Rowwen Hèze – Blieve Loepe

Tangerine Tree / NTR / vr 2 januari, om 20.25 uur, op NPO2

Al veertig jaar vormen ze samen Rowwen Hèze, de groep die gedurig de Peel in brand zet en nog altijd genoeg geduld heeft om rustig te wachten op ‘de dag dat heel Holland Limburgs lult’. Achter Limburgs trots, die met Bestel Mar zo’n beetje het ultieme feestnummer op z’n naam heeft staan en die elk jaar traditiegetrouw afsluit met een uitgelaten Slotconcert in thuisdorp America, gaan echter mannen met heel verschillende karakters en levens schuil.

Afgaande op de documentaire Rowwen Hèze – Blieve Loepe (56 min.) van Ruud Lenssen gaan die ook lang niet altijd even gemakkelijk samen. De band lijkt in elk geval geen traditionele vriendengroep. Natuurlijk, er waren tijden dat ze samen op vakantie gingen, maar ze lieten elkaar ook vaak links liggen en hebben elkaar vast ook wel eens de tent uitgevochten. ‘Het is niet altijd makkelijk geweest, nee’,  vertelt gitarist Theo Joosten. En dat wordt beaamd door zo’n beetje elk bandlid, ieder in z’n eigen woorden.

Daarmee wordt dit groepsportret niet de volautomatische lofzang die films over een jubilerende band soms kunnen worden – al blijken de verschillende leden, als puntje bij paaltje komt, toch ook wel weer verknocht aan elkaar. Lenssen portretteert hen los van elkaar en lijkt daarna toe te werken naar de speciale editie van hun Slotconcert, waarbij Limburgers van alle leeftijden zich kunnen uitleven op de soundtrack van hun bestaan die Rowwen Hèze nu al zo lang en voorlopig ook nog wel even vertolkt.

Totdat ook de band ooit, in navolging waarschijnlijk van het verscheiden van één van z’n kernleden, met De Neus Omhoeg gaat. Eerst heeft zanger Jack Poels, aangespoord door drummer Martîn Rongen, echter nog bitterzoete herinneringen aan zijn vader Jan, voor wie de lokale gemeenschap destijds insprong, te verwerken in een lied. Samen met Rowwen Hèzes accordeonist en producer Tren van Enckevort sleutelt hij aan een weemoedige Breef Aan Thoes, die daadwerkelijk de climax vormt van deze door en door Limburgse film.

Next Goal Wins

Met 31-0 gingen ze in 2001 de bietenbrug op tegen Australië. De grootste nederlaag in een officiële interland ooit. Het kan ook 32-0 zijn geweest. Feit is dat het nationale elftal van Amerikaans-Samoa het lachertje van de internationale voetbalwereld werd. Een team om af te slachten en belachelijk te maken. Gepersonifieerd door de onfortuinlijke keeper Nicky Salapu, de man die ruim dertig keer een bal uit het net moest halen.

Ruim tien jaar later hebben ze nog altijd geen officiële wedstrijd gewonnen. Dat is de uitgangspositie voor de documentaire Next Goal Wins (93 min.) uit 2014, waarin de ‘trots’ van het eilandje in de Zuidelijke Grote Oceaan wordt gevolgd tijdens de kwalificatie voor het WK Voetbal. Onder de hoede van een nieuwe coach, de Nederlandse bullebak Thomas Rongen, gaan ze proberen om eens te winnen, of op zijn minst om ook weer eens te scoren. Want zelfs dat is pas één keer gelukt.

Voor Rongen, die in een grijs verleden met zowel Johan Cruijff als George Best speelde in de Amerikaanse Major Soccer League en daar ook op behoorlijk niveau coachte, is het een fikse stap terug. En voor de goedmoedige Samoanen blijkt het ook flink wennen, zo’n coach die echt altijd het onderste uit de kan wil en van zijn hart bepaald geen moordkuil maakt.

Die cultuurclash vormt het hart van deze uiterst sympathieke documentaire, waarbij het team ook nog een heel opmerkelijke speler in de gelederen heeft: een zogenaamde ‘fa’afafine’, iemand die zich in lijn met de plaatselijke cultuur zowel als man als als vrouw identificeert. Jaiyha Saelua kan de eerste transgender-voetballer in een officiële wedstrijd worden.

Is het elftal van de piepkleine natie, met slechts 65.000 inwoners, in staat om eindelijk de ban te breken? De allang gestopte doelman Nicky Salapu heeft er in elk geval voldoende vertrouwen in om zijn rentree te maken. En wat doet de onmogelijke opdracht met de Nederlandse coach Rongen, die vanwege persoonlijke redenen samen met zijn vrouw naar het andere eind van de wereld blijkt te zijn afgereisd?

De Britse filmmakers Mike Brett en Steve Jamison maken van hen personages om van te houden, serveren hun verrichtingen met gevoel voor dramatiek en dampende soulmuziek en zorgen er zo voor dat de wedstrijden van ‘het slechtste voetbalelftal ter wereld’ het belang van een gemiddelde WK-finale krijgen. Intussen vangen ze tevens de oprechte liefde die sport zo leuk, en belangrijk, kan maken. En die is onweerstaanbaar.