Blue ID

Vuslat Karan & Burcu Melekoglu

Alsof een gewone transitie al niet ingrijpend genoeg is. Onur Rüzgar Erkoçlar wil door het leven als man, maar kan zijn verleden als vrouw maar niet afschudden. Al op jonge leeftijd kreeg de 26-jarige Turk bekendheid als actrice. En nu hebben de media er lucht van gekregen dat (voorheen) Nil Erkoçlar tegenwoordig als man door het leven gaat en wordt hij opgejaagd door (amateur)paparazzi.

Rüzgar realiseert zich dat hij daardoor ook concreet gevaar loopt. ‘De mensen hier kunnen gays niet eens accepteren’, zegt hij aan het begin van Blue ID (84 min.), winnaar van de publieksprijs op het IDFA op 2022, als hij een anoniem baantje bij een bakker heeft gevonden. ‘Kun je je voorstellen hoe ze reageren als ik mijn lichaam van vrouw naar man wil laten veranderen?’

Als Rüzgar, gedwongen door alle commotie, toch maar een interview aan een grote krant geeft, wordt dat door anderen weer tegen hem gebruikt. ‘Volgens mij haalt ze hier, zowel materieel als emotioneel, voordeel uit’, stelt Erol Köse, de zanger die hem eerder al ongevraagd heeft geout?, in het televisieprogramma Son Haber. Eerder wist hij ook al te melden dat Erkoçlars geslachtsbevestigende operatie nog niet had plaatsgevonden en dat hij dus nog altijd niet in aanmerking kwam voor het blauwe identiteitsbewijs dat is bestemd voor mannen.

Te midden van deze malicieuze haatcampagne probeert Onur Rüzgar Erkoçlar bij zichzelf te blijven in deze gedegen film van Vuslat Karan en Burcu Melekoglu, waarin het inmiddels welbekende – of, zo je wilt: universele – transverhaal, zich ditmaal tegen een wel erg intolerant decor afspeelt.

Innocence

Autlook

Het pad naar volwassenheid loopt in Israël via het leger. Iedere achttienjarige wordt geacht om zijn dienstplicht te vervullen. Jongens drie jaar, meisjes twee. De voorbereiding begint echter al veel eerder, toont de Israëlische regisseur Guy Davidi, die zijn eigen diensttijd als traumatisch heeft ervaren, in Innocence (101 min.). Jonge kinderen leren op school bijvoorbeeld al dat groen de kleur van het leger is, worden aangemoedigd om tekeningen van soldaten of tanks te maken en krijgen voortdurend te maken met het gevaar dat hun volk bedreigt of heeft bedreigd.

Toch worstelen sommige Israëlische jongeren met de verplichting om militair te worden. Met homevideo’s en persoonlijke brieven, ingesproken door stemacteurs, introduceert Davidi enkele van deze soldaten tegen wil en dank. Zij twijfelen openlijk over hun dienstplicht – of kunnen hun weerzin daartegen nauwelijks onderdrukken. Het zal niet goed met hen aflopen, vertelt de filmmaker, die eerder als coregisseur betrokken was bij een verpletterende aanklacht tegen Israëls nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever (Five Broken Camera’s), er meteen bij.

‘Hier, in het leger, realiseer je je dat je twee opties hebt’, schrijft Ron Adler tijdens de vervulling van z’n dienstplicht bijvoorbeeld aan zijn ouders. ‘Een goede frontsoldaat zijn. Of een goed mens.’ Hij krijgt volgens eigen zeggen het zogenaamde ‘brothers in arms’-gevoel, dat schijnt te horen bij het leger, maar niet te pakken en schaamt zich intussen kapot wanneer collega’s dingen zeggen als: de enige goede Arabier is een dode Arabier. Dáár, tijdens het bereiken van de jaren des onderscheids, wil Adler maar zeggen, verliest Israëls jeugd collectief zijn onschuld.

Guy Davidi verbindt de zielenroerselen van zulke bezwaarde brievenschrijvers, en privéfilmpjes waarin zij ondertussen uitgroeien tot jongvolwassenen, met scènes van kinderen en tieners die worden klaargestoomd voor hun periode bij de krijgsmacht, trainingen van nieuwe rekruten en het uiteindelijke resultaat van dat vormingswerk: Israëls leger in actie. In deze wereld, met z’n druk om je ondergeschikt te maken aan het grotere ideaal of gemeenschappelijke belang, lijkt geen ruimte voor het vormen van een eigenstandig oordeel of ethische bezwaren. Iedereen loopt in de pas.

Het is een constructie die tot reflectie noopt: is een volk dat collectief onder de wapenen moet niet automatisch geneigd om bij conflicten ook zijn toevlucht tot die wapens te nemen? En hoe kan zo de vicieuze cirkel van geweld, waarin het land al sinds jaar en dag is verwikkeld, worden doorbroken?