Boven het kamp voor ontheemden in Kabul hangt een witte ballon. Volgens Shaista zit die vol met camera’s. Zodat de Amerikanen hen in de gaten kunnen houden. De jongen is net getrouwd met Benazir, voor wie hij aan het begin van deze korte docu geinige liederen zingt. Hij droomt van een toekomst in het Afghaanse leger. Zijn vader ziet daar niets in. ‘Ga papaver oogsten in plaats van bij het leger te gaan’, zegt hij. ‘Over een maand kun je opium gaan oogsten.’
Shaista oogt speels, kinderlijk bijna. Toch wordt hij binnenkort zelf vader. In Three Songs For Benazir (22 min.) probeert de jongeling, die nauwelijks scholing heeft gehad, een middenweg te vinden tussen het dienen van zijn gezin en van zijn land. Als Shaista besluit om zich tóch aan te melden voor militaire dienst, is dat reden om feest te vieren met zijn vrienden, muziek en dans. Zijn vader is echter onverbiddelijk. ‘Wij zijn niet verantwoordelijk voor je vrouw als jij bij het leger gaat’, zegt hij streng, tot grote frustratie van zijn zoon. Pa hoeft niet zo nodig ‘in stukken gehakt’ te worden door de Taliban.
En daarna maakt deze aardige korte docu van Gulistan en Elizabeth Mirzaei, eerder verantwoordelijk voor het schrijnende Laila At The Bridge, een enorme tijdsprong, wordt duidelijk welke keuze Shaista uiteindelijk heeft gemaakt en wat daarvan, indirect, de gevolgen zijn. Tot besluit zingt de jonge Afghaanse man dan nog één laatste lied.
Een man belt in bij het hulpnummer 911: ‘Ik denk dat mijn dochter dood is’, klinkt het nog redelijk nuchter. ‘Ze ligt in de badkamer, ik kom net binnen. Oh, mijn God! Er komt spul uit haar mond. Uit haar neus. Oh, mijn God, Ashley. Oh, Ashley. Ashley!’ Ashley Staub sterft uiteindelijk aan een overdosis heroïne. Haar twee kinderen speelden in de kamer verderop. Ashleys ouders zitten in zak en as. Zij weet bovendien dat hij ook ooit met een verslaving kampte. Heeft hij die zwakte doorgegeven aan zijn dochter? Agenten nemen de zaak in onderzoek. Haar verslaafde ex-vriendje lijkt erbij betrokken te zijn. Maar hoe komt hij aan zijn dope?
De agenten zoeken door. Terwijl ze speuren naar Ashleys leveranciers krijgen ze meer begrip voor ‘die junkies’, die ze voorheen vooral beschouwden als op te jagen wild. Het blijken gewoon mensen. The Trade (258 min.), een vijfdelige serie van Matthew Heineman over de zogenaamde ’opioid crisis’, belicht de catastrofe die zich in de afgelopen jaren heeft afgetekend via een mozaïek van direct betrokkenen. Gewone – en, opvallend genoeg, vrijwel altijd blanke – mensen uit alle uithoeken van de Verenigde Staten en Mexico. Columbus, Ohio. Juarez, Chihuahua. Atlanta, Georgia. Voetsoldaten en burgerslachtoffers van de opnieuw oplaaiende ’war on drugs’.
Een moeder die haar verslaafde zoons in het gareel probeert te houden (en er één uiteindelijk buiten moet trappen). Don Miquel, het hoofd van de heroïnebende van Guerrero dat zijn territorium wil beschermen. De hoogzwangere dealer. Een Amerikaanse ‘cop’ die in de buurt probeert te komen van de hoogste echelons van een drugskartel. De Mexicaanse man op zoek naar zijn vermiste broer. Een federale agent die in Mexico rücksichtslos poppyvelden laat platbranden. De koelbloedige professionele killer. Een oudere zus die de was doet voor haar verslaafde broer. En alle uitgeteerde lijven, die allang de geest lijken te hebben gegeven en zweren bij die godvergeten naald.
Met de voortreffelijke docuserie The Trade borduurt Matthew Heineman voort op zijn geweldige documentaire Cartel Land uit 2015. Hij zit het drugsspook dat door heel Noord-Amerika waart voortdurend op de hielen en laat zien hoe het in allerlei verschillende, veelal oerlelijke, gedaanten steeds weer de kop opsteekt. Daarbij schakelt hij voortdurend tussen meta- en microniveau; de majestueuze poppyvelden die voor welvaart zorgen aan de ene kant van de grens, zaaien dood en verderf aan de andere kant, bij twee tot elkaar veroordeelde junks in een troosteloos drugspand.
Heineman hanteert intussen met verve het principe ‘show, don’t tell’. Interviews blijven in het fascinerende The Trade vrijwel volledig achterwege. Hij laat van heel dichtbij zien hoe zijn personages grip proberen te krijgen op hun leven en geeft hen diepte middels een ‘monologue interieur’, interviewfragmenten buiten beeld waarmee hij de kijker als het ware in hun hoofd laat kruipen. Soms lijkt wat er voor Heinemans uiterst doeltreffende camera gebeurt bijna te ‘mooi’ om waar te zijn. Alsof hij een real life mash-up van Narcos en The Wire heeft gemaakt, waarin iedere speler, door een wrede speling van het lot gecast, zich netjes aan zijn uitgeschreven rol houdt.
In The Trade – Season 2 belicht Matthew Heineman de handel in mensen: vluchtelingen, illegale immigratie, smokkel, slavernij, seksuele uitbuiting en Amerikanen zonder geldige verblijfsvergunning.