Human Forever

Videoland

‘Goedemiddag, ik ben weer thuis’, groet Teun Toebes zijn medebewoners als hij na een bezoek aan z’n moeder weer bij zijn kamer in Utrecht arriveert. ‘De buurman…’, kondigt hij zichzelf daarna aan bij de oudere vrouw die naast hem woont. ‘Ik vind ‘t fijn om je weer te zien.’ De montere twintiger is terug op de gesloten afdeling van een verpleeghuis, waar een groep dementerende ouderen is ondergebracht en hij zelf enige tijd geleden kamer 3 heeft betrokken.

Dat is geen noodgreep geweest. Verpleegkundige, schrijver en idealist Toebes is er doelbewust gaan wonen, om zo aandacht te vragen voor de kwetsbare positie van Nederlanders met dementie. In de wetenschap dat het aantal dementerenden in de wereld de komende decennia enorm zal toenemen. Jongeren van nu hebben een aanzienlijke kans op een afhankelijke, verwaarloosde en eenzame oude dag. De gedreven jongeling vindt dit duidelijk een onverdraaglijke gedachte. En dat probleem los je zeker niet alleen op met (meer) geld. Sterker: daarover spreekt Toebes helemaal niet.

In Human Forever (79 min.), de film die hij heeft gemaakt met Jonathan de Jong en Bastiaan Brand en die onlangs een Gouden Kalf voor de best bezochte Nederlandse bioscoopdocumentaire heeft gekregen, gaat hij op zoek naar een antwoord op deze kolossale maatschappelijke uitdaging. Toebes steekt daarvoor zijn licht op in zorginstellingen in Moldavië, Denemarken, Zuid-Korea, Zweden, België en Zuid-Afrika en gaat daar in gesprek met bestuurders, deskundigen, professionals en – vooral – de ouderen zelf, een permanente bron van inspiratie voor deze zorgvernieuwer.

Toebes legt gemakkelijk contact, kan van een praatje een gesprek maken en geeft/vraagt ook regelmatig een knuffel. Zijn benadering weerspiegelt het ideaal dat hij voorstaat: menswaardige zorg, waarbij het individu wordt gezien en vat houdt op z’n eigen leven. Hij vervat zijn bevindingen in een wat zalvende, opgelegde voice-over, die nogal nadrukkelijk de toon zet in de film. En dat is toch eerder een pleidooi geworden voor het serieus nemen van zowel dementie als de dementerenden dan een spannende vertelling waarvoor kijkers op het puntje van hun stoel gaan zitten.

Het is vooral Toebes’ natuurlijke omgang met ouderen die ’t moet doen. In Het Zonnehuis te Apeldoorn ontmoet hij bijvoorbeeld een 96-jarige mevrouw, die niet zo nodig honderd hoeft te worden. ‘Ik ben toch helemaal niet meer van enig nut’, zegt ze mismoedig. ‘Heeft u dat gevoel?’ vraagt Toebes. ‘Ja, dat is toch ook zo?’ reageert zij, ogenschijnlijk nog scherp van geest. ‘Wat voor nut heeft ‘t nou nog als ik leef?’ Precies dat gevoel probeert de activist tegenover haar weg te nemen. Elk leven, hoe broos ook, is het waard om ten volle geleefd te worden.

To Bi Or Not To Bi

BNNVARA

Ze bevinden zich in een tussenfase, willen van twee walletjes eten of zijn echt hyperseksueel. Aan oordelen geen gebreken als je uitkomt voor je biseksualiteit. Mensen denken nu eenmaal graag in hokjes. Je bent óf man of vrouw, legt één van de sprekers in To Bi Or Not To Bi (32 min.) uit. Je bent hetero óf lesbisch of homo. Op het moment dat je de ‘monoseksuele norm’ doorbreekt, dan raken mensen volgens hem in verwarring of voelen ze zich bedreigd in hun identiteit.

Centraal in deze korte docu staat presentator Bastiaan Rosman. Hij kwam op zijn 24e uit de kast. Tot die tijd dacht iedereen, inclusief hijzelf, dat hij ‘gewoon’ heteroseksueel was. ‘Wat mij wel opvalt is dat je, sinds jij verteld hebt dat je biseksueel bent, altijd met vriendjes thuiskomt’, concludeert Rosmans moeder. ‘Ja, maar ik vind jongens ook leuker’, reageert haar zoon. Hij legt de bal vervolgens weer bij haar: ‘Denk je dat ik bi ben of denk je dat ik alleen op jongens val?’ Zijn moeder begint te lachen: ‘Moet ik daar echt eerlijk antwoord op geven?’

Voor de sprekers in deze aardige film is seksualiteit een spectrum. Waarbij ze niet per definitie fifty-fifty hetero en homo zijn. 60-40 kan ook. 70-30. Of zelfs 90-10. En dat hangt dan ook weer van het moment af. Op zulke momenten krijgt To Bi Or Not To Bi bijna iets komisch. Deze fraai vormgegeven productie, waarvoor Rosman ook nog spreekt met een biseksuele vriendin, één van zijn voormalige docenten en een getrouwd stel waarvan de man ook op mannen valt, is verder een onverbloemd pleidooi om de (bi)seksualiteit van jezelf of mensen in je directe omgeving te omarmen.