The Space Shuttle That Fell To Earth

BBC / Videoland

Nog geen anderhalve minuut na de lancering van de space shuttle Columbia vliegt er een stuk schuim van de externe tank. Het raakt de linkervleugel van het ruimteveer en explodeert in een witte wolk. In de openingsscène van de driedelige serie The Space Shuttle That Fell To Earth (175 min.) is meteen duidelijk dat de space shuttle, die op 16 januari 2003 is begonnen aan een ruimtemissie van zestien dagen, een serieus probleem heeft. De zevenkoppige crew van de Columbia-missie STS-107 heeft alleen een idee dat er iets mis is – en wordt daarover ook in het ongewisse gehouden.

En ook hun familieleden, die thuis kunnen meekijken hoe de bemanningsleden muziek luisteren, videoboodschappen inspreken en met elkaar dollen, vermoeden niet dat er serieus gevaar dreigt. Als het hitteschild bijvoorbeeld beschadigd is geraakt, lijkt de Columbia reddeloos verloren. Vanuit het Lyndon B. Johnson Space Center in Houston wordt niettemin een geruststellende boodschap naar de space shuttle gestuurd. Na terugkeer moet het ruimtevaartuig worden gerepareerd. ‘Oplappen en hij kan weer’, wordt er via NASA-manager Linda Ham gecommuniceerd.

Hoofdingenieur Rodney Morgan, die intern alsmaar aandacht heeft gevraagd voor de ernst van de situatie, is er nog altijd gefrustreerd over. Hij werkte vanuit hetzelfde kantoor als Ham, maar zei niets. ‘Wat weerhield je ervan om met haar te gaan praten?’ willen de filmmakers Lizzie Kempton en Danielle Spears weten. ‘Het protocol van de hiërarchie. Je benadert managers niet direct.’ Ze kunnen het niet vatten. ‘Je bent een volwassen man, in een kamer met maar twaalf mensen.’ Morgan reageert geïrriteerd: ‘Een volwassen man met andere volwassenen die zeggen dat ik dat niet moet doen.’

Zelfs NASA-vluchtarts Jon Clark, de echtgenoot van crewlid Laurel Clark, voelt zich in de communicatie met zijn vrouw gehouden aan het protocol. Hij kan haar dus niet onderhands op de hoogte brengen van de ernst van de problemen. De beelden van een videoconferentie die hij en hun zoontje Iain hebben met Laurel zijn pijnlijk om te zien. ‘Mam, het is echt afzien als je weg bent’, zegt het schattige blonde joch tegen z’n moeder. ‘Ik ben gauw weer thuis’’ reageert zij enthousiast. ‘Kom je naar Florida om te knuffelen als ik uit het ruimteschip kom?’ Ze sluiten af met een kus op de camera.

Intussen komt de dag van de terugkeer – en de waarheid – steeds dichterbij in deze indringende reconstructie van hoe binnen een zeer hiërarchische en bureaucratische organisatie cruciale informatie verloren kan gaan of worden ontkend. Kan de Columbia desondanks veilig de aarde bereiken? ‘Deze dag zul je nooit vergeten’, zegt Evelyn, de vrouw van gezagvoerder Rick Husband, tegen hun dochter Laura. Zij kunnen dan nog altijd niet bevroeden wat er op hen afkomt. ‘Ze zouden naar huis terugkeren’, herinnert Jon Clark zich. ‘Hoe dan ook.’

The Space Race

National Geographic

De eerste generatie Amerikaanse astronauten is heel zorgvuldig geselecteerd – en niet alleen op inhoudelijke gronden. Zij worden doelbewust vooruitgeschoven als gezicht van het patriottische ruimtevaartprogramma en moeten dus gemaakt zijn van ‘The Right Stuff’: wit, mannelijk en zo’n één meter tachtig. Zwarte Amerikanen zouden alleen maar uit de toon vallen in zo’n superheldenrol.

Toch wordt er begin jaren zestig vanuit de Afro-Amerikaanse gemeenschap wel degelijk een kandidaat naar voren geschoven. Ed Dwight lijkt, ondersteund door de regering Kennedy, voorbestemd om ‘the first negro astronaut’ te worden. De top van de ruimtevaartorganisatie NASA beslist echter anders. Zo’n beetje elke witte kandidaat wordt meer geschikt geacht dan deze zwarte astronaut.

En als president John F. Kennedy in 1963 wordt vermoord, is Dwights kans op een ruimtevlucht definitief verkeken. Het zal nog zo’n twintig jaar duren, een periode waarin astronaut Neil Armstrong bijvoorbeeld zijn legendarische eerste stappen op de maan zet, voordat NASA in 1983 de eerste zwarte astronaut lanceert. Afro-Amerikanen moeten het al die tijd zonder rolmodel doen.

In The Space Race (90 min.) documenteren Diego Hurtado De Mendoza en Lisa Cortés hun emancipatiestrijd die zich dus zelfs uitstrekt tot de ruimte. Eind jaren zeventig worden dan eindelijk drie zwarte aspiranten opgenomen in het NASA-opleidingsprogramma. Één van hen moet de eerste Afro-Amerikaanse astronaut worden. One small step for black man, zogezegd, one giant leap for black mankind.

Daarna vormt zich langzaam maar zeker een zwart ruimtekeurkorps, bijgenaamd The Afronauts. In deze zorgvuldig gemaakte film schetsen zij de weg die ze, persoonlijk en als collectief, hebben afgelegd om ook te kunnen zeggen dat ‘space’ voor hen ‘the place’ is. Tegelijk blijven ook zij niet gevrijwaard van de gevaren van ruimtevaart, zoals de ramp met de Challenger in 1986 aantoont.

The Space Race brengt zo een vergeten kant van de burgerrechtenbeweging in beeld. Die komt tot een climax tijdens de Black Lives Matters-protesten van 2020 en vindt dan zelfs zijn weg naar de ruimtemissie van de zwarte astronaut Victor Glover. Daarmee lijkt de cirkel rond – al krijgt deze documentaire nog wel een lekker zoet einde, waarin Ed Dwight alsnog een hoofdrol krijgt toebedeeld.

Challenger: The Final Flight

Netflix

Slechts 73 seconden duurde de vlucht van hun leven. Zeven representanten van de glorieuze United States of America vonden voor het oog van een geschokte natie de dood. Zes specialisten van de National Aeronautics and Space Administration (NASA) en een ‘gewone burger’, de lerares Christa McAuliffe. In navolging van Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins, de eerste mannen op de maan (en helden van de ontzagwekkende spacedocu Apollo 11), zouden ook zij onderdeel van de ruimtevaarthistorie worden, als de eerste dodelijke slachtoffers van Amerika’s drang om het complete heelal te veroveren.

Ze maakten stuk voor stuk deel uit van de Klas van 1978, de eerste generatie astronauten die niet volledig uit witte mannen bestond. En ze waren tevens onderdeel van een soort reboot van de Amerikaanse ruimtevaart, die gaandeweg wat van zijn oorspronkelijke glans was verloren. ‘Amerikanen hebben de wereld laten zien dat ze niet alleen groots dromen’, oreerde Ronald Reagan bij de lancering van de eerste spaceshuttle, ‘maar dat we die ook durven te realiseren.’ De toenmalige Amerikaanse president instigeerde ook de zoektocht naar de eerste burgerpassagier voor de shuttle, ‘one of America’s finest’: een leraar.

De aanloop naar de fatale vlucht en de selectie van de crew daarvoor vormen het hart van Challenger: The Final Flight (180 min.), een stevige vierdelige docuserie van Daniel Junge en Steven Leckart. Trots maken de uitverkorenen zich op voor hun historische missie, al hebben ze geen idee waarom die in de geschiedenisboeken zal belanden. De promotionele beelden van hun enthousiaste voorbereiding, en de herinneringen daaraan van hun nabestaanden, collega’s en plaatsvervangers (die de dans dus ontsprongen), hebben sindsdien een onheilspellend karakter gekregen. Zij, weten wij, gaan nietsvermoedend hun ondergang tegemoet.

Terwijl er op dat moment toch ook al technische problemen waren en enkele insiders zelfs waarschuwden voor serieuze ongelukken. ‘De shuttle gaat ontploffen’, zou hoofdingenieur Bob Ebeling enkele uren voor de lancering van de Challenger, die diverse malen was uitgesteld, hebben gezegd tegen zijn dochter. De klok liep alleen al en was met geen mogelijkheid meer te stoppen, vertellen NASA-medewerkers en -klokkenluiders. Op 28 januari 1986 ging de Challenger met een ‘big bang’ de lucht in. De toeschouwers die zich bij Cape Canaveral in Florida hadden verzameld om de lancering bij te wonen waren volledig uit het veld geslagen toen ze van de omroeper hoorden wat die vreemde taferelen boven hen betekenden: ‘Het ruimtevaartuig is ontploft.’

Ook president Reagan reageerde vanzelfsprekend geschokt. ‘De bemanning van de Challenger eerde ons met de manier waarop ze leefden’, wist hij de stemming in het land opnieuw in grootse woorden te vatten. ‘We zullen ze nooit vergeten, noch de laatste keer dat we ze zagen, deze ochtend, toen ze zich voorbereidden op de reis, zwaaiden en de aarde achter zich lieten om Gods gezicht aan te raken.’ De achterblijvers zouden zich een leven lang boos, verdrietig en schuldig voelen.

Ockels Erfenis

BNNVARA

‘I’m am an astronaut from spaceship earth’, staat er te lezen op het T-shirt dat Wubbo Ockels tijdens één van zijn laatste interviews draagt. Sterker: zulke astronauten zijn we volgens hem allemaal. Van de eerste Nederlandse ruimtevaarder ontwikkelde Ockels zich op latere leeftijd tot een overtuigde klimaatactivist. Vanuit de ruimte had hij hoogstpersoonlijk gezien hoe de aarde de enige plek was waar de mens zou kunnen leven. En dus zouden we in zijn ogen een stuk zuiniger moeten zijn op onze planeet.

In dat kader ontplooide hij het ene na het andere initiatief; van energie opwekkende vliegers en de elektrische superbus tot een duurzaam zeiljacht. Daarbij speelde beslist ook geldingsdrang een rol, bekennen zijn vrouw Joos en kinderen Gean en Martin in het postume portret Ockels Erfenis (51 min.). Wubbo Ockels was, ook nadat hij zich in 1985 als passagier van de Space Shuttle Challenger in Nederland onsterfelijk had gemaakt, altijd op zoek naar erkenning. En overtuigd van zijn eigen visie. Die ter discussie stellen leidde onvermijdelijk tot conflicten.

Zijn gezin zette hij daarbij nadrukkelijk op het tweede plan, vertellen de nabestaanden van de man die op 18 mei 2014 overleed aan de gevolgen van kanker. Zijn kinderen noemen hem in deze interessante televisiefilm van Daan van Alkemade nog altijd ‘Wubbo’ in plaats van papa. Zelfs toen hij ziek werd, bleef er die drang om zijn ideeën, ditmaal een hoopvolle boodschap over het redden van de aarde, te verkondigen en verwerkelijken. Via zulke vergezichten, op basis waarvan oud-collega’s en studenten na z’n dood zijn verder gegaan, leeft Ockels in zekere zin nog steeds voort. Zoals hij het zelf ongetwijfeld gewild zou hebben.