Tehachapi

IDFA

Rechtvaardigt de magie van JR’s kunst nóg een documentaire? Ná de weldadige roadmovie Visages Villages (2017), waarin de fotograaf met nouvelle vague-pionier Agnès Varda door het Franse platteland reisde, gewone mensen tot iconische proporties opblies en vervolgens in en aan hun directe omgeving liet zien. En ná het joyeuze portret Paper & Glue (2022) waarin de opkomst van die biculturele jongen uit een Parijse achterstandswijk als alom gevierd straatkunstenaar werd gedocumenteerd en enkele signatuurprojecten, bijvoorbeeld in een Braziliaanse favela en op de Amerikaans-Mexicaanse grens, nog eens goed werden uitgelicht.

In die film was ook al te zien hoe JR met veertig langgestraften van de Californische gevangenis Tehachapi  (93 min.) in de weer ging om de binnenplaats te bedekken met een enorm groepsportret. Deze vervolgfilm concentreert zich volledig op dit hartveroverende project, dat natuurlijk nog verder wordt uitgebouwd en uitgediept. JR zoomt tevens in op enkele gedetineerden – bendeleden, ‘white supremacists’ en huurmoordenaars – die hun persoonlijke relaas delen en de beschadigde relatie met hun achterban proberen te herstellen. Zijn initiatief doet hen allen duidelijk goed.

En daar zit hem ook meteen de kneep bij deze film, die wel heel nadrukkelijk de zegeningen van JR’s (inderdaad onweerstaanbare) kunst telt. Tehachapi dreigt in de tweede helft soms nét iets te vaak een ongebreidelde goed nieuwsshow of verlengstuk van JR’s promocampagne te worden, die alleen nog even flink dwars wordt gezeten door het Coronavirus. Iets meer duiding, distantie en wellicht ook gewoon tijd – om te zien hoe ‘t zijn protagonisten op de wat langere termijn vergaat – hadden deze derde JR-docu beslist goed gedaan.

Dit laat onverlet dat ook Tehachapi weer ‘gewoon’ een onweerstaanbaar pleidooi voor (mede)menselijkheid is geworden, waar droefsnoeten, zwartkijkers en treurwilgen even moed uit kunnen putten. Zo bezien: graag elk jaar een nieuw JR-project met film – al mag ie die dan ook door een ander laten regisseren.

Paper & Glue

MSNBC

Mensen willen gezien worden. Dat begrijpt fotograaf JR als geen ander. Ooit wilde hij, jongen met buitenlandse wortels uit een Parijse achterstandswijk, zichzelf ook laten zien. Hij sprayde zijn initialen op de meest onmogelijke plekken en begon dat proces vervolgens vast te leggen. En die foto’s, begeleid door graffiti, ging hij weer exposeren, gewoon op willekeurige muren in de stad.

Niet veel later volgde de behoefte om ook anderen, vaak lot- en leeftijdsgenoten, een gezicht te geven. Liefst levensgroot. Jongeren uit de banlieues bijvoorbeeld, die toentertijd letterlijk in brand stonden. Hij maakte ze los van alle stereotypen en liet ze zien zoals ze zichzelf zagen. Intussen vond hij ook zichzelf als straatkunstenaar: met Paper & Glue (94 min.) ging JR gigantische portretten maken voor in de openbare ruimte. Hij plakte ze op de muren en liet zijn helden floreren. Waarna wind en regen alle ruimte kregen en zij weer tot menselijke proporties werden teruggebracht.

Die modus operandi vormde al het uitgangspunt voor de heerlijke roadmovie Visages Villages (2017), waarin hij met de gevierde filmmaakster Agnès Varda door het Franse platteland reisde en gewone mensen tot iconische grootte opblies. Deze film gaat in wezen uit van hetzelfde principe en moet het bovendien zonder de chemie tussen de twee kunstenaars doen, maar is net zo onweerstaanbaar. ‘Iemand heeft ons gezien’, constateert Rosiete, een oudere vrouw uit de Braziliaanse favela Morro da Providencia, bijvoorbeeld geëmotioneerd als ze zichzelf op een muur terugziet.

En het is precies zo’n gevoel van (weer) mens zijn dat JR losmaakt in de gemeenschappen die hij bezoekt. Of het nu gedetineerden zijn van de Tehachapi-gevangenis in Californië, met wie hij een groepsportret voor op de binnenplaats maakt en die hij naar zichzelf laat kijken totdat ze weer een mens zien (verder uitgewerkt in de documentaire Tehachapi). Of de bewoners van de Mexicaans-Amerikaanse grensstreek, die hij confronteert met een enorm portret van het jongetje Kikito en daarna, aan beide zijden van het hek dat hen scheidt, trakteert op een picknick. Waarbij ze in een ontspannen atmosfeer weer even één kunnen zijn.

Zo onderscheidt JR zich bijvoorbeeld van zijn al even mediagenieke geestverwant Banksy, die net als hij is geworteld in graffitikunst en eveneens zijn eigen identiteit probeert te verhullen. JRs werk wordt nooit ironisch of cynisch, maar blijft altijd optimistisch. Dat zou je ook tegen kunnen hebben op deze door hemzelf geregisseerde positivoofilm, die is te beschouwen als één grote lofzang op de kunstenaar en zijn maatschappelijk betrokken werk. Maar een kniesoor, met wel erg weinig oog voor het goede in de mensch, die daarop let bij deze joyeuze, humane documentaire.