
Het is een film over een koe en toch een heel intieme productie. Vrienden noemen het volgens The Guardian zelfs Andrea Arnolds meest persoonlijke film. De Britse regisseur maakte furore met speelfilms. Drie ervan – Red Road, Fish Tank en American Honey – wonnen de juryprijs op het filmfestival van Cannes. En haar eerste documentaire, Cow (94 min.), ging er in 2021 in première.
Arnolds protagonist luistert naar de naam Luma, een Holstein-Friesian koe, op de wereld gezet om melk te produceren – en nageslacht, dat ook. Dat is tevens het startpunt van deze klassieke ‘direct cinema’-film: Luma geeft het leven aan een nieuw kalfje en likt dit liefdevol schoon. Voor melk is het kind echter aangewezen op een flesje. Moederlief is al machinaal leeggemolken.
Een handheld-camera volgt daarna gedurende vier jaar hoe het hen vergaat, zonder enige vorm van opsmuk. Zonder interviews, montagetrucs of toegevoegde soundtrack (alhoewel Arnold daarmee vast een héél klein beetje heeft gesjoemeld, getuige de uitgelezen muziekkeuze in de stal). Een heel gewoon koeienleven, van de ene naar de andere zwangerschap. Fraai vereeuwigd.
In tegenstelling tot een vergelijkbare documentaire als Gunda, waarin Victor Kossakovsky het leven van een varken observeert, is de mens in Cow nadrukkelijk aanwezig. Veelal aan de zijkant van het frame, maar beslist niet als figurant. Eerder als een onbegrijpelijk opperwezen, dat naar believen ingrijpt. Niet uitsluitend onvriendelijk, overigens. Al denkt Luma daar wellicht anders over.
De melkkoe lijkt soms woest of wanhopig te loeien. Als ze ziet hoe een andere moeder haar kind moet afstaan bijvoorbeeld. Snapt ze wat haar straks weer te wachten staat? Arnold kruipt onder de koe’s huid en laat de kijker ervaren hoe ingrijpend het oormerken, dichtschroeien van beginnende hoorntjes of gewoon het melken kan zijn voor een dienend dier zoals Luma.
En dan heeft Andrea Arnold in dit psychologische portret nog een ronduit bruut einde achter de hand. Een waarheid als een… ja.