Sweet Bobby: My Catfish Nightmare

Netflix

Toegegeven: het woord ‘catfish’ zet de meeste kijkers al behoorlijk op het spoor. En met de wijsheid achteraf is het natuurlijk gemakkelijk oordelen. Kiran Assi, een marketeer van Keniaanse komaf uit West-Londen, stapt alleen wel héél naïef in haar relatie met Bobby Jandu, een man die eveneens afkomstig is uit de lokale sikh-gemeenschap en die ze dan al enkele jaren niet heeft gezien. Na een heftig schietincident in Kenia is hij, zwaargewond, opgenomen in een getuigenbeschermingsprogramma te New York. Ze kan hem dus niet ontmoeten. Hun enige contact verloopt via een net aangemaakt Facebook-account, waarbij ze hem, vanwege veiligheidsmaatregelen natuurlijk, ook nooit mag zien. Trouwplannen laten desondanks niet lang op zich wachten.

Dit klassieke good-woman-loves-bad-man verhaal – een verhaal is ‘t, overduidelijk; een gepolijste versie wat er zich waarschijnlijk echt, min of meer dan, heeft afgespeeld – heeft z’n geloofwaardigheid dan al een heel eind verloren. Het is overigens ook al eens eerder uitgeserveerd door Kiran, tevens radiomaakster, in de podcast Sweet Bobby, waarop deze docu-light van Lyttanya Shannon dan weer is gebaseerd. De liefdesgeschiedenis die zo idyllisch is begonnen – natuurlijk, zegt diezelfde sceptische stem, de hoofdpersonen van dit soort producties beleven altijd gróte liefdes en belanden nooit in suffe relaties – krijgt gaandeweg een naargeestig karakter. Bobby blijkt – verrassing! – een onvervalste creep en natuurlijk niet de man die hij zei te zijn.

Sweet Bobby: My Catfish Nightmare (82 min.) heeft zich dan al lang en breed gepositioneerd tussen Catfish-achtige hap-slik-weg producties zoals The Tinder SwindlerBad Vegan en The Puppet Master. Een gecompliceerde en tegelijk vederlichte vertelling over een jonge vrouw die zich op onnavolgbare wijze – en eerlijk gezegd toch vrij voorspelbaar – door een rasmanipulator in de luren laat leggen. Een beetje oplettende kijker ziet de ontknoping eigenlijk al wel een tijdje aankomen. Na afloop weet die desondanks nauwelijks wie of wat ie werkelijk heeft gezien. Want sommige personen in de docu zijn vanwege privacyoverwegingen vervangen door acteurs. Maar om wie ’t precies gaat en wat dit dan betekent voor het verhaal dat ons is voorgeschoteld?

Kiran Assi wordt als hoofdrolspeelster intussen ook nadrukkelijk opgezet als een personage: de sikh-vrouw van dik in de dertig – aantrekkelijk en tot spijt van haar familie toch nog altijd ongehuwd – die nu eindelijk eens aan de man wil en die zich vervolgens negen jaar lang aan het lijntje laat houden door een kerel die ze nooit te zien krijgt. Het lijkt soms bijna alsof ze zichzelf acteert in het gelikte Catfish-verhaal dat hier van haar leven wordt gemaakt – en dat ze, daarvoor hoef je ziener te zien, nog héél vaak zal vertellen.

The Imposter

A&E Indie Films

Drie jaar en vier maanden na de plotselinge verdwijning van Nicholas Barclay op 13 juni 1994, krijgt de familie van de dertienjarige Texaanse jongen bericht uit Spanje: hun zoon is gevonden.

Het is een daverende verrassing, voor alle betrokkenen. Het bericht zorgt ook direct voor wantrouwen. De inmiddels zestienjarige tiener blijkt helemaal geen blond haar en blauwe ogen te hebben. En de jongen spreekt met een vreemd buitenlands accent. Iedereen die ’t wíl zien, constateert direct: geen Nick, maar een oplichter. ‘Hij leek helemaal niet op mij’, bekent de man, die zich voordeed als het verdwenen kind, ‘eerlijk’ in The Imposter (98 min.). Hij kijkt recht in de camera. ‘Het enige dat we met elkaar gemeen hebben, is dat we allebei vijf vingers aan elke hand hebben.’

En toch stapt Nicks zus Carey direct in het vliegtuig naar Spanje, om hem als een verloren zoon binnen te gaan halen. Deception comes home, zoals in 2012 de smeuïge tagline luidde van deze onheilszwangere mix van docu en drama. Want enige tijd later – de Britse regisseur Bart Layton gebruikt de reis huiswaarts van ‘broer’ en zus als een vehikel om de spanning danig op te voeren – wordt de jongen omhelsd door zijn moeder Beverly Dollarhide en de rest van de familie. Hij is weer thuis – of zoals ie dat zelf ziet: eindelijk thuis. Ergens. Ook al is het dan in de Barclay-familie.

Nick is – vertelt hij aan de andere leden van het gezin, die zijn verhaal grif overnemen in deze film – ontvoerd door buitenlandse militairen. Samen met andere kinderen. Meegenomen naar een ander land. Bedwelmd met chloroform. En elke avond misbruikt door officieren. Z’n handen zijn gebroken met een honkbalknuppel. Hij moest insecten eten. Kreeg naalden in z’n ogen. Een koptelefoon op, met keihard geschreeuw in vreemde talen. En een stem bleef zeggen: jij bent niet jij. Engels spreken werd bestraft. En zijn identiteit gemanipuleerd door het veranderen van z’n haarkleur en oogkleur.

En toen kon Nicholas, als door een wonder, ontsnappen door een deur die niet bleek te zijn afgesloten en ontdekte hij volgens eigen zeggen pas dat ie in Spanje was beland. Hij zocht er een opvang op en kreeg van daaruit contact met thuis. Tot zover het verhaal dat de bedrieger zijn familie en een kritische FBI-agente op de mouw speldt. Maar waarom heeft hij zich eigenlijk een vreemd gezin binnen gewurmd en – een al even prikkelende vraag – waarom heeft dat gezin hem, de drieëntwintigjarige man die duidelijk hun verdwenen tienerzoon niet is, in vredesnaam omarmd?

Aan de hand van deze vragen bouwt Layton zijn film op als een slinkse thriller, waarbij niets is wat het lijkt en niets lijkt wat het is. Vanaf het begin is desondanks duidelijk dat we met een oplichter van doen hebben. Sterker: gaandeweg blijkt ’t om de Franse beroepsoplichter Frédéric Bourdin, bijgenaamd De Kameleon, te gaan. Hij lijkt ook graag te participeren in deze vertelling. Alsof die niet meer dan een viering van zijn bedriegerscapaciteiten is. Een gelegenheid om nog eens te zwelgen in zijn eigen meestertruc, waarvoor hij als een gewetenloze method actor elke rol naar z’n hand zet.

Tegelijk blijft natuurlijk de vraag opspelen wat er dan wél met Nicholas is gebeurd.

The Player

Cinema Delicatessen

‘Misschien is niets geheel waar en zelfs dát niet.’ Met dit citaat van Multatuli opent John Appel deze bekroonde zoektocht naar zijn vader. Naar de man zelf en mannen zoals hij. Gokkers. Waaghalzen. Oplichters. Mannen die leven met, door en voor risico.

Appel start in The Player (84 min.) bij een zwart-wit foto. Van zijn vader, bij diens luxewagen, een Mercedes. Hij pakt een brief erbij, gedateerd op dinsdagochtend 18 april 1978. De enige die zijn vader hem ooit schreef, een half jaar voor zijn dood. ‘Je vader heeft het “ei van Columbus” uitgevonden’, schrijft hij. Even later gevolgd door: ‘Natuurlijk zul je denken: dat is weer een truc van je vader, maar nee, dat is het niet. Het resultaat zal ongelovelijk succesvol zijn.’ Pas aan het einde van de film wordt duidelijk wat voor een ei John Appels vader denkt te hebben gevonden en of ‘t een gouden exemplaar is – of toch eerder een lege dop.

Om dichter bij die spannende en ook onbegrijpelijke ouder te komen, zoekt zijn zoon in deze persoonlijke film uit 2009 zielsverwanten van hem op, mannen die een deel van de ‘thrillseeker’ Appel senior representeren. Op de renbaan in Duindigt, bij de paardenraces die zijn vader ook veelvuldig bezocht in de laatste fase van zijn leven, ontmoet John bijvoorbeeld de charmante en ondoorgrondelijke bookmaker Harry Engels. ‘Er is één ding in mijn leven’, vertelt die, niet zonder trots. ‘Alles is onzeker.’ De joviale heer pronkt bovendien met een eindeloze rij foto’s van vriendinnen, die hun heil echter stuk voor stuk elders hebben gezocht.

In de Koepelgevangenis van Haarlem spreekt Appel daarnaast met Harry Hofland, een man die al een aanzienlijke periode vastzit vanwege oplichting en nu echt zijn leven wil beteren. Echt. Tegelijkertijd vertelt Hofland hoe liegen en bedriegen hem met de paplepel zijn ingegoten en inmiddels ook een soort tweede natuur zijn geworden. Als het hem lukt om ergens mee weg te komen, vindt hij dat ‘onbeschrijfelijk mooi’. In San Remo tenslotte mag de documentairemaker meekijken bij gokker Ted Stolzenbach. ‘Zodra je het Casino binnenloopt heb je geen verleden’, stelt die filosofisch. ‘Je hebt alleen nog maar een toekomst.’

Van Stolzenbach is ook de uitspraak die als een soort leidmotief voor deze documentaire geldt: een echte gokker zet zichzelf op het spel. Het is een vorm van Russische roulette, beweert hij. Die levenshouding spreekt ook uit zo’n beetje elke anekdote van John Appel over zijn vader, waarmee hij deze intrigerende film aanstuurt en richting geeft. De man móest balanceren op het slappe koord tussen spel en realiteit. De gedachte dat hij elk moment naar beneden zou kunnen vallen bleef tot het allerlaatst onweerstaanbaar. En dat was weer volstrekt onbegrijpelijk voor al wie hem liefhad.

The Tinder Swindler

Netflix

Hij had alleen zijn witte paard thuisgelaten. Thuis, in wat een hele collectie huizen moest zijn, beschikte hij waarschijnlijk over een hele stal. Die kon hij natuurlijk niet meenemen naar het luxueuze Londense Four Seasons Hotel. En in zijn privéjet was vanzelfsprekend ook geen ruimte. Wel voor haar, natuurlijk. De Noorse blondine die naar rechts had geswipet. Binnen enkele uren na hun eerste kop koffie vlogen ze samen naar Bulgarije. De vonken vlogen er inmiddels ook vanaf. En er was champagne en kaviaar. Na zo’n duizend Tinder-matches moest dit hem dan toch echt zijn voor Cecilie Fjellhøy: Simon Leviev, erfgenaam van een diamantimperium.

De ‘prins’ was alleen – u vermoedde het vast al – geen man om op één (wit) paard te wedden. Geen handvol prinsesjes zogezegd, maar een landvol. Sterker: een hele wereld. Stuk voor stuk slechts een privévlucht weg. En het was ook wel handig als die meiskes – in The Tinder Swindler (114 min.) leren we tevens Pernilla Sjöholm en de Nederlandse Ayleen Charlotte kennen – enig eigen vermogen hebben. Of bereid zijn om wat cash te lenen. En om dat hoogstpersoonlijk te komen afleveren, in Amsterdam bijvoorbeeld. Waar hij, het prinsje, natuurlijk thuis was. Net als in de rest van de wereld. Want die is van mensen zoals hij. Of gewoon van hem. Al zit hij nu dus even krap bij kas.

U denkt op dit moment vast: wat bezielt deze dames van het goede leven? Zien ze nu echt niet dat hij hen, prinsheerlijk natuurlijk, een loer aan het draaien is? Of bevinden ze zich in gedachten werkelijk in de Hollywood-romance die regisseur Felicity Morris met speelfilmfragmenten en zoete muziek rondom hen heeft opgetrokken? Een idylle die allang bezig is om een nachtmerrie te worden, zoals dat gaat in thrillers uit Tinseltown, zelfs als ze zich in ‘real life’ afspelen. Met een casanova die een doortrapte schurk blijkt. Een Love Fraud, juist. Of de Tinder-evenknie van The Puppet Master. Zo’n man waar je bijna een hele film lang achteraan kunt zitten. Tevergeefs. In elk geval tot de ontknoping.

Bent u nog wel bij de les, beste kijker/lezer? De jacht op de prins – of darkness, zou iemand met minder smaak nu gegrapt hebben – wordt dus onvervaard ingezet. Met de camera erbij. Lekker kijkvoer, hoor. Als je houdt van fastfood-docu’s. Hap-slik-weg! Voor wie na twee uur nog niet genoeg heeft is er zelfs een podcast. Over – dat moge duidelijk zijn – een héél fout ventje. Waar je intussen alles van weet en nog steeds weinig van begrijpt. Daarin lijkt ook niemand écht geïnteresseerd. Zelfs de filmmaakster niet. Hij mag van haar een ééndimensionale oplichter blijven. Net als z’n slachtoffers. Morris wil vooral een spannend verhaal vertellen. En dat is nog best goed gelukt ook.

Met dank aan ‘de vrouw(en) van zijn dromen’, Cecilie, Pernilla en Ayleen. Die met de gebakken peren zijn blijven zitten en er, hand op hart, nóóit meer intrappen.

The Puppet Master: Hunting The Ultimate Conman

Netflix

Hij dringt hun leven binnen, maakt zich onmisbaar en isoleert hen vervolgens van de rest van de wereld. Sophie en Jake Clifton hebben bijvoorbeeld al jaren geen contact meer met hun moeder Sarah. Eind 2011 ontmoette zij een nieuwe geliefde, ene ‘David’. Die nam het gezin gaandeweg helemaal over en werkte vervolgens de kinderen het huis uit. En daarna verdwenen de twee tortelduifjes zelf met de noorderzon. Sindsdien is Sarah buiten het bereik van haar kinderen geraakt – en blijkt haar spaarrekening geplunderd.

Een al even vreemde kwestie deed zich twintig jaar eerder voor: op verzoek van barman ‘Rob’, die tevens actief was als spion, knapte de student John Atkinson begin jaren negentig enkele klusjes op voor de Britse geheime dienst MI5. Toen er op zijn opleiding een cel van IRA werd ontdekt, sloeg hij samen met zijn medestudenten Sarah en Maria en diezelfde barman op de vlucht. Ze zouden uiteindelijk zo’n tien jaar (!) onderweg zijn, ver weg van alles wat hen lief was. En één man bepaalde alles: serieoplichter Robert Hendy-Freegard.

In The Puppet Master: Hunting The Ultimate Conman (127 min.) deconstrueren Sam Benstead en Gareth Johnson de modus operandi van deze menselijke wurgslang die zijn prooien eerst uiterst behoedzaam benadert en hen daarna bijna ongemerkt de keel dichtknijpt. Ze kleden de herinneringen van Freegards slachtoffers, hun familieleden en de FBI- en Scotland Yard-agenten die op hem jagen bovendien aan met archiefbeelden, geluidsopnamen, spannende muziekjes en gedramatiseerde scènes met acteurs.

Vaardig ontleedt deze driedelige true crime-serie zo de ronduit bizarre geschiedenis van een gewetenloze parasiet en z’n slachtoffers, die hij doelbewust helemaal uitwoont. The Puppet Master begeeft zich daarmee op hetzelfde terrein als Love Fraud, een overrompelende miniserie over een enigmatische Amerikaanse ‘bad guy’ met eveneens een eindeloze stroom slachtoffers, en laat een vergelijkbaar gevoel van diepe verwondering achter: hoe krijgt deze man dit voor elkaar en – vooral – wat drijft hem in godsnaam?