The Hungarian Playbook

Film Five

Een onafhankelijk opererende pers is alleen maar lastig als je als politicus of politieke partij de volledige macht wilt hebben. En dus hebben de Hongaarse premier Viktor Orbán en zijn Fidesz-partij, die alweer sinds 2010 aan de macht zijn in het Oost-Europese land, zich flink ingespannen om de journalistiek aan banden te leggen. Met een mediawet, het opzetten van faciliteren van een eigen mediaconglomeraat én het knechten van de publieke omroep.

Hoe The Hungarian Playbook (45 min.) er in de praktijk uitziet? Een concreet voorbeeld: ‘In 2015, toen er veel vluchtelingen en migranten naar Hongarije kwamen, kregen we de opdracht om geen kinderen te laten zien’, vertelt András, die destijds nog als journalist werkzaam was bij de Hongaarse publieke omroep. ‘Kinderen zouden voor empathie kunnen zorgen. En dat was duidelijk niet de bedoeling. Er kwamen alleen jonge mannen, die Europa wilden binnenvallen.’

‘Ik moest op zoek gaan naar migrantenverhalen’, vult zijn collega Krisztina aan. Zij behoort tot de Roma-minderheid in het land en heeft haar heil inmiddels buiten de journalistiek gezocht. ‘Ik moest beweren dat zij onbekende ziektes meebrachten en moest daarbij een dokter zoeken die dat voor me kon bevestigen. In Boedapest kon ik zo iemand niet vinden. Toen hebben collega’s van buiten de stad een arts gevonden die woord voor woord zei wat onze eindredacteur wilde horen.’

Zo gaat dat in een autoritair geleide staat. En uit deze journalistieke docu van Bence Máté en Áron Szenpéteri zijn nog wel meer regels te destilleren voor hoe media zich in zo’n omgeving dienen te gedragen. Aan de oppositie besteed je bijvoorbeeld geen of alleen negatieve aandacht. Kritisch berichten over de regering en bondgenoten (zoals de Russische leider Vladimir Poetin) is natuurlijk niet de bedoeling. En zulke regels schenden betekent automatisch de toorn van de staat over jezelf afroepen.

Inmiddels is zo’n tachtig procent van de Hongaarse media of min of meer in handen van Orbán, die zijn verhaal zo dus goed kwijt kan aan het land, tamelijk eenvoudig verkiezingen naar z’n hand zet en weinig last heeft van waakhonden die beginnen te blaffen bij belangenverstrengeling of corruptie. Dus slecht voor de portemonnee is het uiteindelijk ook niet, zo’n gedienstige pers. Alleen de lieden die waarde hechten aan democratie krabben zich misschien even achter de oren.

In dat opzicht zou deze degelijke docu toch ook als waarschuwing kunnen dienen voor bezorgde Nederlanders – ook al lijkt ons land zo op het eerste oog totaal anders dan Hongarije.

Hungary 2018

IDFA

De leiders van de Europese Unie zitten volledig onder de plak bij George Soros.
In Zweden verven blondines hun haren bruin om migranten te plezieren. In dat land worden toevallig ook de meeste vrouwen verkracht.
Engelse kinderdagverblijven nodigen actief transseksuelen uit. En ouders daar laten kinderen van vier tot twaalf jaar zonder problemen een sekseoperatie ondergaan.

Welkom in het Europa van de Hongaarse regeringspartij Fidesz. Centrale thema: de instroom van vluchtelingen. Want: elke anderhalve vluchteling leidt tot zeker vijf nieuwe mensen in het land. Dus: laten we Hongarije een kalifaat worden of niet?

Die anti-migratieboodschap staat ook centraal tijdens de campagne van premier Viktor Orbán voor de parlementsverkiezingen van april 2018. Daarvoor trekken zijn partij-apparatsjiks het hele land door. In sfeerloze zaaltjes spreken ze een roomblank en volledig vergrijsd publiek toe, dat gedwee als klapvee fungeert. Alsof de jaren vijftig nooit zijn voorbij gegaan of alweer ras voor de deur staan.

‘Haat zal dit land vernietigen’, constateert voormalig premier en oppositieleider Ferenc Gyurcsáni, de hoofdpersoon van Hungary 2018 (82 min.). De observerende film van Eszter Hajdú volgt hem als hij het land, tegen beter weten in, probeert te winnen voor zijn linkse, pro-Europese ideeën. Van onvermoeibare campaigner wordt hij gaandeweg een zichtbaar oververmoeide politicus, die voor zijn medewerkers de hoop levend moet houden die hij zelf allang lijkt te hebben begraven.

Want Orbán en zijn Fidesz-partij zijn alomtegenwoordig in het hedendaagse Hongarije: bij verkiezingsbijeenkomsten, in de grotendeels door de regering gecontroleerde media en gewoon op straat, in de vorm van hatelijke leuzen, liedjes en posters. Subtiel is anders. Als een man bij een campagnerally bijvoorbeeld hardop uitspreekt dat Soros de 6.000.001ste had moeten zijn, een naargeestige verwijzing naar het aantal Holocaust-slachtoffers, is er niemand die hem tot de orde roept.

Het is al met al een angstaanjagend beeld dat uit deze film oprijst. Over een land dat nog altijd gewoon deel uitmaakt van de Europese Unie, waartegen het zich zo vaak afzet. De documentaire was in eigen land nog niet te zien, maar de reacties laten zich raden. Uit angst voor represailles hebben veel medewerkers hun naam niet op de aftiteling laten zetten. Hungary 2018 mag dan op zich geen héél bijzondere film zijn, het is wel héél bijzonder dat deze campagnedocumentaire überhaupt is gemaakt.

Oh ja, tot slot: Merkel, May en ook Rutte hebben geen kinderen. Volgens Fidesz-kopstukken betekent dit dat ze niet vooruit kunnen denken.