Portrait Of A Confused Father

UpNorth Film / DR Sales

Als de Noorse documentairemaker doet Gunnar Hall Jensen wat natuurlijk voelt als hij vader wordt: hij begint z’n zoon Jonathan in 2002 direct vanaf z’n geboorte te filmen. En zichzelf, in de ouderrol die onwennig blijft voelen. Zo wil hij in contact blijven met zijn kind. Inmiddels is ie daarmee opgehouden. Noodgedwongen. Jonathan is dood, verklapt Jensen aan het begin van Portrait Of A Confused Father (93 min.).

En dan begint die film over hun gezamenlijke leven. De documentairemaker loodst ons, als argeloze kijkers, erdoorheen met een reflectieve voice-over. Hij weet wat ie doet: Jensen maakte al diverse egodocu’s. Zijn naasten zijn er inmiddels ook min of meer aan gewend dat er altijd wel een camera meekijkt terwijl ze hun leven leven – al heeft Gunnars vrouw Jonna ervoor gekozen om zoveel mogelijk buiten beeld te blijven.

Jonathan is die luxe niet vergund. Waar zijn vader is, is een camera. Tijdens persoonlijke gesprekken, in de auto en op reis. Als ze samen gaan kamperen in de sneeuw bijvoorbeeld. Dat idee is dan weer geïnspireerd door zijn grote held Roald Amundsen. Deze Noorse ontdekkingsreiziger ondernam aan het begin van de twintigste eeuw allerlei ambitieuze poolexpedities. Hij is al sinds jaar en dag Gunnar Hall Jensens rolmodel.

Want zijn eigen vader, kapitein op cruiseschepen, heeft hij slechts één keer ontmoet, op z’n dertigste. En na diens overlijden heeft hij zichzelf met hem gefilmd, natuurlijk. Dat filmen – en het doen van dingen voor de camera – krijgt al snel iets exhibitionistisch. En wat is nog waar van wat er wordt vastgelegd? Vader en zoon dansend op een balkon, met zicht op de hemelsblauwe zee? Spontane actie? Of toch vooral een act?

En als Jensen Jonathan naar een militair boot camp stuurt, om de discipline aan te halen, is het ook de vraag: hard nodig, of ook wel goed voor ‘hun’ film? Feit is dat zijn zoon gaandeweg toch uit het zicht verdwijnt. Als Jonathan Jensen op z’n achttiende samen met een vriend een huisje in de bergen betrekt, ontglipt hij zijn vader en diens alziende oog. Dan ontwikkelt dit zelfgemaakte dubbelportret zich tot een zoektocht.

De jongen is terechtgekomen in een voor zijn vader volstrekt onbekende ‘manosfere’ en daarmee helemaal buiten het bereik van Gunnar geraakt. Stukje bij beetje weet die, de camera altijd paraat, toch bij elkaar te puzzelen waarin zijn zoon – en zoveel andere jongens van zijn generatie – verzeild is geraakt en welke rolmodellen hem op dat pad naar roem en snel geld hebben gezet. Met uiteindelijk bijzonder tragische gevolgen.

Portrait Of A Confused Father wordt daarmee een actuele en urgente film – al is het ook een grillige vertelling, met losse flodders en eindjes. Over een rusteloze en op zichzelf betrokken man, die zijn kind uiteindelijk niet kan behoeden voor de hedendaagse gevaren waarvoor mensen zoals zij zo gevoelig zijn. Bij het laatste afscheid ontbreekt natuurlijk ook de camera niet: Gunnar Hall Jensen filmt er ook zijn eigen tranen mee.

Newtopia

VPRO

Progressie of tragedie? Het ligt er maar aan hoe je ernaar kijkt, meent Audun Amundsen. In 2004 belandde hij als avontuurlijk ingestelde Noorse backpacker in de Indonesische jungle bij een inheemse stam, de Mentawai. Samen met de sjamaan/medicijnman Aman Paksa ging hij met pijl en boog op jacht naar apen. Wie had toen kunnen bedenken dat diezelfde Aman binnen een jaar of tien een bankrekening, televisie en mobiele telefoon zou hebben?

Als Amundsen de Mentawai vier jaar na zijn eerste verblijf opnieuw bezoekt, brengt hij allerlei moderne verworvenheden mee. Een zonnepaneel bijvoorbeeld, zodat ze voortaan zelf energie kunnen opwekken. Maar kleven aan al die nieuwe ontwikkelingen ook geen gevaren? Zo slecht lijkt hun huidige bestaan immers niet. Aman werkt bijvoorbeeld maar een paar uur per dag. Bij de Mentawai zijn er slechts beperkte inkomensverschillen. Hun manier van leven is niet schadelijk voor de aarde. En criminaliteit kennen ze ook al nauwelijks. Een ideaal bestaan, als je het oppervlakkig bekijkt.

Toch kan Audun Amundsen zich zelf nauwelijks staande houden in dit Newtopia (54 min.). Zijn westerse lijf is niet bestand tegen de zon, infecties en insecten. Aman op zijn beurt snakt naar dingen die het leven gemakkelijker kunnen maken: plastic spullen bijvoorbeeld of een motor voor zijn boot. Terwijl hij en zijn gemeenschap aansluiting proberen te vinden bij de rest van de wereld, ziet zijn Noorse vriend met lede ogen aan hoe hun idyllische leven dreigt te verdwijnen. Met geweren is het bijvoorbeeld een stuk gemakkelijker jagen op apen, maar wordt ook het gevaar dat ze de hele soort naar de eeuwige jachtvelden schieten alsmaar groter.

Vooruitgang werkt nu eenmaal als een perpetuum mobile. Eenmaal op gang gebracht laat die zich niet meer zomaar stoppen. Óók, of júist, in de hoofden van de betrokken mensen. Als ze eenmaal hebben geproefd van technische gemakken en luxeartikelen, worden zij net als wij, onderdanen van het vrije westen: meer, meer, meer! Tegelijkertijd maakt Amundsen inzichtelijk hoe wreed het ook door hem geïdealiseerde leven in de jungle, dat inmiddels zijn weg heeft gevonden naar allerlei musea, kan zijn. Van daaruit is het dan weer heel goed te begrijpen dat zijn inheemse vriend Aman Paksa dit achter zich probeert te laten.

Behalve het relaas van een opmerkelijke vriendschap tussen twee mannen uit volstrekt verschillende wereld toont Newtopia, in de loop van vijftien jaar gefilmd, op microniveau ook hoe de wereld verandert en wat dat – vaak letterlijk – kost en oplevert.