Mob War: Philadelphia Vs. The Mafia

Netflix

Ooit huldigde de nieuwe maffiabaas van Philadelphia, de Siciliaan John Stanfa, een eenvoudig parool: scoor geld, geen krantenkoppen. Toen hij en zijn getrouwen begin jaren negentig verzeild raakten in een strijd om de macht met de ‘young guns’ van Joey Merlino, ging echter elke vorm van rede overboord. De twee rivaliserende groepen begonnen te moorden. Op de ene brute afrekening volgde de andere. En op de andere weer…

‘Het lijkt wel The Godfather’, zegt maffioso Johnny Alite, die zelf overigens wel één van The Sopranos lijkt, als hij terugkijkt in Mob War: Philadelphia Vs. The Mafia (137 min.), een driedelige serie van regisseur Raissa Botterman en het team dat eerder vergelijkbare documentaireproducties zoals Fear City: New York Vs. The Mafia (2020) en Get Gotti (2023) afleverde. Gelikte georganiseerde misdaadseries die hun eigen rol spelen in de nog altijd voortdurende mythologisering van de maffia.

De mobsters die de bendeoorlog hebben overleefd kijken daar duidelijk met een zekere trots en zonder al te veel wroeging op terug. En ook de politieagenten, die met hen een duchtig partijtje Cops & Robbers speelden, halen graag herinneringen op aan de tijd dat ze de georganiseerde misdaad op de hielen zaten. Via afluisterapparatuur konden ze destijds bijvoorbeeld live horen hoe de mobsters in klare taal moordplannen smeedden, die daarna ook ten uitvoer werden gebracht.

Op die geluidsopnames wordt zelfs gesproken over ‘La Cosa Nostra’, terwijl de leden daarvan doorgaans bij hoog en bij laag bleven beweren dat deze illustere criminele organisatie helemaal niet bestond. Zo leverden de boeven zelf het bewijsmateriaal, waarmee ze later moesten worden veroordeeld. In die strijd kwamen in Philadelphia, de stad van ‘Brotherly Love’ ook de broers Ciancaglini tegenover elkaar te staan. De één streed voor Stanfa, de ander doodde voor Merlino.

Zulke wreedheden worden nu opgeroepen met sterke verhalen, straffe oneliners en volvette, zelfvoldane lachjes. Want niets brengt deze mannen van de wereld van hun stuk. Merlino zelf had naar verluidt een prijs op zijn hoofd staan: een half miljoen. ‘Voor een half miljoen dollar vermoord ik mezelf’, reageerde hij gevat tegenover een verslaggever. De gewetenloze killer John Veasey had ook geen scrupules. Toen ze hem polsten om Merlino uit de weg te ruimen, zei hij alleen: ‘Get me the gun.’

Intussen klinken hun verhalen ruim dertig jaar later maar al te vertrouwd. Afrekeningen in woonwijken? Moordmakelaars en huursoldaten? Of gerichte acties tegen familieleden van een kroongetuige? Ook Nederland kan er inmiddels over meepraten. En dan gaat de bravoure, waarmee patserige mobsters tamelijk onbekommerd herinneringen aan de maffiaoorlog in Philly opdissen, toch wat wringen.

Sons Of Ecstacy

HBO Max

Nadat eerst de regels van het spel – een gevecht om de XTC-markt van Arizona, aan het begin van de jaren negentig – zijn uitgelegd, zetten Elli Hakami en Julian P. Hobbs de pionnen op het bord voor hun misdaaddocu Sons Of Ecstacy (88 min.): de tegenpolen Gerard Gravano en English Shaun. Eerst wordt het doopceel van de één gelicht, daarna dat van de ander. Om en nabij een kwartier per persoon. 

Gerard Gravano is de zoon van de New Yorkse gangster en huurmoordenaar Salvatore Gravano, alias Sammy The Bull. In 1985 heeft die voor maffiabaas John Gotti diens voorganger Big Paul Castillo omgelegd. Sammy ontwikkelt zich vervolgens tot ’s mans onderbaas bij de beruchte Gambino-familie. Wanneer hij zich zes jaar later alsnog tegen Gotti keert en uit de school klapt tegenover de politie, wordt ‘de rat’ in een getuigenbeschermingsprogramma geplaatst. Hij belandt in Phoenix, Arizona, waar Sammy’s zoon Gerard zowaar direct het criminele pad vindt dat zijn vader eerder ook al heeft bewandeld.

Een stief kwartier later is het de beurt aan English Shaun. Diens wieg stond in de omgeving van Liverpool. Hij studeerde er bedrijfskunde en raakte verzeild in de Britse Acid House-scene. Toen Shaun was afgestudeerd, vertrok ie naar een tante in Phoenix, om nog vóór zijn dertigste miljonair te worden in het land van de onbegrensde mogelijkheden. Hij werkte eerst als effectenhandelaar, maar merkte al snel dat er in de ravescene van Arizona serieus behoefte was aan pretpillen. En omdat ‘greed’ in die tijd, met dank aan Gordon Gekko, werd beschouwd als ‘good’, hield niets hem tegen om op industriële schaal pillen te gaan lossen. 

En dan is er nog – de docu is dik een half uur onderweg – een serieuze spelbreker: de Amerikaanse politie.  Die wil die hele XTC-markt het liefst direct wegvagen en grijpt de machtsstrijd tussen de rivaliserende bendes van Gerard Gravano en English Shaun aan om hen tegen elkaar uit te spelen en achter slot en grendel te krijgen. Hakami en Hobbs tekenen dat in wezen vrij simpele misdaadverhaal gelikt op met een combinatie van lekker archiefmateriaal, nogal dikke reconstructies en een heel arsenaal aan sterke (misdaad)verhalen.

Zeker Salvatore Gravano blijft lekker in zijn rol van eeuwige voetsoldaat van de Cosa Nostra. Hij schiet op commando weliswaar iedereen een kogel tussen de ribben, zo wil de man doen geloven, maar gaat voor zijn vrouw en kinderen natuurlijk door het vuur. Een klassieke gangster, zogezegd. Of, anders gesteld: een cliché gangster. Zo’n man die leeft volgens de regels van een dubieuze erecode en die zich bijna niets ergers kan voorstellen dan ‘disrespect’. En hij heeft zijn zoon, die volgens eigen zeggen een veel zachtere inborst heeft, daarin meegetrokken.

Als aan het einde van Sons Of Ecstacy duidelijk is wie het spel heeft gewonnen – spoiler: zo’n spel kent doorgaans vooral verliezers – kan de rekening worden opgemaakt: wat hebben al die criminele activiteiten nu feitelijk opgeleverd en gekost?

Vendetta: Guerra Nell’Antimafia

Netflix

Moet Pino Maniaci worden beschouwd als een erfgenaam van de vermoorde crimefighters Giovanni Falcone en Paolo Borsselino? Of is de Italiaanse televisiepersoonlijkheid, die oogt als een morsige kruising van Peter R. de Vries en Johan Derksen, in werkelijkheid een handlanger van hun aartsvijand, de Siciliaanse maffia? Hij heeft van ‘trial by media’ in elk geval zijn raison d’être gemaakt.

‘De Snor’, een larger than life-personage dat samen met zijn vrouw Patrizia en dochter Letizia de lokale televisiezender Telejato in Partinico runt, veroorzaakt permanent deining en maakt al even gemakkelijk vijanden in het achterland van La Cosa Nostra. Een onvervalst larger than life-personage, dat in de zesdelige serie Vendetta: Guerra Nell’Antimafia (233 min.) dan ook consequent in de derde persoon over zichzelf spreekt.

En dan wordt Maniaci plotseling gearresteerd vanwege afpersing, het startpunt van deze trashy productie. Is het filmpje dat daarvan bij andere nieuwsmedia opduikt bewijsmateriaal van iemand die op heterdaad wordt betrapt of juist het bewijs dat er een enorme lastercampagne is opgezet tegen deze kettingrokende roeptoeter die behalve de maffia ook de plaatselijke autoriteiten gedurig voor de voeten loopt?

‘De Snor’ verzet zich hevig tijdens zijn publieke ontmaskering, die hij voor een belangrijk deel toeschrijft aan Silvana Saguto, de rechter die zich sterk heeft gemaakt voor de stelselmatige onteigening van maffiabezit. Samen met haar halve familie komt ook zij in het vizier van openbare aanklagers vanwege mogelijke corruptie. Terwijl hun zaken voor de rechter komen, blijven de twee met modder naar elkaar gooien.

‘Als iemand graag neukt’, verzucht Pino Maniaci bijvoorbeeld vertwijfeld, wanneer zijn geheime maîtresse tegen hem in stelling is gebracht, ‘kan hij dan niet anti-maffia zijn?’ Daar valt natuurlijk weinig tegenin te brengen. Voor buitenstaanders is het echter lastig om alle ferme, elkaar tegensprekende statements in Vendetta op werkelijke waarde te schatten en in te passen binnen het grotere verhaal.

Want de serie zet weliswaar heel erg in op kleurrijke personages en couleur locale, maar verzuimt daarbij om van alle elementen ook een kernachtig, pakkend en overtuigend betoog te maken.

De Vrouw Met De Camera: Letizia Battaglia

VPRO

Eind 2019 overleed documentairemaker Hans Keller (1937). Hij was, volgens een In Memoriam van Willem Pekelder ‘niet alleen filmer, maar vooral chroniqueur van een tijdperk. Geboren en opgegroeid in het, in zijn ogen, benauwende Haarlem van de jaren vijftig werd hij journalist om de wereld te verkennen. Maar ook Nederland, dat hij onder de loep nam op een wijze zoals niet eerder op tv vertoond. Hij liet ons het niet al te fraaie gezicht zien achter de schone façade.’

In 2001 maakte Keller, samen met Hein Aalders, een film over een andere chroniqueur, Letizia Battaglia. Van La Cosa Nostra ditmaal. Als geen ander legde Battaglia aan het eind van de twintigste eeuw de gruwelen van de Siciliaanse maffia vast, die behalve aan gezworen ‘mannen van eer’ en de onderzoeksrechters Falcone en Borsellino ook aan talloze onschuldige burgers het leven kostte. Zwart-wit foto’s, waar het bloed vanaf druipt. Keller spreekt uitgebreid met Battaglia, haar dochter Shobha en de burgemeester van Palermo, Leoluca Orlando, over het niet al te fraaie gezicht achter de schone façade van Sicilië.

Dit jaar verscheen er na De Vrouw Met De Camera: Letizia Battaglia (59 min.) overigens nóg een documentaire over Battaglia: het aangrijpende Shooting The Mafia van Kim Longinotto. Die film moet het echter doen zónder Kellers bedachtzame voice-over, die de achtergronden van de maffia schetst, daarbij uitbundig citeert uit de roman De Tijgerkat van Giuseppe Tomasi di Lampedusa en bovendien nadrukkelijk de link legt tussen de georganiseerde misdaad en de Italiaanse politiek, gepersonifieerd door een man die decennialang een abonnement op het premierschap leek te hebben, Giulio Andreotti.

De Vrouw Met De Camera: Letizia Battagla is hier te bekijken.

Shooting The Mafia

Geen mens slaagde er overtuigender in om de gruwelen van La Cosa Nostra te vereeuwigen dan de inmiddels 84-jarige fotografe Letizia Battaglia. Met gevaar voor eigen leven maakte ze een indrukwekkende collectie zwart-wit foto’s, waar het bloed bijkans van afdruipt. Onontkoombare weerslagen van de decennia dat de Siciliaanse maffia onder leiding van illustere ‘mannen van eer’ als Luciano Liggio, Toto ‘Het Beest’ Riina en Bernardo Provenzano haar geboortegrond terroriseerde.

In Shooting The Mafia (93 min.) portretteert Kim Longinotto de vrouw achter de onverschrokken fotografe, die nog altijd getraumatiseerd is door de ellende die de plaatselijke georganiseerde misdaad over haar gemeenschap heeft uitgestort. Met als absoluut dieptepunt de moorden op de onderzoeksrechters Giovanni Falcone en Paolo Borsellino, begin jaren negentig, die elke vorm van hoop op een maffiavrij Italië de bodem insloegen. ‘Je kunt nooit meer helemaal gelukkig worden als je die horror doorstaan hebt’, zegt ze er zelf over.

Longinotto belicht daarnaast ook het turbulente persoonlijk leven van haar ferme protagoniste, die met de spreekwoordelijke filtersigaret tussen de vingers van de ene naar de andere (jongere) minnaar paradeerde. Dat rusteloze bestaan, van een iconische en uiteindelijk onbereikbare schoonheid, verbeeldt de filmmaakster met stijlvolle zwart-wit fragmenten uit Italiaanse speelfilms, die met weemoedig stemmende klassieke muziek zijn verfraaid. De optelsom is ook in dit geval meer dan de som der delen: een mooie en aangrijpende film. Over een symbool van menselijk verzet tegen een volledig onmenselijk systeem.