Made In Holland – De Grote Gift

Discours Film

In het Amerikaanse plaatsje Marblehead, vlakbij Boston, hangen ze gewoon aan de muur: ‘onbetaalbare‘ meesterwerken van zeventiende eeuwse Hollandse en Vlaamse meesters. Het oudere Nederlands-Vlaamse echtpaar Eijk en Rose-Marie de Mol van Otterloo, dat fortuin heeft gemaakt met een beleggingsfirma, beschikt over de grootste privéverzameling in de wereld. ‘Een’ Rembrandt van Rijn bijvoorbeeld, ‘een’ Jacob van Ruisdael en ‘een’ Jan Steen.

Ideale hoofdpersonen dus voor documentairemaker Oeke Hoogendijk, die met films als Mijn RembrandtMarten En Oopjen: Portret Van Een Huwelijk en De Vereniging Rembrandt, Een Uitzonderlijk Jaar van de liefde voor kunst van vermogende verzamelaars, en de daaromheen scharrelende handelaren, haar eigen niche heeft gemaakt. Behalve de Van Otterloos portretteert ze in Made In Holland – De Grote Gift (50 min.) nog een ander kunstminnend echtpaar: Susan en Matthew Weatherbie uit Boston. Ook dit stel heeft inmiddels een collectie van aanzienlijke waarde opgebouwd.

Via hen duikt ze in de psyche van de gefortuneerde kunstminnaar, voor wie een collectie nooit af is. Welke ‘kinderen’ wil je nog omarmen – en wie stoot je daarvoor dan af? Hoogendijk volgt Eijk en Rose-Marie van Otterloo bijvoorbeeld naar Londen waar ze bij het upper class-koppel Johnny en Sarah van Haeften ‘een’ Netscher en ‘een’ Bruegel op de kop hopen te tikken. Voor ettelijke miljoenen, dat wel. ‘Het zoet van grote kwaliteit blijft nog lang nadat het bitter van een hoge prijs is vergeten’, probeert de kunsthistoricus en adviseur Frits Duparc hen te verleiden tot aankoop.

De setting verraadt geld, oud en nieuw. En de sfeer tussen de gedistingeerde heren en dames blijft tijdens de onderhandelingen voorkomend en vriendschappelijk – al staat er veel geld en prestige op het spel. Heel aandachtig kijken ze naar de schilderijen – en wij, als kijkers, met hen – en bepalen de waarde die deze voor hen persoonlijk en volgens de markt hebben. Het blijft een intrigerend tafereel, want tegelijkertijd ligt er ook een andere prangende kwestie op tafel: waar moet de collectie heen als zij, de Van Otterloos en Weatherbies, er straks niet meer zijn?

Met die vraag brengt Hoogendijk deze boeiende, opnieuw tot in de puntjes verzorgde film naar zijn eindpunt. Het is, zoveel is duidelijk, weer onmiskenbaar ‘een’ Oeke geworden. En die zijn op hun eigen manier ook onbetaalbaar.

Voetbaldroom

BNNVARA

‘Tijn?’

‘Nee.’

‘Ali?’

‘Nee.’

‘Diego?’

‘Ja.’ (tweemaal)

‘Dat dacht ik al.’

Secuur noteert technisch coördinator Paul Bahlmann de bevindingen van zijn scouts. ‘Binnen een paar dagen neem ik contact met ze op.’ Voor de zekerheid voegt hij er nog aan toe: ‘En de rest bedanken voor hun aanwezigheid.’

Voetbalvereniging Alphense Boys, begin 2021 door vakblad De Voetbaltrainer voor het tweede achtereenvolgende jaar uitgeroepen tot beste amateurjeugdopleiding van Nederland, neemt zijn opleidingstaak heel serieus. De Zuid-Hollandse club probeert elk jaar enkele spelertjes af te leveren bij een profclub, een BVO in vakjargon. Betaald Voetbal Organisatie. Op hun jaarlijkse Open Dag proberen de Boys alvast nieuwe ruwe diamantjes te ontdekken. ‘En denk aan de hesjes’, voegt Bahlmann zijn scouts aan het eind nog toe. ‘Die moeten weer terug.’

Voor de vierdelige documentaireserie Voetbaldroom (160 min.) zijn Frederick Mansell en Laurens Samsom neergestreken bij de voetbalvereniging uit Alphen aan den Rijn. Ze volgen drie spelertjes van het Onder 13-team en hun ouders: spelverdeler Sinan, verdediger Seth en aanvaller Finn (die overigens de hele zomer heeft doorgetraind met zijn vader). Het gaat er professioneel aan toe. ‘Er is één speler die is aan het veters strikken’, constateert coach Robin Stolwijk bijvoorbeeld tijdens de training. ‘Dus we drukken allemaal even 25 keer op.’

Bij de opleiding van de Rotterdamse BVO Sparta heeft Pjotr van der Marel intussen vastgesteld dat slechts vijf procent van hun jeugdspelers het eerste elftal bereikt. ‘Hoe vroeg moet je nu selecteren?’ vraagt de coördinator opleiding zich af. ‘Er zijn clubs die zeggen: op zesjarige leeftijd kunnen wij zien dat iemand prof is. Dat is gewoon bullshit. Dat is echt onmogelijk.’ De nog altijd pas 24-jarige Dani van der Moot heeft de schaduwzijde van die benadering leren kennen. Ooit was hij één van de sleutelspelers van PSV en het Nederlands jeugdelftal en kreeg hij zelfs het aanbod om naar Liverpool te komen. Nu speelt de spits bij Rijnsburgse Boys.

Deze diepe duik in het Nederlandse jeugdvoetbal toont daarnaast ook de andere kant van de medaille: Marten de Roon en Wout Weghorst behoorden nooit tot de absolute supertalenten en moesten tijdens hun jonge jaren diverse teleurstellingen overwinnen. Inmiddels leven ze echter allebei hun jongensdroom in het grote Oranje. Hoe moeilijk hun weg naar de top ooit was – en de teamgenoten die onderweg afhaakten – zijn ze echter niet vergeten. Dat ze hun ervaringen ook openhartig willen delen, tekent hen als mens en topsporter en vormt tevens een meerwaarde voor deze puike miniserie.

Die is uiteindelijk te beschouwen als een voetbalvariant op de spraakmakende documentaire Turn!. Alle aspecten van de jeugdvoetballerij komen aan de orde. Hoe groot is bijvoorbeeld de kans dat een stage bij een profclub ook daadwerkelijk een aanbod oplevert? Zou het echt toeval zijn als je als voetbalvader bij de drogist een zaakwaarnemer ontmoet? Welk perspectief is er eigenlijk voor talentvolle speelsters? Is het reëel om serieus aan school te blijven werken als je vol voor een toekomst als voetballer gaat? En hoe speel je de depressie weer kwijt die, zo blijkt uit onderzoek van gedragsonderzoeker Marjorie Esajas, zich regelmatig aandient als er wordt doorgeselecteerd en jij dan ineens niet meer ‘die voetballer’ blijkt te zijn?

Zo snijdt Voetbaldroom, waarvoor Frank Evenblij de voice-over verzorgt, vol overtuiging allerlei prangende kwesties aan, die in verschillende geledingen van de jeugdsport opspelen en die door recent onderzoek binnen de turnwereld nog eens extra urgentie hebben gekregen.

Voetbaldroom is hier te bekijken.