
‘Het enige wat ik kan zeggen tegen mensen die geen geld maken is dat het hun eigen schuld is’, stelt een bullebak van een baas op barse toon tegenover zijn luisterende verkopers. ‘Houd gewoon voor ogen dat het geld er is en zorg dat je het te pakken krijgt.’ En dus gaan ze op pad, de mannen in pak en stropdas die lijken te zijn weggelopen uit de televisieserie Mad Men, om ‘het best verkochte boek ter wereld’ aan de man (of nog beter: de vrouw) te brengen.
Ze opereren deur aan deur, deze gewiekste Bijbelverkopers. Dat doen ze natuurlijk allemaal voor de goede zaak, het verbreiden van de leer van de Heer. In hun achterhoofd echoën vast ook de laatste woorden na van hun baas: de eerste de beste die niet presteert schop ik hoogstpersoonlijk buiten. En daarmee is de toon gezet voor Salesman (90 min.), een klassieke documentaire van de gebroeders Maysles en Charlotte Zwerin uit 1969.
Deze observerende film, zonder interviews of muziek, doet onvermijdelijk denken aan David Mamets toneel- en filmklassieker Glengarry Glen Ross, een vlijmscherp portret van de bikkelharde competitite tussen de verkopers van een makelaarskantoor, met een glansrol voor Alec Baldwin als de nietsontziende baas Blake die zijn medewerkers tot het uiterste drijft om hun verkoopcijfers op te krikken.
Ook in Salesman gaat het er soms stevig aan toe. ‘Why don’t you eat like you’re succesfull?’, grapt de real life-Blake bijvoorbeeld tegen één van zijn mannen tijdens een lunch onderweg. Hij kan er alleen zelf om lachen. De man eet snel zijn broodje op en snelt naar zijn volgende verkooppraatje. Hij heeft nog een halve film deur aan deur te gaan.
Deze ‘direct cinema’-klassieker, in fraai zwart-wit, blijkt bijna een halve eeuw na dato nog altijd heel goed kijkbaar, is verrassend actueel en wordt – bijvoorbeeld als een van de verkopers per ongeluk in een moslimwijk belandt – onverwacht grappig. Zelden werd de genadeloze ‘survival of the slickest’ treffender vastgelegd.