Into The Abyss – A Tale Of Death, A Tale Of Life

Werner Herzog Films

‘Het lot heeft jou slechte kaarten toebedeeld’, constateert Werner Herzog tijdens zijn eerste ontmoeting met Michael James Perry, die hij even daarvoor heeft moeten condoleren met het overlijden van zijn vader, zo’n dertien dagen eerder. ‘Dat pleit je overigens niet vrij.’ De 28-jarige Perry is schuldig bevonden aan een driedubbele moord en zit in een dodencel in het Texaanse Livingston op zijn executie te wachten. Het vonnis wordt over enkele dagen voltrokken.

Voordat hij in de indringende documentaire Into The Abyss – A Tale Of Death, A Tale Of Life (106 min.) uit 2011 doorpraat met de ter dood veroordeelde jongen, wil Herzog nog wel even iets kwijt. ‘Het feit dat ik met je praat betekent nog niet automatisch dat ik je ook aardig vind’, zegt hij afgemeten tegen Perry, aan de andere kant van het gevangenisglas. ‘Ik respecteer je echter als mens. En mensen zouden niet ter dood gebracht moeten worden. Zo simpel is het.’

Daarna zoomt de Duitse cineast in op het tragische misdrijf waarvoor Perry en zijn medeplichtige Jason Burkett zijn veroordeeld. De beoogde diefstal van een auto, een rode Camaro, kost drie mensen in de ‘gated community’ Highland Ranch in oktober 2001 het leven. Eerst schieten de twee Sandra Stotler dood, terwijl ze thuis koekjes aan het bakken is. Later worden buiten, bij het hek van de afgeschermde gemeenschap, haar kleinzoon Adam en diens vriend Jeremy Richardson gedood.

Behalve met Michael Perry spreekt Herzog ook uitgebreid met Jason Burkett (die er vanaf is gekomen met levenslang), diens echtgenote Melyssa en vader Delbert (eveneens gedetineerd), een paar kennissen van de twee verdachten, enkele gevangenismedewerkers en Lisa Stotler-Balloun, de dochter/tante van Sandra en Adam, en Jeremy Richardsons broer Charles. Hij bevraagt hen tot in detail over alles wat ertoe doet in deze zaak en laat hen dan kalm leeglopen.

Zo ontstaat een 360 graden-visie op het misdrijf, de achtergronden daarvan en de Amerikanen die erbij betrokken raakten. Uit Herzogs geserreerd gepresenteerde bevindingen rijst een buitengewoon somber beeld. Van een milieu dat wordt geteisterd door armoede, drank- en drugsgebruik, detentie en ander persoonlijk leed. Waarbij de families van zowel de daders als de slachtoffers tot elkaar veroordeeld leken in een neerwaartse spiraal, die eigenlijk alleen in de afgrond kon eindigen.

Zonder de ernst van de misdrijven van Perry en Burkett te ontkennen, offreert Werner Herzog zo ook een aangrijpend en overtuigend pleidooi tegen de doodstraf.

Into The Abyss was oorspronkelijk overigens bedoeld als een portret van Michael Perry voor Herzogs On Death Row-serie over ter dood veroordeelden (die overigens in z’n geheel op YouTube is te vinden).

Brother’s Keeper

Creative Thinking

Hoewel ze alle vier de zestig al zijn gepasseerd, worden ze nog steeds ‘the boys’ genoemd. De jongens Ward. Vier broers zijn er: Roscoe, Lyman, Bill en Delbert. Als Bill in 1990 op 63-jarige leeftijd overlijdt, wordt jongste broer Delbert ervan verdacht dat hij dit op zijn geweten heeft. In het gehucht Munnsville zijn veel mensen ervan overtuigd dat hij onschuldig is – ook al heeft Delbert in eerste instantie toch echt een bekentenis afgelegd. Zonder dat er een advocaat aanwezig was, zou hij hebben verklaard dat hij zijn broer Bill, die al een tijd ziek was en veel pijn had, uit zijn lijden heeft verlost.

De Wards zijn geen gewone jongens. Ze zijn altijd in hun ouderlijk huis blijven wonen, slapen samen in één van de twee kamers en kunnen nauwelijks lezen en schrijven. Ze zien er ook verwaarloosd uit en schijnen behoorlijk te stinken. De rest van het rurale dorp in de Amerikaanse staat New York heeft eigenlijk nooit veel aandacht besteed aan de ‘boys’, die in een andere tijd zijn blijven steken, maar zet zich nu schrap: de Wards mogen dan simpele zielen zijn, het zijn wel Munnsville’s simpele zielen. En dus wordt er op een speciaal feest geld ingezameld voor Delberts verdediging.

Joe Berlinger en Bruce Sinofsky concentreren zich in Brother’s Keeper (105 min.), de film die hun carrière in 1992 in een stroomversnelling bracht, eerst vooral op het leven van de Ward-broers en de plattelandsgemeenschap waarvan zij deel uitmaken. Later verleggen ze hun aandacht naar de rechtszaal, waar Delbert terecht moet staan en zijn broers onder druk worden gezet om belastende verklaringen tegen hem af te leggen. Dan wordt pijnlijk duidelijk hoe kwetsbaar deze woest uitziende mannen zijn en hoeveel moeite ’t hen kost om mee te draaien in de snel veranderende wereld.

Terwijl The New York State Police de zaak tegen Delbert in de steigers probeert te zetten en media uit het hele land overkomen om verslag te doen van dit spraakmakende verhaal in een door God vergeten hoek van de Verenigde Staten, willen de drie nog levende broers Ward liefst zo snel mogelijk terug naar het leven zoals ze dat kennen: in een huis zonder stromend water, op een land dat al generaties in de familie is en binnen een gemeenschap die hen laat zijn wie ze nu eenmaal zijn.