De Dick Maas Methode

WW Entertainment

‘Nederland heeft een heel ordinaire smaak’, zegt filmkenner René Mioch met een olijke glimlach bij aanvang van De Dick Maas Methode (97 min.). ‘Dick heeft daar een goed gevoel voor.’

‘Een boodschap?’ smaalt actrice Monique van de Ven even later over de Nederlandse regisseur die kaskrakers als Flodder, Amsterdamned en Sint op zijn naam heeft staan. ‘Er is geen boodschap.’

‘Boodschappen doe je bij Albert Heijn’, maakt producent Matthijs van Heijningen, de producent van Maas’ eerste grote succes De Lift, de introductie van deze documentaire van Jeffrey De Vore met een kwinkslag af.

En dan kan die film, vlot gemonteerd en als een lekker trashy Maas-productie vormgegeven, van start. Een publieksdocumentaire zou je het kunnen noemen. Met een aantrekkelijke vertelling over een cineast die in navolging van Paul Verhoeven de Nederlandse film naar een groot publiek bracht, vervolgens zakelijk helemaal aan de grond raakte en uiteindelijk tóch weer met de nodige bravoure opkrabbelde. En heel veel bekende koppen natuurlijk: Huub Stapel, Willeke van Ammelrooy, Barry Hay, Pierre Bokma en – natuurlijk – Tatjana ‘dochter Kees’ Simic. Géén documentaire dus om aan de randen van de nacht te vertonen voor een select publiek met een intellectuele bril.

Al komt behalve Maas’ grote bioscoopsuccessen ook zijn werkwijze als filmmaker serieus aan de orde met collega-regisseurs als Martin Koolhoven, Johan Nijenhuis, Mike van Diem, Tim Oliehoek en (echtgenote) Esmé Lammers. Zij schetsen de contouren van een bijna onNederlandse maker die altijd op zoek is naar een groot publiek. Een man ook die leeft voor het spektakel op zijn monitor. Aan de lieden die daarop hinderlijk door het beeld lopen – of vaker: scheuren, vrijen of vechten – besteedde hij meestal weinig aandacht. ‘Van acteurs weet ie geen reet af’, zegt René van ‘t Hof, die in de eerste Flodder-films zoon Kees vertolkte. Dick Maas zou er op de filmset zelfs een vaste boutade naar hoofdrolspelers op na hebben gehouden: ‘Doe het nou effe goed, eikel.’

Toen hij, tijdens een internationaal uitstapje, te maken kreeg met William Hurt, een acteur die zichzelf héél serieus nam, moest dat wel tot frictie leiden. Dat imago kleeft sowieso aan Dick Maas: een wat sikkeneurige man, die nogal eens in de clinch ligt met zijn directe omgeving. Is het niet met de cast van zijn eigen films, dan is het wel met Laurens Geels, zijn voormalige compagnon in het ter ziele gegane First Floor Features (die in deze docu niet aan het woord komt), of met subsidiënten die maar niet over de brug willen komen voor zijn nieuwste project.

Gelukkig is De Dick Maas Methode bepaald geen docu waar het chagrijn van afdruipt, maar een levendig portret van een man die met zijn films doorgaans meer dan genoeg vertier biedt om negentig minuten uit het dorre dagelijks bestaan te stappen. En dat lukt met dit zwaar entertainende portret gelukkig ook zonder enig probleem.

Het Raadsel Van Femma: Prooi Van Een Mensenredder

EO

Háár verhaal over De Oorlog, de Tweede natuurlijk, ontbrak nog. Femma Fleijsman-Swaalep, ze is inmiddels 92 en bijt al zo’n 75 jaar op haar lip. In Het Raadsel Van Femma: Prooi Van Een Mensenredder (55 min.) doet de Amsterdamse vrouw tóch nog haar verhaal. Een verhaal dat ze eigenlijk zo snel mogelijk wilde vergeten en dat ze de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen die er toch nog zijn gekomen altijd probeerde te besparen.

Toch is de toon die Fleijsman als verteller aanslaat in deze film van Alfred Edelstein, via een voice-overtekst die is ingesproken door Karin Bloemen, opvallend luchtig. Alsof dat verleden, vereeuwigd op het lijf van haar zoon Ron met het Auschwitz-nummer 83018, vooral niet te zwaar mag worden aangezet. ’Bij mijn aankomst in Auschwitz hoefde ik niet te douchen’, vertelt Bloemen bijvoorbeeld. ‘Als je begrijpt wat ik bedoel.’

In het centrale interview van deze boeiende documentaire laat de hoofdpersoon die laconieke ondertoon al snel varen. Als ze vertelt over hoe ze na de hel van het kamp geheel onverwacht thuiskwam en zag hoe haar moeder daarbij bijna bewusteloos raakte bijvoorbeeld. ‘De dokter moest voor haar komen’, vertelt ze, overmand door emoties. ‘Ze kon het maar niet geloven: jij bent toch wel Femma?’

De manier waarop ze aan een gruwelijk lot is ontsnapt is nog altijd gemakkelijk invoelbaar, maar de manier waarop ze überhaupt ‘op transport’ werd gezet is minstens zo opmerkelijk. Daarbij komt de gelauwerde Duitse ‘jodenredder’ Hans Calmeyer in beeld. Op hem leek altijd het parool ‘Wie één leven redt, redt de hele wereld’ van toepassing. Maar zou ‘Wie één leven vernietigt, vernietigt de hele wereld’ eigenlijk niet treffender zijn geweest?

Het Raadsel Van Femma: Prooi Van Een Mensenredder is hier te bekijken.