. Nu worden ook zij geconfronteerd met een nieuwe situatie: de jongeling kan de doodstraf krijgen.

Julie Ha en Eugene Yi tekenen in Free Chol Soo Lee (85 min.) op hoe de onfortuinlijke Koreaan een symbool wordt van onrecht, van ernstige vooroordelen tegen hemzelf en Aziatische Amerikanen in het algemeen. Actiecomités eisen dat hij wordt vrijgesproken van de huurmoord in Chinatown en een nieuw en eerlijk proces krijgt voor het sterfgeval in de gevangenis. Chol Soo is dankbaar voor alle steun, maar strijdt in stilte tegen donkere gedachten. Die worsteling kunnen de filmmakers inzichtelijk maken met persoonlijke teksten van hun protagonist, ingesproken door Sebastian Yoon.

Die vormen een welkome aanvulling op de herinneringen van alle mensen die toentertijd voor Chol Soo Lee in de bres sprongen en die zich gaandeweg, in de slotakte van deze aangrijpende film, beginnen af te vragen of hij wel is te redden. Dan wordt ook pas echt duidelijk hoeveel klappen het leven aan Chol Soo heeft uitgedeeld. Dat ene fatale ogenblik, waarop het vooroordeel dat alle ‘Chinezen’ nu eenmaal allemaal op elkaar lijken werd gericht op hem, is niet meer dan een scharnierpunt geweest in een ronduit tragisch bestaan.