Jerry Springer: Fights, Camera, Action

Netflix

‘Ik wil dat ze na de show zeggen dat ze iets over het leven hebben geleerd wat ze nog niet wisten’, zegt de nieuwbakken talkshowpresentator in 1992 tijdens zijn presentatie aan de Amerikaanse pers. ‘En’, voegt hij er met een serieuze blik aan toe, ‘dat Jerry alle ruimte bood aan het verhaal.’ Met zijn nette bril en verzorgde haar zou de voormalige burgemeester van Cincinnatti en nieuwsjournalist uit Chicago kunnen doorgaan voor een fijnbesnaarde vorser van het menselijke gedachten- en gevoelsleven.

Wie had toen kunnen bedenken dat diezelfde weldenkende man het gezicht zou worden van een onwelriekende kruising tussen een volkstribunaal, de lach of ik schiet-show en een showworsteltoernooi? En dat hele volksstammen zijn voornaam zouden scanderen als een prehistorische strijdkreet, om de gladiatoren in het moddergevecht op zijn podium vooral uit te dagen om zich nóg verder in de stront te werken? Jerry! Jerry!! Jerry!!! Waarna hij de strijd dan voortijdig zou afbreken met een stichtelijk slotwoord over dat ook mensen die met een paard trouwen (en tongzoenen) respect verdienen, dat je sowieso altijd lief moet zijn voor elkaar en dat er morgen natuurlijk weer een show is.

Misschien Jerry Springer zelf wel. Hij zal toen, begin ’92, toch niet in de veronderstelling zijn geweest dat hij een Amerikaanse variant op Rondom Tien of De Ronde Van Witteman ging presenteren? Alhoewel… The Jerry Springer Show begon tamelijk degelijk en saai en dreigde dus vanwege tegenvallende kijkcijfers al snel van de buis te verdwijnen. En toen werd de hulp ingeroepen van uitvoerend producent Richard Dominick, een man die zijn sporen verdiende als koppenmaker bij roddelbladen. Type ‘Man met twee hoofden zingt in stereo’, ‘Mijn affaire met Bigfoot’ of ‘Broodrooster bezeten door de Duivel’. Hij moest Jerry ‘wild en sexy’ (en, o-o, ranzig) gaan maken.

En op een verwrongen manier lukte dat vrijwel direct, getuige deze tweedelige docu over de absolute nummer één van de Amerikaanse trashtalkshow (met op twee, ex aequo, GeraldoRickiSally JessyPhilJennyMontel en Maury). Jerry zelf verdedigde dit destijds met een beroep op de vrijheid van meningsuiting. Hij refereerde zelfs aan Voltaire: ik verafschuw wat neonazi’s en KKK-leden zeggen, maar ik zal hun recht om dat te zeggen… hoofdschuddend aanhoren, vol in de schijnwerper zetten, tot het uiterste oppoken en uitserveren via een door onze beveiligers nét niet in de kiem gesmoord vuistgevecht. Terwijl m’n achterban ‘boooeeeh!’ of mijn eigen naam roept.

Maar goed, verder over de doden, in de geest van Jerry (1944-2023), natuurlijks niets dan goeds. Documentairemaker Luke Sewell laat zijn gasten – oud-medewerkers en gasten – ondertussen lekker leeglopen. Dominick en enkele anderen hebben nog altijd geen enkele wroeging: alles voor de kijkcijfers en het pakken, zakken en verkopen van Oprah. Anderen, zoals producer Toby Yoshimura, lijken toch wel enige gêne te voelen bij de gedachte aan het ‘spelen met de psyche van mensen, totdat je het resultaat krijgt wat je zocht’. En dat inhaken op de allerlaagste sentimenten van mensen die zich vast nauw verwant voelen met Neanderthalers moest uiteindelijk, natuurlijk!, wel fout gaan.

Jerry Springer: Fights, Camera, Action (97 min.) legt een cultuur bloot, waarbinnen het parasiteren op kwetsbare, oliedomme of immorele Amerikanen de regel was. Zolang ‘t maar ‘echt’ was. Ook al werden gasten vanzelfsprekend wel geprept voor de show, zodat ze, in de woorden van studiogast Melanie, ‘ready to fuck it up’ waren. En als ze onverhoopt tóch niet leverden, dreigden de producers gewoon dat ze hun vliegticket naar huis niet meer wilden betalen. Dan móesten ze wel uit hun plaat gaan en kon de uitzending naar een smakelijke climax worden gebracht. Waarna Jerry aan zijn vaste afsluiting kon beginnen: ‘Till the next time. Take care of yourself… and each other.’

Als de aftiteling van deze ontluisterende kijkervaring loopt zou je de medewerkers van The Jerry Springer Show bijna toewensen dat zij nu eens zelf live op televisie de confrontatie moeten aangaan met een grondig voorbereide, boertige, dominante en extréémrechtse groepsverkrachter met een voorkeur voor poep- en plasseks. Terwijl wij, ondertussen opzichtig onze neus ervoor ophalend, als wilden ‘Jerry! Jerry!! Jerry!!!’ brullen.

Outreau: Un Cauchemar Français

Netflix

Als een rij vallende dominostenen. De één na de ander. Het begint met de bekentenis van Myriam Badaoui, een morsige vrouw uit de Tour du Renard-flat in het Noord-Franse stadje Outreau. En daarna gaan allerlei mensen uit haar directe omgeving, waaronder haar verdorven echtgenoot Thierry Delay, door de knieën en biechten gruwelijk misbruik van kinderen op. Totdat er in totaal zeventien verdachten zijn. Hun verklaringen worden bevestigd door de jeugdige slachtoffertjes. Het kan niet anders of de jonge onderzoeksrechter Fabrice Burgaud is in 2001 gestuit op een pedoschandaal van epische proporties, al snel De Zaak Outreau genaamd, waarbij ook nog een vijfjarig Belgisch meisje lijkt te zijn vermoord. Het is onvermijdelijk dat daarbij ook de link tussen Outreau en Dutroux, de beruchte pedoseksueel die in dezelfde regio actief was, wordt gelegd.

Binnen de mediahype die zo ontstaat blijkt het verdomd lastig om het kaf van het koren te scheiden en kritische vragen te stellen. Bestaat er bijvoorbeeld bewijsmateriaal van kindermisbruik en bestialiteit dat de onthutsende verklaringen en (zelf)beschuldigingen ondersteunt? En hebben de ondervragers hun gesprekspartners, waaronder dus hele jonge kinderen, wellicht woorden in de mond gelegd? Zulke vragen zijn sindsdien natuurlijk regelmatig gesteld. Zoals onlangs nog in de magnifieke docuserie L’Affaire D’Outreau (2023), waarin Olivier Ayache-Vidal en Agnès Pizzini de geruchtmakende zaak bijzonder grondig en ingenieus ontleden – met nagespeelde politieverhoren en rechtbankzittingen, waarbij er een wisselwerking ontstaat tussen de acteurs en de echte mensen die zij vertolken – en ook de emotionele impact op alle betrokkenen zeer overtuigend overbrengen.

Zo bezien komt Outreau: Un Cauchemar Français (182 min.) echt als mosterd na de maaltijd – al zorgt de release op Netflix er ongetwijfeld voor dat deze productie veel meer bekijks trekt dan z’n tegenganger. De vierdelige serie van Marika MathieuCamille Le PomellecAnna Kwak en Oron Adar beschikt ook over een uitgesproken troef: de man die ruim twintig jaar geleden de drijvende kracht achter De Zaak Outreau was, Fabrice Burgaud. Hij wordt terzijde gestaan door magistraten van de rechtbank in Boulogne-sur-Mer en krijgt uitgebreid weerwoord van de advocaten van de verdachten. Terwijl in L’Affaire D’Outreau vier van de zeventien verdachten, waaronder deurwaarder Alain Marécaux, aan het woord komen, beperkt deze serie zich tot Marécaux’s ex-vrouw Odile Polvèche. ‘Hij wilde onze onschuld niet bewijzen, zegt zij over onderzoeksrechter Burgaud. ‘Maar alleen onze schuld.’

Deze nieuwe miniserie richt zich ook minder op de individuele verhalen en betrokken mensen – al is slachtoffer Jonathan Delay, die nog altijd vasthoudt aan de belastende verklaringen die hij als kind aflegde, ook nu weer present. Outreau: Un Cauchemar Français – aangekleed met een maquette van het Tour du Renard-flatgebouw, rechtbanktekeningen en een visualisatie van Burgauds computer, met daarin de complete mappenstructuur van het strafdossier – focust zich vooral op het metaverhaal: hoe het Franse justitiële systeem zo opzichtig de fout kon ingaan. De verpersoonlijking daarvan denkt nog vaak terug aan de zaak. ‘Gelukkig heb je verdedigingsmechanismes’, zegt Fabrice Burgaud bedachtzaam in deze kritische, maar beslist niet hijgerige ontleding van de zaak die Frankrijk op z’n grondvesten deed schudden en nog altijd tot verbeelding spreekt. ‘Anders was ik gek geworden.’

Ook hij zal soms afvragen wie nu precies het duwtje tegen de eerste dominosteen heeft gegeven en waarom daarna niemand de tegenwoordigheid van geest had om het vallen, al was het maar voor even, tot staan te brengen?

Secrets Of Playboy

Hij overleed een maand voordat in oktober 2017 de #metoo-affaire rond Harvey Weinstein losbarstte. Hugh Hefner bleef dus buiten schot. Enkele jaren na zijn dood komt de oprichter van Playboy echter alsnog aan de beurt. Met de twaalfdelige (!) docuserie Secrets Of Playboy (506 min.) gaat zijn zorgvuldig gecultiveerde imago van gedistingeerde ladiesman, met pijp, badjas en verheven woorden over emancipatie en de vrijheid van meningsuiting, alsnog aan gruzelementen. Maar of ‘Hef’ daar, nadat hij ruim zestig jaar onbekommerd zijn gang heeft kunnen gaan, nu echt last van zal hebben?

Hugh Hefner (1926-2017) kon al die tijd doorgaan voor een typische representant van de Mad Men-periode. Voor mannen zoals hij waren (jonge) vrouwen toch vooral ‘eye candy’ of – als je een beetje een geslaagde vent was – ‘arm candy’. En ja, dat hij van seks hield en het ‘geen handvol, maar een land vol’-principe huldigde, daarvan maakte Hef ook nooit een geheim. En dat het bed met hem delen de kans vergrootte om Playmate Of The Year te worden, lag ook wel min of meer voor de hand. Zo ging dat nu eenmaal in de ideale wereld van machtige mannen. De vleesgeworden Playboy leefde gewoon de droom van elke gezonde kerel.

Getuige deze serie van Alexandra Haggiag Dean waren zijn Playboy Mansion en de Playboy-clubs in de rest van het land, waar de zogenaamde Bunnies in hun ultrakorte jurkjes met konijnenoren, strikje en staart werkzaam waren, echter ook het toneel voor drugsgebruik en -handel en grootschalig seksueel misbruik: opgedrongen plastische chirurgie, stiekeme seksopnames, (groeps)verkrachting, bestialiteit en het bekijken van ‘snuff films’. Waarbij ieders grenzen werden overschreden als dat het ‘male chauvinist pig’ Hefner of bekende vrinden zoals Tony Curtis, Roman Polanski, Jim Brown en Bill Cosby te pas kwam. Intussen kon hij zijn façade van sociaal bewogen voorvechter van burgerrechten ophouden.

Met voormalige playmates, bunnies en medewerkers, gereconstrueerde scènes en natuurlijk veel fraai archiefmateriaal, waarin het naakt overigens consequent is weggeretoucheerd, schetst Secrets Of Playboy – glad, overcompleet en écht te sensatiebelust – een ontluisterend beeld van Hugh Hefner, zijn seksverslaving, narcisme en machtshonger, en de entourage waardoor hij die in stand kon houden. Een aantal van zijn medewerkers, inclusief ook enkele vrouwen, hebben zijn gedrag jarenlang goedgepraat en gefaciliteerd. Nu, na zijn dood, spreken zij zich alsnog uit en worden die getuigenissen verbonden aan vullis die al eerder werd opgediept over Mr. Playboy.

Van weerwoord is verder geen sprake. Deze serie is een onvervalste – en waarschijnlijk ook niet geheel onterechte – lynchpartij. Zodat het misschien tóch zou kunnen dat Hef zich nu, als hij daar tenminste alleen in is gaan liggen, spontaan omdraait in zijn graf.