The Battle For Laikipia

MetFilm Sales

‘Als onze koeien gezond zijn, hebben wij overvloed in ons leven’, luidt een oud gezegde van de Samburu-stam. Dat is tegenwoordig alleen bepaald niet meer vanzelfsprekend. Het Laikipia Plateau in Kenia, waar het nomadische volk van oudsher rondtrekt met z’n vee, kampt met aanhoudende droogte. Op zoek naar weiden om te grazen komen Afrikaanse veehouders, zoals de bedachtzame herder Simeon en zijn gezin, dus al snel terecht op de uitgestrekte ranches van witte Kenianen. En dat is vragen om problemen. Want ook zij hebben moeite om het hoofd boven water te houden.

The Battle For Laikipia (93 min.), die ook de idyllische natuurreservaten met bedreigde diersoorten heeft bereikt, zet Kenia’s oorspronkelijke bevolking tegenover de afstammelingen van Britse kolonisten, die het Afrikaanse land allang als thuis beschouwen. De Kifuku Ranch is bijvoorbeeld al meer dan honderd jaar en vier generaties in het bezit van de familie van de witte boerin Maria. Ook zij kennen geen ander leven of thuis en verdedigen dit dus met hand en tand. Confrontaties, aangejaagd dus door klimaatverandering, zijn onvermijdelijk.

Op het Loisaba Conservancy lijkt het nog altijd vredig. Leeuwen, giraffes, olifanten, zebra’s en gazelles kunnen er gewoon hun natuurlijke leven leiden, hooguit bekeken door westerse toeristen. In het landschap is ‘geen enkele menselijk litteken’ te zien, aldus Tom, die al ruim dertig jaar op het natuurreservaat leeft. Ook hij is echter in een bittere strijd verwikkeld geraakt met nomadische veehouders die zijn gras gebruiken om hun dieren te voeden. Matthew Lempurkel, kandidaat bij de parlementsverkiezingen, moedigt hen zelfs aan om zich de boerderijen toe te eigenen.

Nomadisch pastoralisme staat op het punt om uit te sterven, concluderen witte boeren dan weer eensgezind bij een bijeenkomst. ‘De vraag is alleen hoe langzaam en hoe gewelddadig gaat het sterven?’ Want de traditionele speer is bij de Samburu allang vervangen door een AK-47. Zo belicht deze genuanceerde en toch scherpe film van Daphne Matziaraki en Peter Murimi de verschillende kanten van een belangentegenstelling die wel moet ontsporen – óók omdat sommige betrokkenen daarbij een belang lijken te hebben en dus gedurig olie op het vuur gooien.

In wezen kaart The Battle For Laikipia daarmee een vergelijkbare kwestie aan als de klassieke documentaire Mugabe And The White African (2009), waarin indringend werd gedocumenteerd hoe Zimbabwe’s toenmalige president Robert Mugabe doelbewust de verhoudingen tussen zwart en wit op scherp zette en zo een halve burgeroorlog in zijn land ontketende. Ook in Kenia komt ’t tot schermutselingen, waarbij witte boeren zich ernstig bedreigd voelen en hun zwaarbewapende beveiligers koelbloedig het vee van Samburu-herders neermaaien.

De bittere erfenissen van het kolonialisme en klimaatverandering gaan daarbij hand in hand en leiden in deze oogstrelende film, die op temperatuur is gebracht met fraaie muziek, tot een verscheurd land, waarin ogenschijnlijk redelijke mensen zomaar recht tegenover elkaar komen te staan.

A Few Mornings, An Evening

Cinedogs

De openingsscène spreekt boekdelen. Een hond staat op van zijn vaste plekje naast de tafel, is dan even weg en gaat er vervolgens weer naast liggen. Verder gebeurt er niets. Dan rent het dier ineens blaffend de camera uit. Die verroert zich niet. Het shot duurt bijna drie minuten. Nog 68 te gaan in A Few Mornings, An Evening (71 min.).

Het is duidelijk: de Nederlandse beeldend kunstenaar en filmmaakster Astrid van Nimwegen neemt het tempo aan van de plattelandswereld die ze portretteert. Weer enkele minuten kippen en een haan later doet de eerste mens zijn intrede. Beter: de schoenen van een mens en een hand die walnoten verzamelt in een witte emmer of kapotslaat op een steen. De dieren smullen ervan. Het duurt tot minuut negen voordat dit menselijk wezen volledig in beeld komt: de Tsjechische boerin Jana Benešová. Zij lijkt volledig vergroeid met deze wereld en de bijbehorende dieren.

Enkele minuten later volgt de introductie van een tweede persoon – en zelfs ook van een derde. Tijdens het werken heffen ze gezamenlijk een lied aan. Ze hebben duidelijk arbeidsvreugd. En dan verdwijnen de anderen weer van het toneel en blijft Jana achter. Gesproken wordt er niet. Of ‘t moet het geblaat van een schaap zijn of de kakelende kippen. En Jana praat zo nu en dan liefdevol tegen hen in deze observerende film over de interactie tussen de mens en dier. Die verloopt heel vanzelfsprekend en heeft nauwelijks woorden nodig.

Op minuut achttien ligt die hond weer op z’n plek en begint het hele ritueel zich te herhalen. Elke ochtend, zo lijkt de boodschap. Nét even anders. Totdat Jana dit evenwicht wel moet verstoren en het leven op de boerderij zich opnieuw moet zetten. De orde wordt snel hersteld. Deze weerslag daarvan vraagt intussen rust en aandacht en betaalt zich dan uit in fraaie scènes waarin zowel mens als dier z’n karakter prijsgeeft: een geit knabbelt aan Jana’s haren, het paringsritueel van een ouwe bok en twee al dan niet gewillige vrouwtjes en ’s mans machtsstrijd met zijn bazin.

In de aftiteling krijgen ze allemaal, eerst de dieren dan de mensen, hun eigen plekje. Alsof dat de natuurlijke orde der dingen is, die in deze verstilde film treffend is vereeuwigd.