Gij Zult Niet Doden – Treinkaping De Punt

KRO-NCRV

Op zaterdagochtend 11 juni 1977 wordt de gekaapte trein bij De Punt eerst langdurig beschoten en daarna bestormd door mariniers. Twee passagiers komen daarbij om het leven. En zes van de negen Zuid-Molukse kapers. Zij hebben drie weken lang 56 mensen gegijzeld gehouden. Met die actie probeerden ze aandacht te vragen voor de positie van Molukkers. Die zijn in 1951, na de oorlog om het toenmalige Nederlands Indië, naar ons land gekomen. Hen was beloofd dat er een onafhankelijke Molukse staat zou komen.

Zeventig jaar zijn inmiddels verstreken. De Republik Maluku Selatan is er nog altijd niet. Intussen zijn er ook steeds meer vragen gerezen over de gewelddadige beëindiging van de treinkaping bij De Punt. Was het geweld proportioneel of zijn enkele gijzelnemers demonstratief, zonder absolute noodzaak, geëxecuteerd? Advocaat Liesbeth Zegveld heeft aanwijzingen voor het laatste en staat de nabestaanden van twee kapers, Max Papilaya en Hansina Uktolseja, bij in een emotioneel geladen rechtszaak tegen de Nederlande staat.

In Gij Zult Niet Doden – Treinkaping De Punt (73 min.) volgt Koert Davidse gedurende vijf jaar Zegvelds pogingen om vier decennia na dato recht te krijgen voor mensen die al die tijd toch vooral als dader, of als terrorist, te boek hebben gestaan. Ze noemt het ‘een gevecht op elke vierkante millimeter’, waarbij de advocate regelmatig stevig botst met de vertegenwoordiging van de Nederlandse overheid. Het is duidelijk dat er voor beide partijen heel wat op het spel staat. Als de rechters de lijn van de klagers volgt, heeft de toenmalige Nederlandse regering immers zijn geweldsmonopolie misbruikt en zijn de mariniers ingezet als een soort doodseskader.

Ondanks het feit dat Davidse is aangesloten bij Zegveld probeert hij ook de tegenargumenten van de staat een volwaardige plek te geven in z’n weergave van de rechtsgang. Zo ontstaat een afgewogen beeld van de juridische afwikkeling van een tragische gebeurtenis, die al ruim veertig jaar op allerlei plekken in de samenleving schrijnt. Tegelijkertijd wordt en passant ook het verhaal verteld van de Molukse gemeenschap van Nederland en de beruchte treinkapingen, die zich in het collectieve geheugen hebben vastgezet.

The Mystery Of D.B. Cooper

HBO

Al 31 jaar loopt hij door de heuvels en bossen rond Seattle. Op zoek naar de parachute van D.B. Cooper. Want voormalig beroepsmilitair Jerry Thomas is ervan overtuigd dat de man zelf de val onmogelijk kan hebben overleefd. Cooper sprong op 24 november 1971 uit een Boeing 727, nadat hij die met een bom had gekaapt. De ‘skywalker’ vertrok met 200.000 dollar losgeld en werd nooit meer gezien.

Bijna een halve eeuw later is The Mystery Of D.B. Cooper (85 min.) nog altijd onopgelost. Verdachten genoeg. Volgens Jo Weber, en haar souffleur Tim Collins, heeft haar echtgenoot op zijn sterfbed bekend dat hij Dan Cooper was. National Guard-lid Ben Anjewierden is er dan weer van overtuigd dat zijn collega Richard Floyd McCoy, die vijf maanden later een ander vliegtuig kaapte, de dader moet zijn. Of was het toch Barbara Dayton, een vrouw die vroeger als man door het leven ging en haar geslachtsoperatie zou hebben bekostigd met de buit?

En zo lopen er nog veel meer Amerikanen met hun eigen D.B. Cooper-theorie rond, stuk voor stuk overtuigd van hun eigen gelijk. De Britse documentairemaker John Dower baant zich met veel bravoure en humor een weg door alle scenario’s en portretteert tegelijkertijd de bijbehorende getuigen, amateurdetectives en schrijvers. Met gedramatiseerde scènes illustreert hij bovendien hun ‘herinneringen’ en Coopers kamikazemisdrijf dat via interviews met een stewardess, copiloot en passagier van de roemruchte vlucht en een FBI-agent die de zaak onderzocht nog eens zorgvuldig wordt gereconstrueerd.

Al blijft het de vraag of het er in deze kostelijke true/fake crime docu uiteindelijk toe doet wie werkelijk de waarheid vertelt en wie er een Ape Sandwich probeert te verkopen.

Netflix is inmiddels ook in de ‘Cooper-draaikolk’ terecht gekomen met de vierdelige serie D.B. Cooper: Where Are You?!.