My Father, The BTK Killer

Netflix

Als vier leden van het gezin Otero uit Wichita in 1974 worden vermoord, rekent het politiekorps al snel enkele broers in. Zij bekennen de gruwelijke moorden ook. Dan komt er een brief binnen, de eerste van een serie onrustbarende schrijfsels die ook naar de plaatselijke krant worden gestuurd. ‘Ik schrijf deze brief omwille van de belastingbetaler en van uw tijd’, stelt de onbekende persoon, die duidelijk over daderkennis beschikt en als een soort erfgenaam van de Zodiac Killer aandacht en erkenning zoekt. ‘De drie kerels die u in hechtenis hebt, weten er niets van. Ik heb het helemaal alleen gedaan.’

Om dat voor eens en altijd duidelijk te maken zoomt de dader in op enkele naargeestige details: ‘Bondage: handen gebonden met koord van rolgordijn. Voeten, onder- en bovenkant knie en taille met een waslijn. Allemaal één lengte.’ Op foto’s van de plaats delict kan de politie zien dat de onbekende weet waar ie over spreekt. ‘PS. Omdat sekscriminelen hun werkwijze niet veranderen of dit van nature niet kunnen, verander ik de mijne ook niet.’ Voor de zekerheid specificeert ie die nog even: Bind. Torture. Kill. Met een waarschuwing en voorspelling erbij: ‘They will be on the next victim.’ 

Was getekend, Dennis Rader, familieman, devoot christen, scoutingleider, hondenvanger van Park City én vader van Kerri Rawson. Ofwel: My Father, The BTK Killer (94 min.), een man die sinds de jaren zeventig zeker tien martelmoorden heeft gepleegd. Hij wordt echter pas in 2005 gearresteerd, Kerri is dan 26. Zij was dus nog niet geboren toen de Otero-familie werd vermoord. En haar vader schreef zijn laatste openbare BTK-brief op haar eerste verjaardag. Kinderen opvoeden had zogezegd zijn moordroutine ontregeld. Tot 2004 zal ‘t stil blijven rond de beruchte BTK-killer.

Skye Borgman ontleedt de schokkende reeks moorden van deze onopvallende man, die ook bij de mensen die het dichtst bij hem stonden nooit argwaan heeft gewekt. Elke onthulling leidt tot een volgende onthulling. De details zijn huiveringwekkend en slaan diepe wonden bij de nabestaanden van zijn slachtoffers en zijn eigen gezin. Waarom hebben we nooit iets gemerkt? vraagt zijn dochter Kerri zich af. Heeft hij nog meer slachtoffers gemaakt dan de tien die aan hem worden toegeschreven? En, de engste van alle vragen voor haar: heeft hij sommige verknipte dingen uitgeprobeerd op haar?

‘Het is een eindeloze hel’, aldus Kerri, die zwaar getraumatiseerd is geraakt. Ze kan niet anders dan wroeten in dat inktzwarte verleden, omdat het haar definieert. Tegelijk wil ze zich ook losrukken van de BTK-vloek en de man, het monster, die van haar de dochter van een seriemoordenaar heeft gemaakt. Behalve een min of meer reguliere killerdocu wordt deze film daardoor ook een portret van de andere slachtoffers die een moordenaar maakt. Buiten zijn prooien en hun verwanten, die overigens niet participeren in deze productie, slachtoffert hij ook zijn eigen familieleden en vrienden.

Onwetende omstanders die besmet raken door hun associatie met een man, die ze vaak al hun hele leven kennen en toch nooit hebben gekend.

Ernest Cole: Lost And Found

Ernest Cole / Imagine

Met zijn boek House Of Bondage schetst fotograaf Ernest Cole in 1967 een ontluisterend beeld van het dagelijks leven van zwarte Zuid-Afrikanen onder het Apartheidsregime. Hij heeft tien jaar gewerkt aan het fotoboek, dat echter direct wordt verboden en nooit te koop zal zijn in z’n geboorteland. Dat heeft hij dan zelf al achter zich gelaten. ‘Ik was blij om niets te verlaten, triest om alles achter te laten’, zegt hij daarover in Ernest Cole: Lost And Found (106 min.). Althans, dat zegt de acteur Lakeith Stanfield daarover, in de dragende voice-over van deze documentaire, die is gebaseerd op geschriften van Cole.

Vijftig jaar na de uitgave van House Of Bondage worden er – als een soort reprise van het verhaal van de onbekende fotografe Vivian Maier – 60.000 onbekende negatieven van de fotograaf gevonden in een Zweedse bankkluis. Deze film van Raoul Peck, die eerder de zwarte schrijver James Baldwin tot leven wekte in I Am Not Your Negro (2017), probeert te reconstrueren wat er in de tussenliggende periode is gebeurd met Ernest Cole, die in 1966 in de Verenigde Staten belandt en daar al snel tot een bijzonder pijnlijke conclusie is gekomen: Afro-Amerikanen zijn nauwelijks beter af dan zwarte Zuid-Afrikanen.

Borden die hij kent uit eigen land, zoals ‘Nie blanke kassier’ of ‘Drinkfonteintjie vir blankes’ blijken hun eigen variant te hebben in het land van hoop en dromen, dat in wezen net zo gesegregeerd is als de natie die hij is ontvlucht. ‘Witte mensen in de Verenigde Staten hebben dezelfde houding ten opzichte van zwarte mensen als witten in Zuid-Afrika’, laat Ernest Cole optekenen in The New York Times. Hij gaat er dus door met het vastleggen van het lot van de zwarte gemeenschap en vindt ’t tegelijkertijd ondraaglijk om ‘de chroniqueur van ellende, onrecht en ongevoeligheid’ te moeten zijn.

Ruim een halve eeuw later roepen die foto’s, in de rug gedekt door een levendig geluidsdecor, moeiteloos een wereld op, waarin zwarten, zowel in Zuid-Afrika als de Verenigde Staten, bijna per definitie aan het kortste eind trekken. Met die geconstrueerde voice-over slaagt Peck er bovendien in om de psyche te pakken te krijgen van de banneling Cole. Een buitenstaander, in een wereld waarin hij vanwege zijn huidskleur sowieso al serieus op achterstand staat. Hij raakt langzaam geïsoleerd en kampt met heimwee, naar een land waar hij allang niet meer welkom is.

In 1990, het jaar dat Apartheid officieel wordt afgeschaft, valt ook het doek voor Ernest Cole. De succesvolle fotograaf is mettertijd verworden tot een dakloze man, die is gestopt met fotograferen en volledig in de vergetelheid is geraakt. Zijn werk lijkt bovendien voor een belangrijk deel verloren te zijn gegaan. Pas als in Zweden een bankkluisje z’n geheimen prijsgeeft, het startpunt van deze boeiende en knap gemaakte film, blijkt nog eens hoe vitaal en wezenlijk Cole’s werk was en ís.