Als Je Ons Kan Horen

Prime Video / VRT

Het duurt bijna vijftig minuten voordat zijn naam voor het eerst valt in de vierdelige serie Als Je Ons Kan Horen (Franse titel: Innommable, 223 min.): Dutroux, zonder voornaam erbij. Hij leidt de Belgische rechercheurs, die hem enkele dagen eerder hebben aangehouden en verhoord, op 15 augustus 1996 naar een huis in het Waalse stadje Marcinelle, waar twee ontvoerde tienermeisjes worden aangetroffen: Sabine Dardenne (12) en Laetitia Delhez (14).

Vier andere Belgische meisjes zijn dan nog vermist. De ouders van de verdwenen zevenjarige vriendinnetjes Julie Lejeune en Mélissa Russo verkeren al veertien maanden in opperste onzekerheid over het lot van hun dochters. De vaders en moeders van Eefje Lambrecks (19) en An Marchal (17), verdwenen na een optreden van de Nederlandse hypnotiseur Rasti Rostelli in Oostende, lopen ook al een jaar met een gigantische steen in hun maag rond.

Aflevering 1 van deze indringende miniserie van Joeri Vlekken is volledig gericht op hen: ouders die met het ergst denkbare worden geconfronteerd – de verdwijning van een kind – en volledig in het duister tasten over wat er met hen is gebeurd. Omdat ze het gevoel hebben dat de politie verzaakt, zetten ze zelf alles op alles om hun dochters te vinden. En altijd zijn er camera’s en journalisten die hen een podium bieden – en hun leed van dichtbij vastleggen.

Vlekken kiest consequent het perspectief van deze ouders. Als in de tweede aflevering duidelijk wordt dat Dutroux, Marc dus, en zijn handlangers waarschijnlijk betrokken zijn geweest bij de vermissing van hun kinderen, blijft de serie dit benaderen vanuit hen, de nabestaanden in spe. Van hen blijkt ook opvallend veel en zeer tragisch beeldmateriaal te zijn gemaakt, bijvoorbeeld van hoe Ans ouders thuis op nieuws wachten terwijl er bij Dutroux opgravingen worden gedaan.

Als Je Ons Kan Horen presenteert alle tragische ontwikkelingen sober en zakelijk, zonder vet aangezet true crime-randje. Dat is ook zeker zo effectief. Joeri Vlekken laat de gebeurtenissen inkaderen door agenten en journalisten die bij de zaak betrokken waren – de directe familieleden van Dutroux’s slachtoffers participeren niet in de serie – maar laat vooral het archiefmateriaal, ondersteund door een stemmige soundtrack, zijn verpletterende werk doen.

Deel 3 concentreert zich op de volkswoede over De Zaak Dutroux, die uitmondt in een Witte Mars in Brussel. Daarna volgt in de slotaflevering de juridische afwikkeling ervan, waarbij Marc Dutroux voor het eerst herkenbaar in beeld is te zien. Met mate, dat wel. Dit onderstreept nogmaals Vlekkens insteek: niet het ‘monster’, de meest gehate man van België, de potentiële true crime-held, staat centraal, maar zijn slachtoffers, de overledenen en hun familieleden.

Juist doordat de docuserie elke vorm van sensatiezucht ontbeert en ook de bijbehorende (complot)theorieën over een pedofilienetwerk nauwelijks exploreert, komt de impact van wat Dutroux en zijn handlangers hebben aangericht extra hard binnen. De steeds terugkerende tijdlijn waarop alle ontwikkelingen worden geplaatst is in dat verband pijnlijk effectief. Eerst: zoveel dagen sinds de meisjes zijn verdwenen. Dan: het aantal dagen sinds zij zijn gevonden.

Onverdraaglijke onzekerheid, gevolgd door onpeilbaar verdriet. Het leed van de ouders, de overlevende meisjes, een heel land eigenlijk, etst zich zo ook in de ziel van de kijker.

Trailer Als Je Ons Kan Horen

L’Affaire D’Outreau

L’ AFFAIRE D’ OUTREAU

Alleen het drinken van het bloed van hun slachtoffers ontbreekt. Verder zou het pedonetwerk dat aan het begin van de 21e eeuw in de Noord-Franse gemeente Outreau wordt opgerold zomaar afkomstig kunnen zijn uit de eerste de beste complottheorie. Ga maar na: een gewelddadig en geperverteerd echtpaar uit een grauwe achterstandsflat, een hele stoet doortrapte handlangers uit de bijbehorende probleemwijk Tour du Renard, volledig ontsporende ‘feestjes’, concrete verklaringen over stuitend misbruik door hun eigen (stief)zoons en talloze andere kinderen uit de directe omgeving én internationale verspreiding van het beeldmateriaal daarvan. En dan blijkt er ook nog een onbekend vijfjarig meisje te zijn vermoord, afkomstig uit het België van Dutroux.

De jonge onderzoeksrechter Fabrice Burgaud lijkt op ‘de zaak van de eeuw’ te zijn gestuit en laat in totaal zeventien mensen vastzetten. Maar zijn ze wel schuldig? Wat is er werkelijk gebeurd? Is er überhaupt iets gebeurd? Olivier Ayache-Vidal en Agnès Pizzini trekken L’Affaire D’Outreau (198 min.) in deze vierdelige hybride van docu en drama helemaal leeg met een paar slachtoffers, enkele verdachten, hun advocaten, politiemensen en journalisten. De geruchtmakende zaak staat of valt bij de bloemrijke verklaringen van Myriam Badaoui, de moeder van het probleemgezin. Die beginnen met beschuldigingen tegen haar echtgenoot Thierry Delay, een dronkelap met perverse neigingen, en zullen gaandeweg steeds meer mensen uit hun directe omgeving gaan bevatten.

Als die tijdens uitgebreide politieverhoren ook zelf belastende verklaringen afleggen, die bovendien lijken te worden bevestigd door allerlei kinderen, is het spel op de wagen. Ayache-Vidal en Pizzini brengen dit bijzonder ingenieus in beeld met nagespeelde politieverhoren en rechtbankzittingen, gebaseerd op de officiële verslagen daarvan. In een slim geconstrueerd decor, dat vreemd genoeg aan zowel The Garry Shandling Show als Lars von Triers Dogville doet denken, worden niet alleen cruciale gebeurtenissen gereconstrueerd met acteurs, maar lopen ook de echte personen rond. Zij geven hun alter ego’s tips over wie zij destijds waren en hoe ze zich toen voelden en leveren commentaar op de scènes die zich voor hun ogen afspelen.

Die artistieke keuze zorgt voor een onweerstaanbaar Droste-effect en geeft de verhoren, waarin tunnelvisie en suggestie echte waarheidsvinding in de weg lijken te hebben gestaan en verdachten slim tegen elkaar worden uitgespeeld, tegelijkertijd extra authenticiteit. Gewone mannen worden plotseling behandeld als kinderverkrachter. ‘De politie was erop gericht om je te laten bekennen’, vertelt Alain Marécaux, een plaatselijke deurwaarder die door diepe dalen gaat. ‘Op een gegeven moment staan er dan vijf of zes van hen tegen je te gillen, krijsen en schreeuwen. Ze willen dat je zegt wat zij willen horen.’ Voor Marécaux is de zaak extra pijnlijk: hij is in de problemen gekomen door een verklaring van zijn eigen zoon François-Xavier. En die heeft daarover een enorm schuldgevoel.

Met zulke schrijnende verhalen, geïllustreerd met archiefmateriaal van de gigantische mediahype rond het pedofielennetwerk en dramatische beelden van de definitieve ontmanteling van de Tour du Renard-flatgebouwen in latere jaren, maakt deze superieur vertelde miniserie tastbaar hoeveel leed L’Affaire D’Outreau heeft veroorzaakt. Bij mannen die verdacht werden van zo’n beetje het ergst denkbare misdrijf en in de gevangenis letterlijk werden bespuugd. Bij advocaten die machteloos moesten toezien hoe hun cliënten – soms tegen elke logica in en meestal zonder enig fysiek bewijs – werden veroordeeld. En bij de betrokken kinderen, die het contact met hun ouder(s) verloren, verdwenen naar pleeggezinnen en/of zich soms nog altijd niet gehoord voelen.

Want ook dat lijkt een onvermijdelijk gevolg van ‘Outreau’: als alle rook is opgetrokken overheerst niet alleen het gevoel dat deze zaak wel héél veel verliezers kent, maar ook dat er nog altijd vragen onbeantwoord zijn gebleven. En zoals dat gaat bij kwesties die een heel volk in beroering brengen, kunnen die zomaar een voedingsbodem vormen voor nieuwe verhalen.

Begin 2024 verscheen er op Netflix nog een serie over De Zaak Outreau: Outreau: Un Cauchemar Français.

Petites

Rayuela Productions

Ruim 25 jaar zijn alweer verstreken sinds België en de rest van de wereld in de greep raakten van Marc Dutroux. Zijn arrestatie in 1996 zette een collectieve martelgang in gang. Eerst werden de vermiste meisjes Sabine en Laetitia aangetroffen in zijn huis in het Waalse Marcinelle, onder de rook van Charlois. Later bleek dat hij, samen met zijn vrouw Michelle Martin en handlanger Michel Lelièvre, ook verantwoordelijk was voor de geruchtmakende verdwijningen van andere jonge meisjes, waarnaar al een hele tijd werd gezocht: Julie en Melissa. En An en Eefje.

Over Marc Dutroux, de gewetenloze kinderontvoerder en -verkrachter, de spil van een internationaal (?) pedofielennetwerk en de volksvijand die enkele jaren later zowaar nog uit de gevangenis wist te ontsnappen ook is sindsdien veel gezegd en geschreven. Over het complete falen van de Belgische rechtsstaat, waardoor hij véél te lang ongestoord zijn gang kon gaan, eveneens. En over de massale volkswoede als gevolg daarvan, die op 20 oktober 1996 culmineerde in de zogenaamde Witte Mars te Brussel, een massale betoging zonder spandoeken of politieke slogans, natuurlijk ook.

De Zaak Dutroux behoort tot de grootste trauma’s van het moderne België. Dat is ook de insteek die regisseur Pauline Beugnies kiest in de documentaire Petites (Engelse titel: The End Of Innocence, 93 min.). Ze belicht de tragische geschiedenis vanuit het perspectief van kinderen die met ‘Dutroux’ opgroeiden, op zijn jachtterrein bovendien. Gedetailleerd schetsen dertig volwassen Belgen, off screen, hoe ze de gebeurtenissen als kind hebben beleefd en welke gevolgen die hadden voor hun ontwikkeling. De één verzamelde krantenknipsels, een ander maakte speciale radio-uitzendingen over de kwestie.

Hun herinneringen – van ongeloof, angst en verdriet – worden ondersteund door nieuwsreportages en interviews uit de periode dat de nachtmerrie aan het licht kwam en ogenschijnlijk willekeurige familievideo’s uit dezelfde tijd – VHS-beelden die zomaar uit onze eigen kindertijd of gezinnen afkomstig hadden kunnen zijn. Op die manier vloeien de waan van die donkere dagen en de dagelijkse dingen uit het leven van een opgroeiend kind samen tot een persoonlijke impressie van de kwestie die onder de huid van een complete generatie is gekropen en daar springlevend lijkt te zijn gebleven.

‘Voor mij kan elke volwassene een gevaar zijn’, illustreert één van de geanonimiseerde hoofdpersonen bijvoorbeeld treffend hoe seksualiteit voor haar al op heel jonge leeftijd bezoedeld is geraakt. ‘Maar ik wil m’n kinderen die verdrongen gevoelens ook niet inprenten. Daar mogen zij niet het slachtoffer van worden.’ Even daarvoor heeft iemand ook al geconstateerd dat de volwassenen destijds hun catharsis hebben gehad met het politieke debat. ‘Daarmee hebben ze al hun emoties kunnen uiten’, klinkt het spijtig. ‘Al die opstandigheid, wrevel en haat. En de kinderen, tsja…’ 

Het is een wrange conclusie voor een krachtige film, over Dutroux’ directe en indirecte slachtoffers en het land waarin zij nu al 25 jaar leven.