Favoriten

Cinema Delicatessen

De vaders zijn bouwvakker, brengen pakketjes rond of werken in een pizzeria. En hun moeders zijn meestal huisvrouw – en opvallend vaak zwanger. De kinderen van Juf Ilkay komen van heinde en verre, zijn uiteindelijk aanbeland in de Weense multiculturele wijk Favoriten (118 min.) en worden nu, op een school die voortdurend kampt met een lerarentekort, voorbereid op het leven in Oostenrijk.

Thuis wordt er vaak een vreemde taal gesproken. Op dat gebied ligt er dus een schone taak voor Ilkay Idiskut in deze observerende documentaire van Ruth Beckermann. De bevlogen leerkracht, zelf Turks van oorsprong, neemt haar taak ruim. Ze bespreekt met haar kinderen bijvoorbeeld ook de oorlogen in Syrië en Oekraïne, het belang van autonomie en wie er bij hen thuis eigenlijk de baas is.

Ilkay laat de kinderen tevens zelf filmen en elkaar interviewen. Zo geven ze inzicht in wat er in hen omgaat en wat ze belangrijk vinden. Enkele jongens praten bijvoorbeeld met elkaar over de verschillen tussen cultuur en religie en het land waar ze later het liefst willen wonen. Anderen vragen de juf het hemd van het lijf: die is begin dertig, houdt van wandelen, shoppen en films en stamt uit een familie van leraren.

Verder veroorlooft Beckermann zich geen strapatsen in deze sobere film – geen virtuoos camera- of montagewerk, interviews of muziek bijvoorbeeld – waarin ze drie jaar lang simpelweg de bal volgt: hoe een pittige lerares de aan haar toevertrouwde kinderen, die stuk voor stuk met een achterstand aan de basisschool zijn begonnen, klaar probeert te stomen voor de middelbare school – en het leven.

Gezamenlijk brengen ze ook een bezoek aan de plaatselijke moskee, waar Mohammed, kind van een imam, voor mag gaan in het gebed. In de Stephansdom vermeldt de dienstdoende priester even later dat de kathedraal nochtans van alle inwoners van Wenen is, zelfs van hen. Na afloop herinneren sommige leerlingen zich echter vooral de hamburger die ze bij McDonald’s hebben gegeten.

Ilkay Idiskut – een geestverwant van Kiet Engels, Herr Bachmann en Georges Lopez – heeft duidelijk hart voor haar kinderen, maar bakt geen zoete broodjes. Ze stelt hoge eisen aan hen, grijpt kordaat in als er ruzie is en spreekt zonder meel in de mond tijdens (ouder)gesprekken. Voor volwassenen die zich willen handhaven in de hedendaagse samenleving, bestaan er nu eenmaal geen smoesjes.

Alleen als het afscheid is gekomen en ze afstand moet doen van ‘haar kinderen’, breekt ze even – en zij niet alleen, natuurlijk. De aandoenlijke scène vormt het emotionele hoogtepunt van een doeltreffende film over de kracht van onderwijs. En dat staat of valt toch vaak met de man of vrouw voor de klas. De kinderen van Juf Ilkay hadden ’t duidelijk een stuk slechter kunnen treffen.

Mutzenbacher

IDFA

‘Noch nicht spritzen’, zegt de man geanimeerd. ‘Jesus, Maria! Wenn mein Mann so vögeln könnte… Ah, das ist gut. So hat’s mir noch keiner gemacht. Ah, das gespüre Ich bis in Mund herauf! Ah, wenn ich das gewußt hätte, wie Sie’s können. Dann hätte Ich’s schon lang hergegeben.’

Het is een tamelijk surrealistisch tafereel: een kale man, staand bij een piano in een oude fabriekshal, leest met de tekst in de hand een erotische scène vanuit vrouwelijk perspectief voor. De verhitte passage is afkomstig uit Josefine Mutzenbacher, Oder Die Geschichte einer Wienerischen Dirne Von Ihr Selbst Erzählt, een anoniem verschenen erotische roman uit 1906 die doorgaans wordt toegeschreven aan de schrijver van Bambi (!), Felix Salten. Het zeer expliciete boek over een minderjarige prostituee uit Wenen was lang verboden, maar werd niettemin veel gelezen.

Na een oproep in de krant laat de Oostenrijkse filmmaakster Ruth Beckermann (The Waldheim Waltz) ruim honderd mannen auditie doen voor Mutzenbacher (101 min.). Zij nemen plaats op een sofa die zo afkomstig zou kunnen zijn uit een bordeel – een casting couch, zo je wilt – en gaan aan de hand van de scandaleuze roman met haar in gesprek over hun persoonlijke ervaringen met seksualiteit en ideeën over erotiek, pornificatie, toxische mannelijkheid en verpreutsing. Daarbij spelen onvermijdelijk ook gevoelens van schaamte, ongemak en lol op – of een combinatie daarvan.

‘Geil’, constateert een oudere man bijvoorbeeld, nadat hij een erotische scène van de jeugdige hoofdpersoon met haar eigen vader heeft voorgelezen. ‘Mooi. Incest.’ Hij laat een kleine stilte vallen. ‘Natuurlijk.’ De man zoekt weer heel even naar woorden. ‘Goed geschreven, volgens mij.’ Waarna hij begint te grinniken. ‘Beviel het jou ook?’ vraagt hij vervolgens aan de jongere man die naast hem op de bank zit. ‘Ik zou zeggen dat je toch even tijd nodig hebt om dat helemaal te laten indalen’, antwoordt die diplomatiek, terwijl hij zijn gêne probeert te beteugelen.

Even later neemt dezelfde oudere man het voortouw tijdens één van de door Ruth Beckermann strak geregisseerde groepsscènes. ’Was tut der Schwanz in der Fut?’ laat zij hem luid vragen aan de anderen. Waarna die eensgezind antwoorden: ‘Vögeln!’ Daarna moet hij hen een opsomming laten declameren van allerlei benamingen voor ‘de oudste beweging der wereld’. ‘Pudern’, antwoordt het mannenkoor, na enige instructie en oefening, in een wederom surrealistische scène, die echter nooit een gimmick wordt. ‘Ficken, Remmeln, Bimsen, Petschieren, Stemmen.’

Vastberaden bevraagt Beckermann verder de seksuele moraal van deze mannen en of/hoe die door de jaren heen is veranderd. Dat boek dwingt hen ook om zich te verplaatsen in de belevingswereld van een (héél) jonge vrouw, waarbij het alleen de vraag is of Josefine’s seksavonturen, vermoedelijk dus opgetekend door een manspersoon, destijds ook waren bedoeld als alibi voor mannelijk wangedrag. Als in: natuurlijk dienen vaders of priesters in principe van minderjarige meisjes af te blijven, maar als die er zo duidelijk zelf van genieten kan daarmee feitelijk ook weinig mis zijn.

Mutzenbacher dwingt z’n hoofdpersonen zo om de confrontatie met zichzelf, en mannen zoals zij, aan te gaan en confronteert de kijker bovendien met z’n eigen seksuele normen en waarden.

The Waldheim Waltz

Tegenwoordig zou het vast niet lang duren voordat Kurt Waldheim in het openbaar aan het kruis zou worden genageld. Een politicus die zo’n twijfelachtig oorlogsverleden verbergt is altijd slechts een muisklik verwijderd van totale ontluistering. Die zal zich waarschijnlijk geen kandidaat stellen voor het presidentschap van Oostenrijk. Hij is wel wijzer; ‘ze’ zullen het verleden nooit laten rusten.

In de twintigste eeuw waren er echter nog geen sociale media en kon Waldheim gewoon secretaris-generaal van de Verenigde Naties worden. Van 1972 tot 1982 bekleedde hij die prestigieuze post. Terwijl er al sinds de Tweede Wereldoorlog twijfel was over zijn naziverleden en de vraag werd opgeworpen of hij een actieve rol had gespeeld bij partizanenjacht in Joegoslavië en betrokken was geweest bij Jodenvervolging. Die geruchten bleven echter onder de pet.

Pas in 1986, in de nasleep van Claude Lanzmanns vernietigende Holocaust-documentaire Shoah, werd Waldheims verleden alsnog grondig onderzocht en kwamen er documenten boven tafel, die leken aan te tonen dat Waldheim bepaald niet de onwillige, dienstplichtige militair was geweest die steevast de hoofdrol had gespeeld in zijn eigen verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Déze Kurt Waldheim had gediend onder de beruchte Oostenrijkse generaal Alexander Löhr, die in 1947 was geëxecuteerd vanwege oorlogsmisdaden.

Ruim dertig jaar later analyseert Ruth Beckermann het politieke schandaal, waarbij ze destijds zelf als demonstrant en documentairemaker nauw betrokken was. Met louter archiefmateriaal tekent ze de commotie op rond de man die zichzelf typeerde als een ‘fatsoenlijke soldaat’. Terwijl Waldheim in de hele wereld wordt uitgemaakt voor oorlogsmisdadiger, blijft de Österreichische Volkspartei en een groot deel van de bevolking hem in de rug dekken.

Interessante materie voor een boeiende film. The Waldheim Waltz (91 min.) vraagt desondanks doorzettingsvermogen. Beckermanns contemplatieve voice-overs en de tijd die ze neemt voor het opzetten van de affaire stellen het geduld van de – met social media (her)opgevoede – kijker aan het begin van de film danig op de proef. Gaandeweg wordt ook die echter meegenomen in de vertelling, waarin Waldheim wordt opgevoerd als de verpersoonlijking van Oostenrijks moeizame verhouding tot de oorlog. Was het land méér dan het eerste slachtoffer van Hitlers dadendrang?

Exemplarisch is in dat verband Waldheims zoon Gerhard, die ervoor kiest om zijn vader en diens (opgeschoonde) herinneringen aan de oorlog onvoorwaardelijk te geloven. Het komt hem tijdens een hoorzitting in het Amerikaanse parlement op een publieke schrobbering te staan door het Joodse congreslid Tom Lantos, die zijn hele familie verloor tijdens de Tweede Wereldoorlog en de waarheid in zijn aanwezigheid niet laat verloochenen. Het is de gehele affaire in het klein, op het scherpst van de snede uitgevochten.

In 1989 werd Kurt Waldheim door het zogenaamde staafincident overigens nog ongewild onderwerp van gesprek onder Nederlandse voetballiefhebbers. Tijdens de wedstrijd van Ajax tegen Austria Wien zorgde cabaretier Freek de Jonge als gaststadionspeaker voor consternatie met de mededeling dat er telefoon was voor de heer Waldheim. Of hij misschien de heer Wiesenthal wilde terugbellen.

Niet veel later werd de Oostenrijkse keeper Franz Wohlfahrt geraakt door een ijzeren staf, die was gegooid vanaf de tribune. De Amsterdamse club zou een jaar worden uitgesloten van Europese wedstrijden.