Glenn Close: The Art Of Transformation

Arte

Ze hadden haar verteld dat het om een repetitie ging. Zelf wist Glenn Close wel beter: die rol zat nog helemaal niet in de tas. De producers van Fatal Attraction en regisseur Adrian wilden eigenlijk een klassieke schoonheid voor de rol van Alex Forrest, de femme fatale die zich na een ‘one night stand’ met de getrouwde advocaat Dan Dallagher (Michael Douglas) zou ontpoppen tot een soort blonde wraakengel. Geen serieuze actrice.

Met een overtuigende auditie wist Glenn Close de rol, waarmee ze in 1987 definitief door zou breken bij het grote publiek, tóch te bemachtigen. Het was doodeng, vertelt ze in Glenn Close: The Art Of Transformation (52 min.). ‘Niet alleen kreeg ik met Michael Douglas te maken, er was ook een videocamera.’ En die legde feilloos vast, kan iedereen nu met eigen ogen vaststellen, dat Alex en zij voorbestemd waren voor elkaar.

De Amerikaanse actrice zou later nog bij psychologen te rade gaan over Alex. Was zij een geloofwaardig personage dat zich logisch gedroeg? Want Close zwoer bij authenticiteit. Ze droeg toen nog niet het zwarte leren jack dat bij Alex ging horen en dat emblematisch voor de jaren tachtig zou worden. ‘Een popsymbool voor de strijd tussen de seksen’, zoals de verteller van deze tv-docu van Catherine Ulmer Lopez het jasje dubt.

In deze film is er speciale aandacht voor deze kledingstukken, die essentieel zijn voor haar personages. De Indiana University beschikt over een collectie van in totaal tweehonderd kostuums uit ruim veertig film- en theaterproducties van Glenn Close en jurken die ze droeg tijdens allerlei Award Shows. Die bezorgden haar allerlei prijzen en leverden maar liefst acht Oscar-nominaties op. Geen van allen verzilverd overigens.

De kleding hielp haar bijvoorbeeld om een ongenaakbare feeks (het kostuumdrama Dangerous Liaisons), de vileine bontdame Cruella de Vil (de Disney-hit 101 Dalmations), een vrouw die zich voordoet als man (het ‘period drama’ Albert Nobbs), de lesbische legerofficier Grethe Cammermeyer (de tv-film Serving in Silence) en een ster uit de stomme film die een comeback wil maken (de musical Sunset Boulevard) te worden.

Terwijl Ulmer Lopez via deze onvergetelijke vrouwen de persoon daarachter probeert te ontwaren, gaat die zelf in op haar getroebleerde achtergrond, de manier waarop ze zich daaraan wist te ontworstelen en het idealisme dat haar nog altijd voortdrijft. Terwijl ze langzaam maar zeker richting de tachtig kruipt, blijft Glenn Close aandacht vragen voor mentale aandoeningen en vrouwenrechten en krachtige vrouwenrollen afleveren.

Tussen haar eerste Oscar-nominatie voor The World According To Garp (1983) en de laatste voor Hillbilly Elegy (2021) zit bijna veertig jaar. Voorbij gevlogen!

Gold & Greed: The Hunt For Fenn’s Treasure

Netflix

Ergens in de Rocky Mountains is een schatkist verborgen. Daarin zit goud ter waarde van enkele miljoenen dollars. Het is een idee van de gefortuneerde kunsthandelaar Forrest Fenn. In The Thrill Of The Chase, zijn autobiografie uit 2010, heeft hij een gedicht opgenomen, waarin negen aanwijzingen zijn verwerkt om de schat te vinden.

Het lijkt in eerste instantie niet meer dan een truc om zijn boek onder de aandacht te brengen, maar al snel loopt Fenns idee helemaal uit hand. Talloze gewone Amerikanen raken bevangen door goudkoorts en proberen het gedicht te ontcijferen. De Hursts, een stel rednecks, weten bijvoorbeeld zeker dat de buit is verstopt in het voormalige mijnwerkersdorp Kirwin in Wyoming, terwijl de gepensioneerde ingenieur Cynthia Meachum ervan overtuigd raakt dat de schat in New Mexico is te vinden.

Op zoek naar ‘fortuin en glorie’, aldus de montere softwareontwikkelaar Justin Posey. Want wie wil er nu geen Indiana Jones zijn? Niet iedereen is echter gemaakt voor de rol van avonturier, blijkt in de driedelige docuserie Gold & Greed: The Hunt For Fenn’s Treasure (160 min.) van Jared McGilliard. Het duurt niet lang of de schattenjacht eist z’n eerste slachtoffer: ene Randy Bilyue raakt nabij Santa Fe vermist als hij in hartje winter, met een rubberboot van Walmart, de Rio Grande probeert af te varen.

Forrest Fenns autobiografie wordt in de media, die ’s mans meesterzet en de navolgende goudkoorts helemaal uitmelken, dan al omschreven als: ‘the book that lures readers to their deaths’. Fanatieke speurders zoals Meachum, die bij Fenn zelf op zoek gaat naar aanwijzingen, en de Hurst-familie, dromend van een leven buiten het ‘trailer park’, laten zich daardoor niet weerhouden. En de inventieve Posey begint doodleuk een hond te trainen, zodat die letterlijk kan worden ingezet als speurneus.

McGilliard volgt hen terwijl ze hun nieuwste theorie najagen en ergens in Amerika op zoek gaan naar de goudkist. Hij snijdt hun verhalen slim door elkaar en leukt ze op met een avonturenfilmsoundtrack en gewiekste cliffhangers, zodat ’t steeds spannend blijft of iemand op de buit stuit – en wie dat dan is. Tegelijkertijd schetst ie ook de gekte in de schatzoekersgemeente. Die krijgt gaandeweg ook een naar kantje: vergezochte hypothesen krijgen gezelschap van onvervalste complotten.

Op een luchtige manier toont Gold & Greed zo hoe het idee van eeuwige rijkdom voor tal van gewone Amerikanen een obsessie wordt. Totdat ze zowaar tien jaar van hun leven hebben gespendeerd aan een waanidee – al heeft zelfs dat z’n aantrekkelijke kanten. De jacht is immers mooier dan de vangst. Justin Posey realiseert zich dat terdege en probeert in deze joyeuze productie zowaar in de voetsporen te treden van Forrest Fenn, die in 2020, na een enerverende oude dag, op negentigjarige leeftijd is overleden.