Dream Team: Birth Of The Modern Athlete

Paramount

Ze kwamen, zagen en overwonnen. Daar zit dus niet het verhaal van Dream Team: Birth Of The Modern Athlete (205 min.), een vijfdelige serie over de Amerikaanse basketbalploeg die in 1992 een gouden medaille won op de Olympische Spelen van Barcelona. Die eerste plaats stond op voorhand al min of meer vast.

Voor de eerste keer vaardigden de Verenigde Staten de grote sterren van de NBA af. Het zou een kleine schande zijn geweest als Michael Jordan, Earvin ‘Magic’ Johnson, Larry Bird en de negen andere helden van het Amerikaanse basketbal níet hadden gewonnen. Deze productie van de broers Emmett en Brendan Malloy richt zich dan ook vooral op de dynamiek binnen het team: de rivaliteit bijvoorbeeld tussen de oude heerser van de NBA, Magic Johnson, en de nieuwe troonpretendent, Michael ‘Air’ Jordan. Als twee metershoge alfamannetjes bekampen ze elkaar en stuwen zo het team naar eenzame hoogte 

De Malloys baseren hun vertelling op het boek Dream Team van Jack McCallum. Hij bewaarde bovendien audio-opnamen van zijn gesprekken met de leden van de droomploeg, die nu voor het eerst zijn te horen. Deze quotes worden aangevuld met wedstrijdbeelden, achter de schermen-materiaal en actuele interviews met de dreamteamers Magic Johnson, Patrick Ewing, David Robinson en Chris Mullin, aangevuld door enkele insiders. Zij geven heel aardige inkijkjes bij de wonderploeg. Zo besluit Jordan bijvoorbeeld de nacht voor de Olympische finale door te halen voor een spelletje kaart. En de dag van de gouden wedstrijd brengt de sterspeler freewheelend door in het Olympisch stadion en op de golfbaan.

Als ook de laatste tegenstander in Barcelona moeiteloos is verslagen – aan het eind van aflevering 3 al – wacht de prijsuitreiking, waarbij diezelfde Jordan voor een controverse zal zorgen die de totale vercommercialisering van de sport illustreert. Van slachtoffers van (latent) racisme zijn de grote sterren van de NBA in de voorgaande jaren uitgegroeid tot eigen merken, die in de hele wereld weerklank vinden en te gelde kunnen worden gemaakt. Met deze insteek kiest Dream Team slim positie tussen Shut Up And Dribble, de politiek geladen docuserie over de Afro-Amerikaanse basketbalhistorie, en The Last Dance, een meeslepende reeks over het ultieme winnaarstype Michael Jordan en zijn team The Chicago Bulls.

Alleen de laatste episode, over de erfenis van het Dream Team voor het internationale basketbal, voelt wel heel nadrukkelijk als een langgerekte epiloog. De broers Malloy drijven dan erg ver af van hun hoofdrolspelers en het vuur dat hun sport drijft. Als geheel schetst deze serie, over een selecte groep goudhaantjes die alle na-ijver moeten laten varen om samen de wereld te veroveren, echter een treffend beeld van een scharnierpunt in het moderne basketbal.

Don’t Be A Dick About It

YouTube

Vier jaar had hij nodig om moed te verzamelen. En toen trok Benjamin Mullinkosson de stoute schoenen aan en vroeg hij zijn tante Mary Jo of hij een zomer bij hen in de kelder mocht logeren om zijn neven te filmen. Elk jaar tijdens vakanties had hij gezien hoe Peter en Matthew elkaar voortdurend in de haren vlogen. Diep van binnen wist Mullinkosson al die tijd dat daar een film inzat. Maar om er dan over te beginnen…

Die film is er nu toch gekomen: Don’t Be A Dick About It (69 min.), de onbetwiste publieksfavoriet van het International Documentary Festival Amsterdam van 2018. Dat enthousiasme is niet vreemd. Slechts weinig documentaires bieden zoveel gelegenheid om hard en vaak te lachen. Om de dwarse puber Matthew, die een enorme angst voor honden te boven probeert te komen. Maar vooral om zijn oudere broer Peter.

Peter is permanent verwikkeld in zijn geheel eigen variant op de realityshow Survivor. Met veel theater speelt hij de dramatische ontknoping van het televisieprogramma na. Steeds weer. Wie wordt er weggestemd? En waarom? Vaak gaat het om een familielid of kennis waarmee Peter toevallig nog een appeltje heeft te schillen. Die voortdurende stroom eliminaties, aangezet met volvette muziek, levert hilarische scènes op, die de rode draad vormen voor deze kostelijke film.

Een kanttekening is daarbij op zijn plaats: Peter heeft een autismespectrumstoornis. En net als Kees Momma en Owen Süskind, de autistische hoofdpersonen van respectievelijk Het Beste Voor Kees en Life, Animated, heeft de rossige twintiger de lach aan zijn kont hangen en weet hij zo een groot publiek, mijzelf incluis, aan zich te binden. Maar waar lachen die mensen eigenlijk om?

Leedvermaak? Nee, want Mullinkosson gaat liefdevol met zijn subjecten om. Matthew is volgens zijn neef dan ook trots op de film, al kan hij hem ook niet zo goed zien. Peter heeft er volgens de maker geen problemen mee als mensen om hem moeten lachen. Sterker: hij vindt zichzelf óók ‘fucking hilarious’. En wie ben ik dan om het daarmee oneens te zijn?