After The Bite

HBO Max

Een toerist laat zich op een surfplank onbekommerd door de golven meevoeren. Een strandwacht speurt met z’n verrekijker de kustlijn af. En een onderzoeker begeeft zich naar het uiterste puntje van z’n boot, nét iets te dicht bij het wateroppervlak. Sinds Steven Spielbergs zenuwslopende filmklassieker Jaws (1975), over een moordlustige witte haai die het toeristische gebied van Cape Cod binnendringt, zijn zulke beelden van hun onschuld ontdaan. Elk ogenblik kan er een haai aanvallen. Vanuit het onderbewuste dringt de iconische muziek van John Williams zich al op. Táda – táda.Táda – táda. Táda – táda – táda – táda…

Inmiddels is de fantasie – uitgemolken in talloze, veelal tamelijk cheape speelfilms – ingehaald door de realiteit. De witte haai is terug bij de Amerikaanse stranden. In de omgeving van Cape Cod, het strijdtoneel van Jaws, wordt het gevreesde dier weer regelmatig gespot in of nabij zwemwater en heeft het ook alweer zijn eerste dodelijke slachtoffer gemaakt. Dit zorgt natuurlijk voor onrust bij de plaatselijke gemeenschap, want haaien zijn behalve gevaarlijk ook slecht voor de business. Daartegenover staan wetenschappers en dierenbeschermers, die zich al jaren sterk maken voor het weer op peil brengen van de walvissen- en zeehondenpopulatie. Dat is hen beter gelukt dan sommige lokale bewoners en vissers lief is. En de witte haai is daarvan een bijproduct.

After The Bite (85 min.) zet deze verschillende zienswijzen genuanceerd naast elkaar en vangt tevens de pracht en praal van de wondere wereld waaruit die voortkomen. Waar haaien op zee worden voorzien van een tracker, zodat ze met een ‘Sharktivity’-systeem kunnen worden gemonitord en in dat kader ook maar meteen een kekke naam – Joanie, Scarface of Candy Cane bijvoorbeeld – krijgen toebedeeld. Tegelijkertijd is er aan land haaienentertainment: tijdens uitzinnige variété-optredens wordt er volop geflirt met de gevaren van het angstaanjagende witte monster. En in de openluchtbioscoop draait, de gimmick voorbij, Jaws.

Met onbestemde beelden van de golvende zee, onderwateropnames en suggestieve muziek speelt regisseur Ivy Meeropol in deze documentaire natuurlijk in op de collectieve Jaws-angst. Die brengt ze tot een climax in een enerverende slotscène, waarbij een stervende bultrug op open zee een zeer divers publiek trekt, waaronder een hongerige haai. Uiteindelijk heeft Meeropol echter vooral oog voor het verhaal achter de mythe: van een ecosysteem dat, door menselijk toedoen, uit evenwicht is geraakt. Nu de aarde opwarmt verwelkomen Amerikaanse kustgebieden daardoor ineens heel andere diersoorten – en de bijbehorende jagers, zoals de vermaledijde witte haai, die hen weer als prooi beschouwen.

Zulke nieuwkomers brengen ook hun eigen virussen mee. Een nieuwe pandemie is daardoor zeker niet uitgesloten, meent Wendy Puryear van Tufts University. ‘Het is gemakkelijk om je te laten leiden door Jaws-achtige scenario’s en om het grotere geheel uit het oog te verliezen. Namelijk dat de gezondheid van een soort ons allemaal aangaat.’ Die onderlinge verbondenheid tussen mens en dier en de uitdagingen daarbij zijn in After The Bite vervat in oogstrelende en soms ook indringende scènes (zoals bijvoorbeeld het verkrijgen van een ‘nose swap’ bij enkele nietsvermoedende zeehonden) en tillen de film mijlenver uit boven het niveau van een après-Jaws shockdoc.

Bully. Coward. Victim. The Story Of Roy Cohn

In de hoogtijdagen van de Koude Oorlog zouden ze Amerikaanse atoomgeheimen hebben doorgespeeld aan aartsvijand de Sovjet-Unie. Het echtpaar Julius en Ethel Rosenberg werd in 1953 ter dood gebracht. Ruim 65 jaar later portretteert hun kleindochter Ivy Meeropol de man die een sleutelrol speelde in hun veroordeling: Roy Cohn (1927-1986), een jonge advocaat die destijds aan de vooravond stond van een prachtige carrière als rechterhand van communistenjager Joe McCarthy, raadsman van de georganiseerde misdaad in New York én lichtend voorbeeld van een jonge, ambitieuze zakenman uit die stad, ene Donald Trump.

Die laatste rol, als mentor van de huidige Amerikaanse president, vormde onlangs al het uitgangspunt voor een andere film over de man die ook wel ‘de verpersoonlijking van slechtheid’ is genoemd: Where’s My Roy Cohn? (2018], een tamelijk traditionele en doeltreffende biografie van Matt Tyrnauer. De openingsscène van Bully. Coward. Victim. The Story Of Roy Cohn (98 min.) maakt direct duidelijk dat Meeropol een persoonlijkere aanpak voor ogen heeft: in oude zwart-wit beelden spreekt ze als klein meisje met haar vader Michael over de terechtstelling van diens ouders. Haar familie heeft aan den lijve ondervonden wat de gevolgen kunnen zijn van de rücksichtslose handelswijze van Cohn, die de verklaring van een belangrijke getuige tegen haar grootouders op een onoorbare manier zou hebben beïnvloed.

Tegelijkertijd probeert de documentairemaakster met bronnen als filmmaker John Waters (die Cohn, als homo die zijn hele leven in de kast bleef, regelmatig tegenkwam op een soort gayparadijs), collega-advocaat Alan Dershowitz (waarmee hij aan de geruchtmakende zaak tegen Claus von Bülow werkte), en roddelcolumniste Cindy Adams (die hij regelmatig van nieuwtjes voorzag over lieden die hij in verlegenheid wilde brengen) ook een tamelijk traditioneel portret van het ‘larger than life’-personage Roy Cohn te schetsen. Die twee verhaallijnen komen alleen niet altijd even soepel samen, waardoor de film soms een wat rommelige indruk maakt.

Via onlangs ontdekte audiocassettes van een interview dat journalist Peter Manso in 1980 met hem deed voor een Playboy-profiel komt de man met de spottende lach, boksersneus en bijzonder kille ogen zelf ook nog aan het woord, waarbij hij nooit om een scherpe oneliner verlegen lijkt te zitten. Behálve als het gaat over zijn eigen seksuele geaardheid en de dodelijke ziekte die hij uiteindelijk zou oplopen, een publiek geheim dat hem, ongewild, tot een belangrijk personage in de theatervoorstelling Angels In America zou maken. Dat verborgen leven krijgt veel aandacht in deze onevenwichtige film, die natuurlijk ook inzoomt op zijn rol als mentor van de jonge Trump, in Cohns ogen een genie met een gouden toekomst.

Van de executie van de Rosenbergs heeft Roy Cohn volgens eigen zeggen nooit ook maar een nacht wakker gelegen. Die kregen gewoon hun verdiende loon. Zelfs als hun zoon Michael Meeropol hem in een tv-programma confronteert met gerommel in de rechtszaak tegen zijn ouders geeft Cohn geen duimbreed toe en houdt vast aan zijn eigen werkelijkheid. Een modus operandi waarvan ook zijn protegé, op wie hij zonder enige twijfel trots zou zijn geweest, als president van de Verenigde Staten zijn handelsmerk heeft gemaakt. Zo leeft Roy Cohn voort: als de man die eerst het McCarthyisme en later Donald Trump (mede) mogelijk maakte.