Amsterdam Narcos

SkyShowtime

Het kon natuurlijk niet uitblijven. Na Liverpool, Ibiza en Dublin Narcos is er nu ook Amsterdam Narcos (142 min.) een driedelige serie van Tash Gaunt over hoe de hoofdstedelijke penoze, mede mogelijk gemaakt door het Nederlandse gedoogbeleid, in de jaren tachtig en negentig is uitgegroeid tot een toonaangevende speler in internationale onderwereld.

En die escalatie begint met – natuurlijk, met wie anders? – Klaas Bruinsma. ‘The Godfather of the killing fields of Amsterdam’, aldus Steve Brown, de controversiële eigenaar van de coffeeshop The Happy Family. Bruinsma, afkomstig uit een gegoed milieu, heeft zo op het eerste oog niets van een klassieke gangster. Hij opereert echter als een keiharde crimineel en verwerft al gauw z’n eigen bijnaam: De Dominee, tevens de titel van de verfilmde biografie van misdaadjournalist Bart Middelburg.

Bruinsma vormt een team met Thea Moear, de eerste vrouw in de hashhandel. De ouders van ‘The Godmother’ waren al drugssmokkelaars, vertelt ze, in het Engels, in deze vet aangezette internationale productie. Pa Moear bracht ‘t mee vanuit Indonesië. En haar voormalige echtgenoot Hugo Ferrol levert vervolgens het ‘inciting incident’ voor een heuse drugsoorlog. Nadat Ferrol de Godfather en -mother flink tegen de haren heeft gestreken, geeft Bruinsma namelijk twee bodyguards de opdracht om hem om te leggen.

Deze liquidatie wordt echter nooit uitgevoerd. Met ketchup zetten zij een executie in scène, vanuit het idee dat Ferrol dan met de noorderzon vertrekt. Bruinsma krijgt alleen al snel in de smiezen dat hij is opgelicht en laat zijn voormalige bodyguards rücksichtslos afmaken. ‘Dat wij ‘t gedaan hebben, daar is nooit wat van bewezen’, houdt Moear, in het Nederlands, staande. ‘Wat ze ook hebben gedacht. Klaar!’ Gaunt probeert ‘t toch nog even: ‘It’s a mystery.’ ‘Yes’, reageert Moear, ook in het Engels. ‘And it will stay a mystery.’

De voormalige Godmother, die zich terugtrekt als de Amsterdamse drugsoorlog verder ontspoort, speelt haar rol van grande dame van de Nederlandse onderwereld nog altijd met verve in deze miniserie. ‘If it is necessary’, zegt ze over het buitensporige geweld van haar organisatie. ‘It is necesarry.’ In dezelfde periode introduceren sannyasins van de Bhagwan-beweging ecstacy in Nederland, het thema van de tweede aflevering van deze miniserie, die met fraai archiefmateriaal en slicke reconstructies is aangekleed.

En als er geld valt te verdienen, mengen vrijbuiters zoals de voormalige kraker Ilja Reiman van de Multigroove-feesten en het stel Johan en Brenda Toet, de zelfverklaarde Nederlandse Bonnie & Clyde, zich ook al snel in de ecstacyhandel. Samen met medestanders, Britse beroepscriminelen, journalisten en politiemensen krijgen zij alle gelegenheid om herinneringen op te halen aan de periode waarin de wereld aan hun voeten lijkt te liggen, voordat ze natuurlijk toch tegen de lamp lopen – en God vinden.

De slotaflevering belicht de Delta-Groep, een internationaal opererende cocaïnebende, die met het Interregionaal Recherche Team van doen krijgt. Dit IRT begint op grote schaal drugs door te laten, in de hoop zo de verantwoordelijken in te kunnen rekenen. Delta-groep-lid Daniel Belinfante (eerder te zien in de miniserie De IRT Affaire), de aan coke verslaafde uitsmijter Wilfred K. en politieman Johan van Kastel die werd neergezet als de ‘kwaaie pier’ van het IRT, kaderen deze spraakmakende zaak in.

Met terugwerkende kracht worden zo de begindagen van Nederland als drugsnatie opgeroepen. Een misdaadgeschiedenis waarop nog altijd wordt voortgeborduurd – en dat vervolg zal ongetwijfeld z’n weg vinden naar nog veel meer documentaire(serie)s.

De IRT Affaire

Prime Video

Met één arm op de rug gebonden moet de Nederlandse politie in de jaren tachtig de strijd aangaan met de georganiseerde misdaad. Als de rechercheurs al eens wat overuurtjes mogen schrijven, dan vallen die volledig in het niet bij de oneindige oorlogskas van de bendes waarop ze jagen. Het is net ‘een aflevering van Tom & Jerry, waarbij de muis altijd won’, zegt één van de mannen uit de directe entourage van topcriminelen zoals Klaas Bruinsma en Mink Kok. Voor het eerst vertellen zij in deze boeiende vierdelige serie over de tijd waarin de Nederlandse onderwereld, in de woorden van misdaadjournalist Bas van Hout, van ‘softcrime’ overgaat op ‘hardcrime’. Hun verklaringen zijn ingesproken door stemacteurs. En Daniel Belinfante, een kompaan van Kok en zelf ook een zware jongen, geeft zelfs gewoon in beeld tekst en uitleg.

In 1988 besluit het Ministerie van Justitie tot oprichting van het Interregionaal Recherche Team Noord-Holland / Utrecht, dat zich gaat richten op georganiseerde misdaad en daarbij gebruik maakt van omstreden opsporingsmiddelen. Dat zal enkele jaren later resulteren in een enorm schandaal: De IRT Affaire (169 min.). De politie blijkt jarenlang doelbewust enorme partijen drugs doorgelaten te hebben – de bijzonder omstreden Delta-methode – om zo de drugskartels in beeld te krijgen en te kunnen oprollen. Intussen begint de onderwereld zich inderdaad van steeds grovere methoden te bedienen, zoals intimidatie en criminele afrekeningen. Een treffend voorbeeld daarvan is de moord op de drugshandelaar Jaap van der Heijden in 1993. Hij treft een tas met de springstof Semtex aan bij zijn voordeur, die tot ontploffing wordt gebracht.

In deze miniserie ontleedt showrunner Thijs Schreuder en het team dat ook Over Grenzen maakte, een serie over hoe Nederland en België een spilfunctie hebben gekregen in de internationale drugshandel, met politiekopstukken, IRT-medewerkers en insiders de affaire die Nederland begin jaren negentig op z’n grondvesten doet schudden. De nadruk ligt daarbij op het criminele milieu rond de erven van Klaas Bruinsma, die in 1991 wordt geliquideerd. Tussen de zogenaamde Delta-groep van beruchte criminelen zoals Stanley Hillis, Jan Femer en Mink Kok en de politie ontstaat een kat- en muisspel, waarbij het inderdaad maar de vraag wie nu eigenlijk de muis is. Want de criminelen durven groot te denken en opereren dan allang internationaal, kunnen twee ex-leden van het Colombiaanse Calikartel en een kolonel uit doorvoerland Ecuador bevestigen.

In de slotaflevering van deze goed onderbouwde misdaadserie, die is aangekleed met archiefbeelden, illustratieve fictiescènes en privéfilmpjes van de betrokken criminelen, volgt de plotselinge ontmanteling van het IRT en de parlementaire enquête over de werkwijze van het rechercheteam, dat gebruik maakte van criminele informanten en volgens de overlevering dus een eigen drugslijn zou hebben gerund. Het koningskoppel van de criminele inlichtingendienst in Haarlem, Joost van Vondel en Klaas Langendoen (die uitgebreid aan het woord komt in deze serie), werd daarvoor destijds verantwoordelijk gehouden. Dit zou echter wel eens een ernstige simplificatie van de situatie kunnen zijn geweest. En dat lijkt dan weer de resultante van een richtingenstrijd binnen de politie, die dwars door de jacht op de criminelen heen liep.

Na recente crimeproducties zoals Martin H. en Mijn Vader De Hasjkoning brengt De IRT Affaire zo opnieuw een stukje Nederlandse misdaadhistorie in kaart. Daarbij blijven er nog wel wat vragen onbeantwoord en beschuldigingen onweersproken. Dat is waarschijnlijk echter onvermijdelijk bij een kwestie, waarover nog altijd een fundamenteel verschil van mening bestaat en die bovendien diepe wonden heeft geslagen.

Doe Maar: Dit Is Alles

‘Bij de platenmaatschappij die Doe Maar onder contract had, stond de telefoon vandaag urenlang roodgloeiend’, meldde nieuwslezer Harmen Siezen in 1984 in het NOS Journaal. ‘Wenende meisjes lieten ‘t weten dat ze niet konden geloven dat Doe Maar niet meer bestaat.’

De rage die Doe Maar begin jaren tachtig veroorzaakte kent zijn gelijke niet in de Nederlandse popgeschiedenis. Nooit eerder was een groep zo populair als de band rond blikvangers Hennie Vrienten (zang/bas) en Ernst Jansz (zang/toetsen). En er is sindsdien geen band geweest die ook maar in de buurt is gekomen van de gigantische populariteit van deze ‘Nederlandse Beatles’.

In  Doe Maar: Dit Is Alles (83 min.) wordt de ongekende hype, die zal eindigen met twee emotionele afscheidsconcerten in De Maaspoort in Den Bosch, nog eens helemaal uit de doeken gedaan. Van de begindagen als lekker los nederpopbandje, dat na de entree van Hennie Vrienten ineens hits begint te schrijven, tot de bijna onleefbare populariteit aan het eind, als tieneridolen tegen wil en dank.

Vrienten, Jansz en gitarist Jan Hendriks krijgen in deze smakelijke muziekfilm van Patrick Lodiers en Martijn Nijboer uit 2013 alle ruimte om de tropenjaren nog eens opnieuw te beleven, waarbij ook het voortijdige vertrek van drummer Carel Copier, die het latere succes vanaf de zijlijn gade moest slaan, en de ontwrichtende heroïneverslaving van diens opvolger René van Collem aan de orde komen.

Ten tijde van het maken van deze film maakte Doe Maar zo nu en dan weer een rondgang langs de vaderlandse podia. De wonden die in hun glorieperiode bleken te zijn geslagen – met name tussen het rivaliserende front- en songschrijversduo Vrienten en Jansz – waren toen alweer een heel eind geheeld. In Doe Maar: Dit Is Alles overheersen dan ook wederzijds respect en pure trots. 

En dat is gezien de erfenis van de band helemaal niet vreemd: een imposante hoeveelheid popklassiekers – met ook een essentiële bijdrage van vijfde bandlid Joost Belinfante, de klassieker Nederwiet – die de tijdgeest perfect weerspiegelden en toch volstrekt tijdloos zijn gebleken.